1.2 Hoofdprioriteiten van beleid
6
ten dat een aanzienlijk deel van deze bezuiniging moet worden gevonden door het ver
minderen van de omvang van de ambtelijke formatie.
In het genoemde overleg zijn op grond van politiek-bestuurlijke overwegingen de aan
dachtsgebieden aangewezen waarop de bezuinigingen in hoofdzaak zullen plaatsvinden.
Gebieden die daarentegen moeten worden ontzien zijn: werkgelegenheid, de leefbaar
heid en het milieu.
Deze werkwijze heeft ertoe geleid dat een groot aantal voorstellen is ontwikkeld voor
structurele bezuinigingen die hun beslag moeten krijgen in de beleidsperiode tot en met
1997. Naast kostenbesparing en inkomstenverhoging hebben de voorstellen tot gevolg
dat het personeelsbestand bij de gemeente met ruim 83 fulltime formatie-eenheden zal
moeten verminderen. In een afzonderlijke bijlage zijn de bezuinigingsvoorstellen aan u
voorgelegd.
Bij het maken van de keuze voor de voorstellen zoals ze er nu liggen, heeft als ver
trekpunt gediend de beleidslijn waarvoor is gekozen met het project HEGT/HELT,
namelijk het waar mogelijk afstoten van gemeentelijke taken, door uitbesteden, verzelf
standigen, privatiseren en door het beëindigen van taken. Het zal duidelijk zijn dat waar
het bezuinigen al op korte termijn tot resultaat moet leiden alleen de optie 'beëindigen'
in aanmerking komt Het gegeven van de terugtredende overheid heeft als richtsnoer
gediend voor de bepaling van de gebieden waarop wèl bezuinigingen kunnen en moeten
gaan plaatsvinden. Daarmee is niet gezegd dat de sectoren waarom het gaat minder
waardevol zouden zijn. Wel wordt met deze keuze aangegeven, dat gezien de noodzaak
om zeer drastisch te gaan bezuinigen op de gemeentelijke uitgaven deze aandachtsge
bieden in verhouding tot andere meer ruimte laten voor het verlagen van de uitgaven.
Een andere overweging is dat in de sectoren die voor bezuiniging in aanmerking
komen het de burgers zijn die zeer wel in staat zijn te kiezen m voortzetting van activi
teiten mogelijk te maken, bijvoorbeeld door hogere tarieven te accepteren of door
genoegen te nemen met een lager niveau van uitvoering. Tenslotte is ook gekeken naar
de omvang van de voorzieningen op deze terreinen en naar het niveau waarop de dien
sten nu worden aangeboden.
Kiezen is en blijft -vanuit welke invalshoek het ook wordt benaderd- een pijnlijke
aangelegenheid. Het betekent in de huidige omstandigheden dat een groot aantal
gemeentelijke taken niet langer meer kan worden uitgevoerd, niet in de laatste plaats
omdat de daarmee gemoeid zijnde formatieplaatsen niet langer deel uitmaken van de
gemeentelijke organisatie. Gezien het ingrijpende karakter van deze operatie, die zich
binnen alle diensten voltrekt, doet zich op korte termijn de noodzaak gevoelen van een
herbezinning op het functioneren van de afgeslankte organisatie en met name op de ver
houding tussen de onderdelen waaruit die thans is opgebouwd. Hiervoor wordt een plan
van aanpak ontwikkeld.
Nog belangrijker dan de herziening van de organisatiestructuur zal de herziening van
werkwijzen en de implementatie van een nieuw (sturings-)instrumentarium zijn.
Prioriteit wordt daarbij gegeven aan het financieel management en beheer. Het gaat
hierbij om een meer produktgerichte begroting en rekening, verbetering van de budget
discipline, en het gebruik maken van gegevens ten behoeve van de informatievoorzie
ning. Hiervoor zal op basis van de Verkenningennota de diverse dienstverlenings- en
produktieprocessen alsmede de administratieve organisatie worden doorgelicht.
Algemene hoofdlijnen van beleid
In dit deel van de Hoofdlijnen 1994-1997 gaan wij in op de hoofdprioriteiten van het
gemeentelijk beleid. In het Collegeprogramma 1990-1994 hebben wij onze hoofdpriori
teiten gerangschikt naar stedelijke vernieuwing, milieu en sociale vernieuwing.
Stedelijke vernieuwing
De versterking van de positie van Leeuwarden vraagt om een continu proces van ste
delijke vernieuwing. Hoofddoel van de stedelijke vernieuwing blijft het creëren van een
wervend en vernieuwend vestigingsmilieu, door middel van het bieden van kwalitatief
hoogwaardige woon- en werkgebieden, recreatieve en culturele voorzieningen en een
goede infrastructuur.
Ook de komende beleidsperiode ligt het accent op de concretisering en uitvoering van
het beleid. Zo wordt in 1994 verder gewerkt aan de voltooiing van het Frisian Expo
Centre. De reconstructie van de toeleidende infrastructuur wordt eveneens in 1994 voor
bereid.
In de binnenstad zal in het kader van de stedelijke vernieuwing worden gewerkt aan
de revitalisering van in ontwikkeling achtergebleven deelgebieden, zoals het Harmonie
kwartier en de noordelijke rand.
Strategische visie
In 1993 is gewerkt aan de opstelling van een strategische visie op de toekomst van
Leeuwarden. In deze toekomstvisie is aangegeven hoe de stad zich naar onze mening in
de komende tien tot vijftien jaar moet ontwikkelen.
Het centrale thema van de strategische visie is 'evenwicht door variatie'. De toekom
stige stad moet een evenwichtig stad zijn, die voorwaarden biedt voor een duurzame
ontwikkeling. Daartoe moet de variatie in de ruimtelijke opbouw, het aanbod van werk
gelegenheid en de samenstelling van de bevolking worden vergroot.
In de strategische visie wordt het toekomstbeeld van Leeuwarden geschetst aan de
hand van een aantal aandachtsvelden: werkgelegenheid, woon- en leefomgeving en
milieu. Hieraan kan de binnenstad als vierde thema worden toegevoegd, omdat hier de
drie aandachtsvelden op een unieke wijze onscheidbaar met elkaar verbonden zijn.
De aandachtsvelden spelen een belangrijke rol bij de prioriteitsbepaling van de plan
nen en projecten. Het betreft hier zowel bestaande projecten als nieuwe projecten, die in
de komende beleidsperiode aan u zullen worden voorgelegd.
In deze economisch gezien moeilijke tijden achten wij het van belang dat de verdere
uitwerking en uitvoering van de toekomstvisie van Leeuwarden voortvarend en in goed
overleg en harmonie met andere overheden, marktpartijen en de bevolking plaatsvindt.
Stedelijk knooppunt
In 1994 wordt de verdere invulling en uitvoering van het Profiel Stedelijk Knooppunt
Leeuwarden ter hand genomen. In dat kader zal ondermeer gewerkt worden aan de uit
voering van de knooppuntprofilerende en knooppuntondersteunende projecten uit de
profielschets. In die sfeer is met name de verdere uitbouw van het Frieslandhalcomplex
van belang.
Algemene hoofdlijnen van beleid