ft
01 A
ft
ft ft ft
ft ft
ft ft
ft ft
ft
d)
i
1
1
1
1
.333
tw.
O
O
O
(0
ft
10 5
LD
H
3
CM
O
J
co
05
M
ft
283
b.
11
bt:
24
bt
LD
X
c
f—1
G
G
G
ii
05
u
\<1)
N<U
Dl
X
v<D
v<l)
^dJ
G
05
O
0
O)
0
•H
E-"
LM
LM
LM
U-I
1
1 ft
O)
L i 03
G 0
G
OME
O 0
•H
0 0 0
e M
TJ
2 05
O
•H
ft 0
d)
oi d)
Vi X)
U
05 L
05
X
2 0)
ft C
u
4J
ft
0
•H
ft X!
05
4J
G
E
E
O u c
G
u
LM
d)
d)
dJ
0 0 0
O
d)
U
TJ
TJ
TJ
Q 2
(N 4J
03
d)
■H
•H
•H
i
d) "l 1
i
X
1 1
G
03
•ro -H
(TJ
05
0! 01
<D
■H
W X
E
G
4J
0!
01 E
G
O
(TJ CO
03
O N
G O
G
X
0 G
4J
(TJ
X
X
U
U d)
-H
01
■nfl O
aJ
d)
G
LD
dJ
ft -H X)
05 ft
X
•H
d) r-
CM
G
•rH
ft O C
U G
0i
O) (N
d) G
TJ
O X! O
O ft
G
1
03
U d)
il
W X) L
•H
Oi
•H
d)
(TJ d)
O
ft (3 0)
-r—CQ
d)
B
<D
0
CQ
05 O 0
ft G
4J
B
3
X
E
rH
o) ft
X) ft
(TJ
(TJ
N
-ro
rH
•r—> JH
TH
ft o a
05 ft
■U
O
d)
-H co
(TJ
rH
•H dl
■H d)
ft J3 0
G w
03
4J 4J
X H
CO
X TJ
4J
O
t
a)
G
ft O
h
(TJ
d)
.x x)
U
o! a
05
(TJ (TJ
(TJ
ft O
LD
U U
U
(TJ
L
LD
U
M O
G
rH
Is- L£>
0 0 M
0) 0)
CO H
O
O
ft U 05
03 ft
rH
CM CM
rH
ft C 05
05 05
O 0 N
G ft
+1
+1 +1
+1
+1
X
05
05
01 N
G
O
0) ft 05
(N
ft 03
r*
05 -n G
co
ft 0)
ft G U
W
w g o
0) O 0
03 M G
i
TJ
l
1
l
05 E G
3
X O 0
X
i O
•H XI
rH
O 01
O)
•H
d)
dJ
d)
d) TJ
3
TJ
4J
TJ nj
u
(tj
0)
d)
G
G
4J
G <D
4J
d)
(TJ CO
03
(TJ Oi
.V
m
TJ
(TJ
-n
•H
U
•H
O)
u
•H
G
(TJ
TJ
G
w aj
3
X
3
G
■H
d) <tj
w
U
G
d) G
TJ
u a
-ro
d)
d)
U d)
rH
TJ d)
•H
•H CO
d)
(TJ d)
o
01
LD
X
CQ
X
i
4J
co
05
X
0
ii
o
01
M
0
LM
O O
rH
O)
JJ
03 01
0
X
G
01 -H
G
O
G U
•r~\
G u
U
2
05 05
CQ
•H
•H 03
d)
05
4J <D
X
G
G O
G
X
(TJ
nj
E O XI
0
03
llA
o) Oi 01
X
CD
"H -H
0) ft ft
(tj
•U G
2 O X5
2
X
CD X
3:
CQ
L
o
rH
2
r*
00
cr>
H
rH
Besteding van de erfenis familie Zadel-Barten
Bijlage nr. 41
Aan de Gemeenteraad.
In 1973 heeft de gemeente een overeenkomst gesloten met
het, destijds in Gytsjerk woonachtige, echtpaar Zadel.
Hierbij verplichtten de echtelieden zich hun vermogen aan
de gemeente na te laten. Daartegenover nam de gemeente
ondermeer de plicht op zich om te zorgen voor het onderhoud
van een tiental graven op de Huizumer begraafplaats, in
gaande op de dag van overlijden van de langstlevende van
het echtpaar en vanaf dat moment geldend voor een periode
van in elk geval 75 jaar. Door het overlijden van mevrouw
Zadel op 27 maart 1993 is de onderhoudsplicht inmiddels
gaan gelden - reeds eerder was de heer Zadel overleden.
Uit voornoemde overeenkomst volgde, dat het vermogen van de
Zadels (na 1973) in gedeelten naar de gemeente zou toe
vloeien. Tot de datum van overlijden van wijlen dhr. Zadel
(11 juni 1985) is op deze wijze een bedrag van rond
f 913.000,- naar de gemeente toegevloeid. Dit bedrag is
verantwoord in de 'Reserve legaat onderhoud graven' (Begro
ting Dienst Bestuurszaken)
Volgens de overeenkomst konden deze middelen worden aange
wend voor onderhoud, herstel enz. van uit historisch oog
punt belangrijke objecten in de gemeente Leeuwarden.
Met inachtname van het feit dat uit de genoemde middelen te
zijner tijd ook de onderhoudsverplichtingen van eerder
genoemde graven moesten worden gefinancierd, heeft u reeds
enkele besluiten tot besteding van het legaat gedaan. Dit
betrof o.m. een storting ten behoeve van het Steunfonds
Nederlandse Akademie (Thorbeckefondseen bijdrage ten
behoeve van de cascorestauratie van de Westerkerk en enkele
kleine bijdragen aan de Studiegroep Geschiedenis.
De gemeente heeft zich voorts verplicht over het gestorte
vermogen aan de langstlevende een jaarlijkse lijfrente te
betalen. Deze verplichting is per 1 april 1993 (na overlij
den mw. Zadel) beëindigd. Rekening houdend met het voren
staande bedroeg het saldo van het fonds per 1 januari 1994
rond f 438.000,-.
Aan deze reserve is in oktober en november 1994 in totaal
rond f 347.000,- toegevoegd, zoals hierna wordt aangegeven.