91
STAATC
STAAT VAN GEACTIVEERDE KAPITAALUITGAVEN
Toelichting
1. In deze staat worden opgenomen:
a. alle onroerende en roerende bezittingen (inclusief voorraden),
waarvan op de boekwaarde wordt of zal worden afgeschreven of
waarvan de boekwaarde op een andere wijze wordt of zal worden
gedekt;
b. alle deelnemingen; hiertoe worden gerekend het bezit aan aande
len en schuldbrieven en verstrekt kapitaal aan de diensten;
c. alle verstrekte langlopende geldleningen (nominale waarden)in
clusief verstrekte voorschotten, zoals studievoorschotten, maar
exclusief leenbijstand ingevolgde de Algemene Bijstandswet;
d. alle kapitaaluitgaven, waartegenover geen bezittingen of vorde
ringen staan, welke ten laste van de gewone dienst of op een
andere wijze zullen worden gedekt.
2. De geactiveerde kapitaaluitgaven worden gerangschikt in de volgor
de van de functionele indeling.
3. De kolommen 2 tot en met 4 behoeven alleen bij de begroting te
worden ingevuld.
4. Indien extra afschrijving plaatsvindt op kapitaaluitgaven wordt
ter zake van elk daarbij betrokken object in kolom 11 het bedrag
vermeld, dat in totaal wordt afgeschreven. Op een afzonderlijke -
onmiddelijk daarop volgende - regel wordt tevens in kolom 11 -
tussen haakjes - het bedrag van de extra afschrijving vermeld.
Laatstbedoelde bedragen worden per functie opgeteld. De aldus ver
kregen totalen worden respectievelijk onder het in totaal per
functie afgeschreven bedrag in kolom 11 - eveneens tussen haak
jes - vermeld. Aan het slot van de staat wordt voorts het totaal-
generaal van alle extra afschrijvingen tot uitdrukking gebracht.
Evenzo worden de extra aflossingen op verstrekt kapitaal of op
verstrekte langlopende geldleningen in kolom 12 tot uitdrukking
gebracht.
5. Indien er sprake is van toegerekende rente tijdens de bouw wordt
het bedrag van de toegerekende rente in kolom 15 en tevens in ko
lom 6 vermeerderingen in het dienstjaar vermeld.