Vaststelling van het bestemmingsplan "Correctieve herzie
ning van het bestemmingsplan Recreatiegebied Schenken
schans"
Bijlage nr. 58
Aan de Gemeenteraad.
In uw vergadering van 25 juni 1990 (bijlage nr. 158) heeft
u het bestemmingsplan "Recreatiegebied Schenkenschans"
vastgesteld
Gedeputeerde Staten van Friesland hebben bij besluit van 8
januari 1991, kenmerk RO-90-27006 gedeeltelijk goedkeuring
aan het bestemmingsplan onthouden. Bij Koninklijk besluit
van 14 augustus 1992, nr. 92.007304 is het beroep van de
Vereniging Milieudefensie, afdeling Leeuwarden (tegen het
goedkeuringsbesluit van G.S.) ongegrond verklaard en is
uitgesproken dat de onthouding van goedkeuring door Gedepu
teerde Staten dient te worden gehandhaafd.
Indien Gedeputeerde Staten of de Kroon geheel of gedeelte
lijk goedkeuring onthouden, is de Gemeenteraad verplicht
een nieuw bestemmingsplan vast te stellen met inachtneming
van de beslissing van de hogere instantie
(artikel, 30, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening).
Deze herziening strekt hiertoe.
Het bestemmingsplan "Recreatiegebied Schenkenschans" is
grotendeels door Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Goedkeu
ring is onthouden aan het bepaalde in artikel 3 (Beschrij
ving in hoofdlijnen), lid B (Recreatieve doeleinden vuil-
stort) en artikel 4 (Recreatieve doeleinden voorlopig be
stemd voor vuilstort), het gestelde onder 1 (Voorlopige
bestemming) en 4 (Strijdig gebruik), alsmede de bestemming
recreatie/water gelegd op het vo. _iige fabrieksterrein,
groot ongeveer 3 ha. In het kort komt het standpunt van
Gedeputeerde Staten hierop neer, dat een tweetal onderdelen
ten onrechte in het plan is opgenomen, namelijk dat slechts
tot 1 maart 1991 bedrijfsafval mocht worden gestort naast
het bouw- en sloopafval dat tot 1 januari 1998 mocht worden
gestort en het feit dat de gronden van de voormalige steen
fabriek niet zijn voorzien van de aanduiding "stort", met
als gevolg dat op die gronden het storten van afval in het
geheel niet mogelijk zou zijn.
Gedeputeerde Staten zijn derhalve van mening, dat het stor
ten van bedrijfsafval ook na 1 maart 1991 mogelijk moet
zijn, alsmede dat het voormalige fabrieksterrein althans
gedeeltelijk moet kunnen worden benut voor stort-activitei-
ten. Zij hebben dan ook besloten aan deze belemmeringen