3. Voor de toepassing van dit artikel is artikel 24
tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
Artikel 26 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift komt te luiden: Beperking gezamenlijk
bedrag nabestaanden- en wezenpensioen.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De gedeelten van de nabestaanden-, bijzondere
nabestaanden- en wezenpensioenen, onderscheiden
lijk van de wezenpensioenen, bedoeld in de arti
kelen 21, 22, 23, en 24, gaan tezamen het bedrag
waarvan die pensioenen zijn afgeleid niet te bo
ven
Artikel 26a wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden: Toe
slag op het nabestaandenpensioen.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De nabestaande die de leeftijd van 65 jaar nog
niet heeft bereikt, heeft op de eerste dag van de
maand waarin hij die leeftijd bereikt recht op
een toeslag op zijn volgens de voorgaande artike
len berekende pensioen ten bedrage van 15 percent
van dat pensioen, behoudens het bepaalde in het
tweede en vierde lid.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien
van degene die recht heeft op bijzonder nabe
staandenpensioen, noch ten aanzien van degene
wiens nabestaandenpensioen wegens hertrouwen op
nieuw is vastgesteld.
Artikel 33 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden:
Grensbedrag nabestaanden- en wezenpensioenen.
2. In het eerste lid worden de woorden "weduwe", "wedu-
wenpensioen" en "weduwenpensioenen" vervangen door
respectievelijk "nabestaande""nabestaandenpensioen"
en "nabestaandenpensioenen"
Artikel 34 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden:
Samenloop nabestaandenpensioenen na hertrouwen.
2. Het eerste lid komt te luiden:
Blad 6
1. Indien een nabestaande aan wie reeds een nabe
staandenpensioen is toegekend, hetzij krachtens
deze verordening, hetzij krachtens een andere
regeling, ter zake van een later huwelijk even
eens recht op nabestaandenpensioen verkrijgt,
hetzij krachtens deze verordening, hetzij krach
tens een andere regeling, wordt de samenlopende
diensttijd slechts medegeteld bij de berekening
van het pensioen waarbij die tijd het hoogste
bedrag oplevert.
U. Artikel 35 wordt gewijzigd als volgt:
In het eerste lid, onder b, ten tweede, wordt de zinsne
de "een weduwenpensioeneen tijdelijke weduwenuitke-
ring" vervangen door: een pensioen, een tijdelijke
uitkering"
V Artikel 37 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt het woord "weduwenpensioen"
vervangen door het woord "nabestaandenpensioen"
2. In het tweede lid wordt de zinsnede "artikel 9, zesde
lid, onder b" vervangen door de zinsnede "artikel 9,
tiende lid onder a of b"
W. Artikel 38 wordt gewijzigd als volgt:
In het eerste lid wordt de zinsnede "van een algemeen
weduwen- of wezenpensioen of van een tijdelijke weduwen-
uitkering" vervangen door de zinsnede "van een algemeen
pensioen of tijdelijke uitkering".
X. Artikel 39 wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel a. worden de woorden "weduwen- of wezen
pensioen" vervangen door de woorden "nabestaanden- of
wezenpensioen"
2. Onderdeel c. komt te luiden:
c. Indien een nabestaande recht heeft op een pensi
oen op grond van artikel 8, eerste lid onder a.
van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, doch geen
van de in evengenoemde bepaling bedoelde kinderen
recht heeft op pensioen, wordt uitgegaan van het
bedrag van het pensioen dat geldt voor degenen op
wie artikel 19, elfde lid onder a van genoemde
wet toepassing vindt.
Y. Artikel 54 wordt gewijzigd als volgt:
1. Het opschrift boven het artikel komt te luiden:
Ingang nabestaanden- en wezenpensioen en tijdelijk
pensioen
2. In het eerste lid worden de woorden "weduwen- en we
zenpensioen" vervangen door "nabestaanden- en wezen
pensioen"