Blad 4
en de provincie Friesland (afdelingen Milieu en Verkeer)
vertegenwoordigd waren.
Er is een evaluatiemodel ontwikkeld, op basis waarvan
gesimuleerd kan worden hoe de verkeersstromen zich zullen
gaan ontwikkelen bij wijzigingen in de verkeersstructuur
en aan de hand waarvan de consequenties voor milieu, be
reikbaarheid en leefbaarheid onderzocht kunnen worden. Met
behulp hiervan is een groot aantal uiteenlopende varianten
voor de verkeersstructuur onderzocht. Op basis daarvan is
een voorkeursvariant voor de toekomstige structuur voor het
autoverkeer in Leeuwarden ontwikkeld.
2Knelpunten
Op basis van het ontwikkelde evaluatiemodel zijn de belang
rijkste knelpunten geïnventariseerd. Deze zijn als volgt
aan te geven:
De binnenstad van Leeuwarden wordt gekenmerkt door een zeer
goede toegankelijkheid voor het autoverkeer. Het is hier
door aantrekkelijk om met de auto naar de binnenstad te
komen. Daarnaast heeft de binnenstad ook een aantal aan
trekkelijke routes voor het ten opzichte van de binnenstad
doorgaande verkeer. Het betreft hier vooral de routes via
het Ruiterskwartierde Groeneweg en de Nieuweweg.
Door de aantrekkingskracht van de binnenstad op gemotori
seerd verkeer worden ook de radialen naar de binnenstad te
zwaar belast. Het voornaamste probleem hierbij is dat dit
verkeer niet gebundeld wordt op de radialen die hier het
meest geschikt voor zijn. Wijken als Oud-West, Oud-Oost en
Huizum met voornamelijk een woonfunctie worden te zwaar
belast met ten opzichte van de wijk doorgaand verkeer.
Door vooral de zeer grote verkeersdruk scoort de rondweg
slecht op de aspecten verkeerstructuurmilieu, bereikbaar
heid en verkeersveiligheid. Dit geldt met name voor het
westelijke deel van de rondweg.
Het evaluatie-instrument is toegepast op de situatie in het
prognosejaar 2002 bij ongewijzigd beleid. In het kort de
2002-0 situatie genoemd. Hierbij is uitgegaan van het
huidige wegennet met daarbij de "harde plannen" en van
toename van de mobiliteit volgens het "spookbeeld"-scenario
volgens het Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer.
Zonder maatregelen te nemen zal de mobiliteit in de komende
tien jaar nog met 30% toenemen. Naast de negatieve effecten
voor de verkeersveiligheid, het milieu en de leefbaarheid
zal door de sterk toenemende verkeersdruk, de bereikbaar
Blad 5
heid van de stad sterk afnemen. Met name de binnenstad
wordt moeilijk bereikbaar, hetgeen een ongunstige invloed
zal hebben op de economische ontwikkeling van Leeuwarden.
3Varianten
Voor de toekomstige situatie zijn vervolgens drie hoofdva
rianten gedefinieerd, te weten:
variant 2002-1; mobiliteitsbeperking
De variant 2002-1 is gelijk aan de variant 2002-0 voor wat
betreft de verkeersinfrastructuur. De mobiliteitsverwach
tingen zijn echter aangepast conform het beleid zoals dat
in het RAAMPLAN van de Vervoerregio Friesland is geformu
leerd.
variant 2002-2; mobiliteitsbeperking (beperkte) binnen
ring.
In deze variant wordt het mobiliteitsbeperkende beleid
aangevuld met maatregelen in de verkeersinfrastructuur voor
het autoverkeer in de stad Leeuwarden. Gestreefd wordt naar
een verbetering van de situatie in met name de binnenstad
door het ten opzichte van de binnenstad doorgaande verkeer
te weren. Hiertoe worden de belangrijkste doorgaande routes
door de binnenstad afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.
Als alternatief voor deze routes wordt een soort van bin
nenring om de binnenstad aangeboden.
variant 2002-3; mobiliteitsbeperking bundeling rondweg.
In de variant 2002-3 wordt eveneens uitgegaan van een
mobiliteitsbeperkend beleid conform variant 2002-1. Qua
verkeersinfrastructuur voor het autoverkeer worden evenwel
meer ingrijpende maatregelen verondersteld. Nagegestreefd
wordt een situatie waarbij het gebied binnen de rondwegen
van Leeuwarden gevrijwaard wordt van doorgaande autover
keersstromen. De stad wordt ontsloten via de rondwegen
inclusief de oost- en de zuidtangent, met behulp van in-
steekwegen. Tevens zullen diverse routes in en rondom de
binnenstad worden afgesloten voor gemotoriseerd verkeer.
Op 7 oktober 1992 zijn deze uit te werken varianten samen
met het interim-rapport "Verkeers-Milieu-plan" gepresen
teerd in een gezamenlijke vergadering van de Commissie voor
Stadsontwikkeling en de Commissie voor Milieu en Stadsbe
heer
4Keuze van de hoofdvariant
In alle drie genoemde varianten is een mobiliteitsbeperkend
beleid verondersteld conform de plannen van de Vervoerregio