2.2.2. Leeuwarden In Stelling
In 1993 werd geconstateerd dat een aantal zaken nog niet naar tevredenheid
verliepen. Naar aanleiding van een evaluatierapport, aangevuld met de inzichten
opgedaan vanuit het zogenaamde Tilburgse modelis het rapport Leeuwarden In
Stelling (LIS) tot stand gekomen. Centrale doelstelling van Leeuwarden In Stelling
is het versterken van de besturing en het beheer van de organisatie.
In het onderliggende rapport is het besturings- en organisatiemodel, zoals voorzien
in LIS, uitgewerkt. Dit model dient gericht te zijn op:
- versterking van de centrale sturing;
- herdefiniëring van de rolverdeling tussen bestuur en ambtelijk management;
- vergroting van de rol van de gemeenteraad bij het beleidsproces;
- verhoging van de beheersbaarheid en de sturing van de processen;
- verbetering van de interne communicatie;
- aanpassing van de structuur van de ambtelijke organisatie.
2.2.3. Totstandkoming van het besturingsmodel
Bij het opstellen van dit rapport hebben de samenstellers gemerkt dat binnen en
tussen activiteiten en projecten van LIS nogal wat stromingen voorkomen. Bewe
gingen die niet altijd convergeren. Met name de verdeling van uitvoerende, con
trolerende en faciliterende taken over de betrokken onderdelen roept veel vragen
op, hetgeen leidt tot schijnbaar onoverbrugbare tegenstellingen. Daarnaast vragen
medewerkers zich in gesprekken af:
- waar zijn de doelstellingen van 1990 gebleven;
- zijn de aanbevelingen uit LIS niet tegenstrijdig met de doelstellingen van 1990,
oftewel is in LIS eigenlijk sprake van een ontwikkeling naar centralisatie in
plaats van decentralisatie;
- vanuit welke visie worden de projectgroepen aangestuurd; worden deelproduk-
ten niet te snel als uitgangspunt genomen zonder dat naar de samenhang geke
ken wordt;
- wat is de eindsituatie die we over enige jaren willen bereiken.
Bij de voorbereiding van het besturingsmodel zijn de doelstellingen van de
reorganisatie van 1990 naast de LIS-doelstellingen gelegd. Daarbij lijkt tevoor
schijn te komen dat de tekortkomingen die in 1993 geconstateerd werden niet
direct het gevolg zijn van ontwerpfouten in de reorganisatie van 1990, maar
veeleer het gevolg zijn van het onvoldoende doorvoeren van de doelstellingen van
1990. In de afgelopen jaren is de structuur aangepast, maar zijn gedragsveran
deringen noodzakelijk om de echte bedoelingen achter de reorganisatie 1990 te
realiseren niet of onvoldoende verwezenlijkt.
De samenstellers van dit rapport zijn van mening dat de doelstellingen van 1990
nog steeds actueel zijn. Zeker als het gaat om het inrichten van een organisatie die
bestand moet zijn tegen een omgeving waarin ontwikkelingen in hoog tempo
verlopen. Hiermee is niet gezegd dat de aanbevelingen die gedaan worden in
Leeuwarden In Stelling op zich geen welkome aanvulling kunnen zijn op onder
delen van de doelstellingen van 1990.
In de uitwerking van het besturingsmodel is getracht samenhang tussen de doel
stellingen van 1990 en van 1993 aan te brengen. Dit heeft tot gevolg dat op
onderdelen bezinning noodzakelijk is. De samenstellers van dit rapport menen dat:
- doelstellingen van 1990 nog steeds actueel zijn en als vertrekpunt genomen
moeten worden, aangevuld met de huidige inzichten als geschetst in LIS en in
dit rapport;
- nieuwe impulsen noodzakelijk zijn om de beschreven doelen te realiseren;
- uitgangspunten geactualiseerd moeten worden tot eigentijdse missives, beliefs
en statements;
- organisatie over voldoende capaciteiten beschikt om de beschreven doelen te
realiseren, onder de voorwaarde dat een gestructureerde implementatie zal
plaatsvinden.
Leeuwarden In Stelling - (Be (sturingsmodel
4
Leeuwarden In Stelling - (Be(Sturingsmodel
5