De hoofdtaken van de diensten en concernstaf wor
den door de Gemeenteraad vastgesteld en neerge
legd in een bij deze verordening behorende bijla
ge. Burgemeester en Wethouders kunnen deze
hoofdtaken nader preciseren.
Burgemeester en Wethouders kunnen besluiten tot
het instellen van bijzondere organisatorische
eenheden die een tijdelijk karakter dragen. Aan
die eenheden kunnen hoofdtaken of delen daarvan
van één of meerdere diensten c.q. concernstaf ter
voorbereiding en/of uitvoering worden opgedragen.
Het beheer van zo een verband wordt opgedragen
aan de gemeentesecretaris of een directeur. Tot
het instellen van zo een verband wordt niet be
sloten dan op voordracht van de gemeentesecreta
ris
Artikel 2
Op basis van de hoofdtaken stellen Burgemeester
en Wethouders de hoofdstructuur van iedere dienst
en de concernstaf vast.
Tot wijziging van de hoofdstructuur van een
dienst of de concernstaf wordt niet besloten dan
nadat het personeel op basis van door Burgemees
ter en Wethouders te geven richtlijnen bij de
voorbereiding daarvan is betrokken.
De organisatie, het beheer en de taak van de
Dienst Brandweer op grond van artikel 1, tweede
lid van de Brandweerwet 1985 is, voor zoveel no
dig, nader geregeld bij afzonderlijke Organisa
tie- en beheersverordening brandweer.
Artikel 3
Het algemeen beheer van de ambtelijke organisatie
berust bij Burgemeester en Wethouders.
Onder bestuurlijke verantwoordelijkheid en co
ördinatie van Burgemeester en Wethouders is de
gemeentesecretaris het hoofd van de ambtelijke
organisatie en belast met het dagelijks beheer.
De gemeentesecretaris mandateert delen van taken
en bevoegdheden inzake het dagelijks beheer van
de diensten en concernstaf door aan een directeur
conform de door de Gemeenteraad c.q. Burgemeester
en Wethouders vastgestelde richtlijnen. Onvermin
derd het bepaalde in deze verordening blijft hij
eindverantwoordelijk voor alle aangelegenheden
betreffende de ambtelijke organisatie.
Blad 3
3 De directeuren van de diensten en concernstaf
worden benoemd en ontslagen door Burgemeester en
Wethouders. De gemeentesecretaris bevordert het
tot stand komen van de voordracht.
4 Tot het doen van een aanbeveling tot benoeming
van de gemeentesecretaris en de voordracht ten
aanzien van de directeuren wordt niet overgegaan
dan nadat het personeel op basis van door Burge
meester en Wethouders te geven richtlijnen bij de
selectie is betrokken.
5 De gemeentesecretaris kan voor een directeur een
nadere instructie vaststellen. Daarnaast kan hij
taakopdrachten voor een directeur vaststellen,
waarin op het beheer en de ontwikkeling van de
dienst betrekking hebbende taken voor een bepaal
de periode nader worden vastgesteld.
Artikel 4
De gemeente-archivaris oefent, onverminderd de verantwoor
delijkheid van de directeur van de dienst Algemene Zaken
voor het dagelijks beheer van dit dienstonderdeel, in over
eenstemming met het bepaalde in de Archiefwet rechtstreeks
onder bevelen van Burgemeester en Wethouders het beheer uit
over de naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats overge
brachte archiefbescheiden en historisch-documentaire ver
zamelingen evenals het toezicht op het beheer van archief
bescheiden van de diensten en de eenheden als bedoeld in
artikel 1 voorzover deze bescheiden niet zijn overgebracht
naar de archiefbewaarplaats.
Artikel 5
Indien bij afzonderlijke verordening een commissie op grond
van de Gemeentewet wordt ingesteld, die belast is met het
beheer van een dienst of een onderdeel daarvan, of indien
een bijzondere organisatorische eenheid op grond van arti
kel 1, lid 3, wordt ingesteld, mogen in die verordening of
in dat besluit geen bepalingen voorkomen die de bevoegdhe
den van de in deze verordening genoemde functionarissen
aantasten
Artikel 6
1. Indien besloten wordt tot het instellen van een
bijzondere organisatorische eenheid, worden in
dat besluit tevens bepalingen opgenomen ten aan
zien van: