Blad 12
5. De voorzitter (of de secretaris) roept de leden bij
naam op hun stem uit te brengen, beginnende bij het lid
dat daarvoor overeenkomstig artikel 16 is aangewezen.
Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van
de presentielijst.
6. Bij hoofdelijke stemming is ieder ter vergadering aan
wezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming
moet onthouden verplicht zijn stem uit te brengen.
7. De leden brengen hun stem uit door het woord 'voor' of
'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.
8. Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem
vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen
voordat het volgende lid gestemd heeft.
Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij
nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend
heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft
vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit ech
ter geen verandering.
9. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stem
ming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen
uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens medede
ling van het genomen besluit.
Stemming over amendementen en moties
Artikel 29
1. Indien een amendement op een aanhangig voorstel is in
gediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.
2. Indien op een amendement een sub-amendement is inge
diend, wordt eerst over het sub-amendement gestemd en
vervolgens over het amendement
3. Indien twee of meer amendementen of sub-amendementen op
een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de voor
zitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd.
Daarbij geldt de regel dat het meest verstrekkende
amendement of sub-amendement het eerst in stemming
wordt gebracht
4Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is
ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en
vervolgens over de motie.
Stemming over personen
Artikel 30
1Wanneer een stemming over personen voor het doen van
een voordracht of het opstellen van een voordracht of
aanbeveling moet plaatshebben, benoemd de voorzitter
twee leden tot stembureau.
2. Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op
Blad 13
grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden,
is verplicht een stembriefje in te leveren. De stem
briefjes dienen identiek te zijn.
3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn
te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen.
De vergadering kan op voorstel van de voorzitter be
slissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op
één briefje.
4Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde
stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat inge
volge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te
leveren
Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stem
briefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een
nieuwe stemming gehouden.
5. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als be
doeld in artikel 30 van de Gemeentewet, worden geacht
geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen be
hoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet
behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:
een blanco ingevuld stembriefje;
een ondertekend stembriefje;
een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld,
tenzij de stemming verschillende vacatures betreft;
een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op
voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die
niet is voorgedragen;
een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt
gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt
6. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje
beslist de Raad, op voorstel van de voorzitter.
7. Onder de zorg van de secretaris worden de stembriefjes
onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.
Herstemming over personen
Artikel 31
1. Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte
meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stem
ming overgegaan.
2Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de
volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde
stemming plaats tussen twee personen die bij de tweede
stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd
(herstemming)