66
Woningbedrijf (820.5)
67
3. De financiële toestand van de gemeente
3.1 De ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente.
Naar aanleiding van de ministeriële maatregelen ter bevordering van de privatisering
van gemeentelijke woningbedrijven, zijn door landelijke belangenorganisaties voorlich
tingsbijeenkomsten georganiseerd. Deze hebben zich behalve op het te volgen proces,
toegespitst op de personele gevolgen en het financiële perspectief.
Binnen de Commissie voor het Woningbedrijf en ons college is de toekomstige situ
atie van het Woningbedrijf eveneens onderwerp van gesprek geweest Daarbij is ook het
Woningbedrijf als dienstverlenend bureau, betreffende een groot aantal gemeentelijke
panden ter sprake gekomen.
In ons vorige beleidsplan maakten wij reeds melding van een structurele huurverho
ging van 5,5%, alsmede van het vervallen van subsidies voor de verbetering van naoor
logse woningwetwoningen. Dat duidde er al op dat het Ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieu zocht naar besparingen en/of verschuiving van de las
ten naar de corporaties, woningbedrijven en huurders. Binnen dat kader krijgt ook de
efficiency van de organisaties aandacht en wordt de visie min of meer dwingend aan de
reorganiserende instanties ter kennis gebracht.
Een belangrijke ontwikkeling is de schaalvergroting van de verhuurorganisaties. De
gedachte welke op dit moment heerst, houdt in dat sociale verhuurbedrijven zullen ont
staan met 8.000 a 10.000 verhuureenheden.
Deze ontwikkeling heeft geresulteerd in een onderzoek naar de mogelijkheden tot het
creëren van een organisatie, waarin het woningbezit van de
Stichting Sint Joseph en het bezit van het Woningbedrijf zullen worden onderge
bracht
Dit onderzoek dat wordt geleid door de Nationale Woningraad zal eind 1992 worden
afgerond waarna de besluitvorming kan plaatsvinden.
Het fonds ter dekking van nadelige exploitatiesaldi op grondplannen
De stand van het "Egalisatiefonds", het fonds ter dekking van nadelige exploitatiesal
di op grondplannen, is in 1991, na vereffening van de gecalculeerde exploitatieresulta
ten van de bedrijfsmatige grondplannen, met 3,7 miljoen gulden verbeterd ten opzichte
van 1990.
Deze ontwikkeling is aanleiding om thans na te gaan, welke risico's, aangegeven in de
risico-analyse bij de jaarlijkse rapportage rond het fonds, direct ten laste van het fonds
kunnen worden geëlimineerd.
Beleidsvoornemens per hoofdfunctie
De Meerjarenramingen 1992-1995 waren dankzij de herwaarderingsoperatie 1992-
1995 nog sluitend. In de loop van 1992 wijzigde dit beeld ten gevolge van tegenvallen
de ontwikkelingen in een vrij fors tekort Voor ruim 50% is dit veroorzaakt door ombui
gingen op rijksvergoedingen en verslechteringen van de uitkomsten
Gemeenschappelijke Regelingen. Voorts is sprake van een aantal correcties op de
ramingen 1992-1995, per saldo nieuwe tegenvallers en worden reeds ingeboekte her
waarderingstaakstellingen niet volledig gehaald.
Als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen zien wij ons geplaatst voor de nood
zaak meer ruimte vrij te maken voor nieuw beleid. In samenhang met de hiervoor ver
melde tegenvallende begrotingsresultaten (blijkens de tabel onder 3.2 is er bij ongewij
zigd beleid sprake van een tekort per 1996 van f 4,6 miljoen), zien wij ons geplaatst
voor de noodzaak van een ingrijpende herwaarderingsoperatie.
Tegenvallers dienen zich over het algemeen vrij plotseling aan. Doordat de ombuigin
gen daar niet altijd naadloos op aan kunnen sluiten, ontstaan incidentele begrotingste
korten die tot nog toe ten laste van de algemene reserve zijn gebracht. Door dit beeld
van opeenvolgende incidentele bijdragen uit deze reserve wordt deze reserve negatief.
Wij hebben gemeend in de ramingen onder functie 921.4 een jaarlijkse dotatie aan deze
reserve op te moeten nemen van f 1,5 miljoen om deze weer op peil te brengen.
De financiële toestand van de gemeente