Blad 4 Binnen de gemeente richt het nieuwbouwbeleid zich op de midden- en hogere inkomensgroepen om de doorstroming te bevorderen en om te voorkomen dat deze groepen (en dan met name de jongere huishoudens) vertrekken. 4. Actieve leegstandsbestrijding. De feitelijke en dreigende leegstand is indicatief voor de problemen die zich in bepaalde woningtypes/locaties binnen de woningvoorraad voordoen. Een duidelijk inzicht in deze problemen is noodzakelijk voordat de oplossing gevonden kan worden. Een bouwkundige oplossing voor sociale problemen is geen oplossing maar alleen het verplaatsen van het pro bleem. Overschotten op de woningmarkt, resulterend in leegstand moeten worden verminderd. Daartoe moet: de verkoop van de duurdere woningwetwoningen f 600,- zoveel mogelijk worden bevorderd. de keuze voor óf verbeteren óf sloop niet worden ver meden: wijken hebben recht op een toekomst. 5. Meer differentiatie in woningaanbod en woonmilieu's Sommige wijken verliezen hun aantrekkelijkheid op de wo ningmarkt Door ingrepen in de woningvoorraad en de woonom geving zal een grotere differentiatie van woningaanbod en woonmilieu's in die wijken moeten worden bereikt. De wijk wordt daardoor voor meer doelgroepen interessant of blijft langer voor de huidige bewoners interessant. Dit geldt met name voor enkele na-oorlogse wijken: in de planvorming voor die wijken is een belangrijke rol weggelegd voor de wensen van de bewoners zelf. Hieruit volgt dat ingrepen in woning voorraad en woonomgeving tot een toename van differentiatie in woningaanbod en woonmilieus moeten leiden. Hieruit volgt dat het z'eker geen automatisme is dat sociale huurwoningen die worden onttrokken aan de woningvoorraad worden vervan gen door sociale huurwoningen. Vanuit de mogelijkheden die een wijk biedt moet gezocht worden naar het/de meest pas send woningtype, doelgroep en prijsklasse. 6. Zorgvuldig beheer. De ontspannen woningmarkt vereist een uiterst zorgvuldig sociaal en technisch beheer, in samenwerking tussen alle betrokkenen 7 Strategisch beheer particuliere voorraad. De afnemende overheidsmiddelen voor het beheer en de verbe tering van de particuliere woningvoorraad in Leeuwarden zullen zo gericht mogelijk worden ingezet. Daarvoor wordt in hoofdlijnen aangesloten bij een indeling van de gemeente naar: potentie-, onderhouds-, stimulerings-actie en beheergebieden en het daaraan te koppelen instrumentarium. Blad 5 De uitkomsten van het woningmarktonderzoek zijn u inmiddels toegestuurd. Een paar kernpunten zijn: de betaalbare huurwoningvoorraad is ruim voldoende voor het opvangen van de aandachtgroep van beleid, er is een grote vraag naar 2/1 kap en vrijstaande wonin gen in de koopsector, de oostkant van de stad wordt met uitzondering van Cammingaburen als onaantrekkelijk ervaren. Mensen die hier wonen en de (financiële) mogelijkheid hebben om te verhuizen zullen dit zeker gaan doen als de woonomgeving en de woning niet worden verbeterd. Een analyse van de woningmarktontwikkelingen in de afgelo pen jaren. Woningen Als het aantal toegevoegde woonruimtes van de afgelopen 4 jaar op een rij gezet wordt dan blijkt dat: de woningproductie is afgenomen het aandeel sociale huurwoningen vrijwel gelijk blijft - het aandeel koopwoningen- in de licht en ongesubsidieerde sector toeneemt toegev. woonruimtes 1990 1991 1992 1993 sociale huursector 32 39 46 35 premie A/soc.koop 16 5 7 4 premiehuur 14 25 0 0 vseb of premiekoop 5 9 12 18 niet gesubsidieerd 32 22 35 43 totaal 463 452 331 212 bron: gegevens afd. Bouwen voor CBS Door een verschil in registratie met het vorige jaren is hier alleen de nieuwbouw opgenomen en niet de 3 2 panden die op een andere manier aan de woningvoorraad zijn toegevoegd

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 30