Blad 10 3. De doorgang tussen de woningen Huizumerlaan 67 en 75 dient te vervallen. In het bestemmingsplan moet worden aangegeven wat de bestemming van deze doorgang wordt. Wij hebben gekozen voor een duidelijke en werkbare begren zing. Daarom zijn de achtererven van de woningen aan de Huizumerlaan als zuidelijke plangrens gekozen. Op dit mo ment is er geen reden om de bestemming van de aanwezige stroken tussen de woningen via een planherziening veilig te stellen. Wij blijven echter onverminderd bij ons standpunt (zie "Antwoordnota stedebouwkundige randvoorwaarden en taakomschrijving") dat het pad tussen de woningen Huizumerlaan 65 en 67 kan vervallen. 4 De Aebingaschool (basisschoolis foutief op de kaart aangegeven. Op de voor de bestemmingsplankaart gebruikte ondergrond is verzuimd een aantal (verouderde) aanduidingen te verwijde ren. De juiste situering van de Aebingaschool was, mede gelet op hetgeen gezegd en geschreven is met betrekking tot de kruispuntoplossing Jansoniusstraat-Huizumerlaan (zie ook bijlage 4 van de toelichting bij het bestemmingsplan)bij de opstellers van het bestemmingsplan echter genoegzaam bekend De ondergrond van de plankaart zal worden aangepast en de (verouderde) functionele aanduidingen verwijderd. 5 Er ontbreekt een duidelijk inrichtingsplan. Een bestemmingsplan beschrijft de gewenste ruimtelijke en functionele structuur en geeft daarbij voorschriften omtrent het gebruik van de gronden en gebouwen. Het bestem mingsplan geeft geen uitsluitsel over de feitelijke inrich ting. Veelal is er in het ontwerpstadium van een bestem mingsplan ook nog geen concreet bouwplan. Ten aanzien van dit nieuwbouwproject is de voorbereiding van het bestemmingsplan en de ontwikkeling van het bouwplan lange tijd gelijk op gegaan. Mede op aandringen van de wijkbevol- king, die van mening was dat een zorgvuldige belangenafwe ging diende plaats te vinden door middel van de vaststel ling door uw Raad, is het bestemmings-plan ter visie gelegd voordat het definitief ontwerp van het scholencomplex ge presenteerd kon worden. In het ontwerp-bestemmingsplan is derhalve volstaan met enkele indicatieve inrichtingsschet- sen (zie figuren 3 en 4). Blad 11 6 De voorschriften zijn onduidelijk geformuleerdWat wordt op bladzijde 6 van de voorschriften bedoeld met onevenredige afbreuk"enige afstand tot de tuinen" 7 Vooropgesteld moet worden dat het hier "open" begrippen betreft, waarvan de betekenis niet exact is aan te geven. Onevenredige afbreuk betekent, dat op zich een zekere aantasting kan worden toegestaan. Die aantasting of afbreuk mag evenwel niet bovenmatig zijn en moet in relatie worden gezien met het belang dat hier gediend is. Min of meer het zelfde geldt ten aanzien van "enige afstand tot de tuinen". Ook hier worden geen nauwkeurige grenzen gesteld. De bedoelde passage heeft vooral de bedoeling aan te geven, dat de afstand tot de tuinen een aandachtspunt is waarmee rekening moet worden gehouden bij de situering van de be bouwing op het schoolerf. Nader beschouwd merken wij het volgende op. Beide begrippen komen voor in een alinea, waarin expliciet nonnen zijn op genomen voor de toetsing betreffende de plaatsing van ge bouwen ten behoeve van onderhoud, beheer en kassen. In dit verband gaat het om mogelijke plaatsing van dergelijke ge bouwen op de gronden, die zijn gesitueerd tussen de woonbe bouwing langs de Huizumerlaan en het nieuw te bouwen schoolgebouw, het zogenaamde "schoolerf". De plaats en de afmetingen van de gebouwen mogen geen onevenredige afbreuk doen aan de openheid van het schoolerf. Dit betekent dat enige afstand tot de schoolgebouwen en tot de tuinen van de woningen moet worden aangehouden. In ieder geval is het niet de bedoeling, dat de betreffende gebouwen opgericht worden op dat deel van het schoolerf, dat direct grenst aan de (achtertuinen van de woningen aan de Huizumerlaan. Evenzo is het niet de bedoeling dat de gebouwen tegen de school aan gesitueerd worden, omdat dan de massa van het schoolgebouw het erf binnendringt. Wij hebben getracht op deze wijze aan te geven dat op het schoolerf slechts losse, zelfstandige gebouwen van beperkte afmetingen mogen worden geplaatst (artikel 4, "Maatschappelijke doeleinden"). Ove rigens speelt het probleem van "enige afstand" alleen bij de tuinen aan de zuidoostzijde van het schoolerf (ter plaatse van de percelen Huizumerlaan 81 tot en met 95). Ten westen daarvan is een groenstrook in het plan opgenomen. Deze fungeert als buffer tussen de achtertuinen en het schoolerf

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 415