Blad 38
55 Het bouwterrein blijkt verontreinigdDe verontreinigde
grond moet worden opgeruimdIs bij de bepaling van de
economische uitvoerbaarheid rekening gehouden met deze
maatregel7
Op de onderwijslokatie heeft een uitgebreid bodemonderzoek
plaatsgevonden. Uit dit onderzoek blijkt dat alleen het
gebruikte dempingsmateriaal in enkele voormalige sloten
verontreinigd is. De aangetroffen verontreinigingen zullen
worden gesaneerd.
In hoofdstuk 6 (Economische uitvoerbaarheid) is expliciet
aangegeven, dat "plaatselijke grondsaneringen van beperkte
omvang op gronden, welke door de gemeente worden inge
bracht" tot de gemeentelijke taak worden gerekend. Hieruit
mag worden geconcludeerd, dat in het overzicht van kosten
en opbrengsten rekening is gehouden met het opruimen van de
verontreinigde grond.
56 De voormalige gasfabriek, oostelijk van de onderwijslo
katie, heeft voor een aanzienlijke bodemverontreiniging
gezorgd. Ook de Potmarge is zwaar vervuildDe sloten,
die in verbinding staan (of vroeger stonden) hebben
bijgedragen aan de verdere verspreiding van de vervui
ling (water, dat gebruikt is voor de tuinderijen en
baggerslib)Het bouwen van een agrarische hogeschool
vereist een rigoureuze aanpak, saneren van alleen de
grond van de bouwlokatie is niet voldoende
De verontreiniging op het voormalige terrein van de gasfa
briek heeft zich niet verspreid naar de lokatie van het
agrarisch onderwijs. Daarom is het ook niet noodzakelijk om
dit terrein te saneren ten behoeve van de bouw van de
school. Het voormalige terrein van de gasfabriek is opgeno
men in het provinciale bodemsaneringsprogramma in het kader
van de Interimwet bodemsanering. Het terrein zal gesaneerd
worden op basis van de bij dit programma gehanteerde prio
riteitsstelling
Ook de waterbodem (bagger) van de Potmarge is veront
reinigd. Landelijk wordt gewerkt aan een schema en finan
cieringsstructuur voor het storten en opslaan van de bag
ger. De mogelijkheden voor Leeuwarden zijn sterk afhanke
lijk van de besluitvorming op nationaal niveau. Ook de sa
nering van de Potmarge wacht op deze uitkomst. Daarom kan
op dit moment niet worden aangegeven wanneer de Potmarge
gebaggerd wordt. Er mag echter geen twijfel over bestaan
dat ons streven erop gericht is om het water en de waterbo
dems in Leeuwarden weer schoon te krijgen en dat in het
gemeentelijk programma het baggeren van de Potmarge de
hoogste prioriteit heeft.
Blad 39
57 In het bestemmingsplan wordt niet aangegeven welke
maatregelen worden getroffen om bij de exploitatie van
de school de negatieve gevolgen voor het milieu tegen
te gaan.
Het bestemmingsplan is niet bedoeld om dergelijke maatrege
len aan te geven. De milieu-implicaties komen aan de orde
bij de milieu-wetgeving. Dit betekent, dat voor het onder
wijscomplex een milieu-vergunning moet worden aangevraagd.
Deze vergunning wordt pas afgegeven als alle negatieve ge
volgen voor het milieu, door het stellen van voorschriften,
tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt.
58 De bedrijven Atochem (Atohaasen Steensma zorgen voor
geluid- en geuroverlastHet permanent aanwezige zoe
mende geluid zal hinderlijk zijn voor de onderwijsin
stelling Om deze hinder weg te nemen zullen de
milieuvergunningen, in tegenstelling tot hetgeen in het
bestemmingsplan wordt gesteld, moeten worden aange
scherpt
Het bedrijf Atohaas heeft vrij recent een milieu-vergunning
gekregen. In deze vergunning, gebaseerd op de meest recente
richtlijnen, zijn voorschriften opgenomen met betrekking
tot het voorkomen van geluid- en geuroverlast voor de omge
ving
Voor wat betreft geluid moet het bedrijf op een achttal,
rond het bedrijf vastgelegde, referentie-punten beneden een
maximaal geluidniveau blijven. Deze punten liggen buiten
het bebouwingsgebied van de nieuwe school, zodat de nieuw
bouw voor Atohaas geen consequenties heeft voor het maatre
gelenpakket op het gebied van geluid. Overigens is dit
maatregelenpakket, dat noodzakelijk is om aan de vergunning
te voldoen, eind 1993 voltooid.
Voor wat betreft de geuroverlast is in de vergunning opge
nomen, dat de uitstoot van de betreffende stoffen drastisch
(met ca. 80 1) moet worden teruggedrongen. Deze maatregelen
moeten in 1996 afgerond zijn (de eindoplevering van de
nieuwe school is gepland in januari 1996). Vanaf dat moment
zal van geuroverlast ten gevolge van het bedrijf Atohaas
vrijwel geen sprake meer zijn. De betreffende voorschriften
zijn gebaseerd op de afstand van de dichtstbijzijnde gevoe
lige objecten (woningen, scholen e.d.). Het te realiseren
onderwijscomplex ligt op grotere afstand van het bedrijf.
Dit betekent dat de milieuvergunning van Atohaas geen aan
scherping behoeft.