8. Functiekarakteristieken leidinggevenden
Per vier maanden wordt een zogenaamde strategische conferentie gehouden waar
bij de gemeentesecretaris en de directeuren intensief overleg voeren met betrek
king tot de contracten voor het komende jaar, c.q. de komende periode. In deze
conferentie brengen de deelnemers hun concept-contracten in.
De concept-contracten worden aan de hand van de onderstaande vragen in algeme
ne zin aan de orde gesteld.
1. Wat zijn de uitgangspunten van het bestuur en wat betekent dit voor de komen
de jaar, c.q. de komende vier maanden? Wat is de koers?
2. Welke prioriteiten moeten wij stellen om de uitgezette koers te realiseren? Wat
zijn de randvoorwaarden voor realisatie?
3. Hoe hebben wij het de afgelopen periode gedaan:
- wat is gelukt, wat niet;
- wat waren hiervan de oorzaken?
4. De voorgaande vragen overziend, welke problemen signaleren wij dan:
- zijn ze structureel of ad hoe;
- kunnen wij ze zelf oplossen of moeten anderen dit voor ons doen?
5. Welke punten zijn zo belangrijk dat er absoluut prioriteit aan gegeven moet
worden (zogenaamde speerpunten) en om die reden in alle contracten vertaald
moeten worden?
Aan de hand van de resultaten van de conferentie onderhandelt de gemeentesecre
taris met het college over de invulling van zijn/haar managementcontract. Afhan
kelijk van de resultaten vinden er verdere onderhandelingen plaats tussen de
gemeentesecretaris en de directeuren, waarna de contracten definitief vastgesteld
worden.
De directeuren bereiden de contracten die binnen de diensten gesloten worden op
een vergelijkbare wijze voor.
De bespreking van de managementcontracten is in deze nota globaal gehouden. In
de praktijk van het komende jaar zullen de deelnemers met elkaar een bevredigen
de en werkbare vorm dienen te vinden. De eerste managementcontracten zullen
waarschijnlijk een beperkt karakter hebben. Na verloop van een jaar (één jaarcon
tract, alsmede drie bijstellingen) kunnen de managementcontracten een realiteits
gehalte hebben dat de toets der kritiek kan doorstaan.
8.0. Inleiding
In dit hoofdstuk komen, als uitwerking van het besturingsmodel, de functiekarak
teristieken aan de orde van:
- gemeentesecretaris;
- directeur;
- sector-manager
- teamleider;
- directeur bedrijfsvoering (concern-controller);
- dienstcontrolier.
Per functie wordt inzicht gegeven in:
- algemeen:
waarom van de functie;
waarop wordt de functionaris aangesproken;
- plaats in de organisatie:
naar wie loopt de rapportage lijn;
naar wie loopt eventueel een opdrachtlijn;
met wie loopt een overleg/advieslijn;
- gemandateerde verantwoordelijkheden:
op organisatieniveau's;
inclusief de bevoegdheid om binnen randvoorwaarden zelf te beslissen;
hoe verantwoordelijkheid waargemaakt moet worden.
35
Leeuwarden In Stelling - (Besturingsmodel
34
Leeuwarden ln Stelling - (Besturingsmodel