70 van deze reserves, in tegenstelling tot de algemene reserve, een bijzondere bestemming hebben en niet zonder meer ter vrije beschikking staan. Functie 920: Belastingen Wetsvoorstel tot wijziging van de materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet In het Beleidsplan 1992-1995 hebben wij mededeling gedaan van enkele belangrijke veranderingen op het gebied van de gemeentelijke belastingen, in het bijzonder met betrekking tot het wetsontwerp "Materiële belastingenbepalingen Gemeentewet". Wij gingen er toen van uit dat dit wetsontwerp in 1992 door de beide kamers zou wor den aangenomen. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel in geamendeerde vorm op 31 oktober 1991 aanvaard. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer. Hier bestaat de vrees dat het voorstel zal leiden tot een aanzienlijke lastendrukverhoging voor het bedrijfsleven. De Eerste Kamer wil het wetsontwerp niet verder behandelen alvorens hierover duidelijkheid is verkregen. De behandeling van het wetsontwerp verkeert thans in een impasse. Het is evenwel nog steeds de bedoeling dat de wetswijziging gelijk met de nieuwe Gemeentewet per 1 januari 1993 in werking zal treden. Op dit moment valt nog niet aan te geven wat de financiële gevolgen van aanvaarding van het wetsontwerp voor de gemeente zullen zijn. De Waterschapswet 1992 De samenwerking met de waterschappen heeft inmiddels een aanvang genomen. Het gaat in eerste instantie om het uitwisselen van de voor de onroerend-goedbelastingen vastgestelde economische waarden. Ingevolge de nieuwe Waterschapswet, in werking getreden op 1 januari 1992, moeten de waterschappen uiterlijk per 1 januari 1995 de grondslag "waarde in het economische verkeer" toepassen voor de omslagheffing gebouwd. Door het instellen van het nieuwe Waterschap Friesland i.o. moet dit tijdstip voor de Friese waterschappen worden ver vroegd tot 1 januari 1994. Wetsvoorstel WOZ Bij de Raad van State ligt het wetsvoorstel Waardebepaling Onroerende Zaken. De bedoeling is te komen tot één grondslag economische waarde, voor gemeenten, water schappen en Rijk. Inmiddels is er al een Voorlopige Raad voor de Waardebepaling ingesteld. Deze Voorlopige Raad is reeds met een aantal werkzaamheden gestart ter voorbereiding op de taak van de toekomstige Raad voor de Waardebepaling. Raming opbrengsten onroerend-goedbelastingen Ons beleid is erop gericht de tarieven voor de OGB niet verder te verhogen dan een trendmatige verhoging voor lonen en prijzen. Tot nu toe werd deze trendmatige aanpas sing afgeleid uit de zogenaamde "Macro Economische Verkenningen". De kans bestaat, c.q. de praktijk wijst uit, dat de aldus toe te passen trendmatige ver hoging achteraf meestal te laag blijkt te zijn, gelet op nadien gebleken hogere stijgingen van lonen en prijzen. Op rekeningsbasis ontstaan dan tekorten, omdat de geraamde uit gaven, die worden gedekt uit de opbrengsten OGB, hoger uitvallen. Om dit risico op te De financiële toestand van de gemeente 71 vangen stellen wij voor de trendmatige verhoging te baseren op de verwachte stijging van het prijsindexcijfer voor gezinsconsumptie volgens het CBS. Indien achteraf blijkt dat dit percentage te laag is, stellen wij voor het verschil over dat jaar in te halen in het volgende belastingjaar. Voor 1993 is de prijsstijging verondersteld op 3,5%. Dit percentage dient in overeen stemming met de uitgangspunten hiervoor vermeld, nog worden aangepast met 0,25% wegens hoger uitvallende prijsstijgingen over 1992, dan waarmee bij de tariefaanpassin gen rekening is gehouden. Incidenteel moet over het jaar 1991 volgens dezelfde metho diek nogmaals 0,25% worden ingehaald. Voor 1993 is de verhoging derhalve gebaseerd op 4% en voor 1994 e.v. jaren op 3,75%. Het laat zich aanzien dat de feitelijke prijsstijgingen over 1992 beduidend zal afwij ken van de nu veronderstelde stijgingen, zodat met hogere tariefstijging rekening moet worden gehouden. In onze tariefvoorstellen 1993 e.v. jaren zullen wij de tariefopbouw nader toelichten. Kwijtschelding Zoals bekend is, heeft de Staatssecretaris van Financiën zijn voorstel met betrekking tot de normering van de huurlasten, voorlopig ingetrokken. De plannen van de regering, die een nauwere aansluiting bij het systeem van de Algemene Bijstandswet nastreven, zouden tot gevolg hebben gehad dat de gehanteerde kwijtscheldingsnormen met f 277,-- zouden worden verhoogd (omdat dat bedrag als woonlastencomponent in de uitkeringen op grond van de ABW begrepen zou zijn) terwijl vervolgens bij de bepaling van de bet alingscapaciteit geen rekening meer zou worden gehouden met de woonlasten. De Vaste Commissie Financiën vindt dat er een oplossing gevonden dient te worden met betrekking tot de problematiek van de subsidiabele servicekosten. In het overleg van de commissie is tevens uitgesproken dat de kwijtscheldingsnormen moeten "toegroeien" naar het niveau van 90% van de bijstandsuitkeringen. Daarna zal een indexering plaatsvinden. De interdepartementale werkgroep Inkomensbeleid/Kwijtscheldingsbeleid is opdracht gegeven om te komen met nieuwe voorstellen. Deze voorstellen worden thans onder zocht door de VNG, die ook haar achterban wil raadplegen. Verwacht wordt dat nog voor de begrotingsbehandeling in de raad meer gegevens bekend zijn. Per 1 juli 1992 zijn de uitkeringen verhoogd, in verband hiermee zijn ook de gehan teerde kwijtscheldingsnormen aangepast. De financiële toestand van de gemeente

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1993 | | pagina 38