ft 01 A ft ft ft ft ft ft ft ft ft ft ft d) i 1 1 1 1 .333 tw. O O O (0 ft 10 5 LD H 3 CM O J co 05 M ft 283 b. 11 bt: 24 bt LD X c f—1 G G G ii 05 u \<1) N<U Dl X v<D v<l) ^dJ G 05 O 0 O) 0 •H E-" LM LM LM U-I 1 1 ft O) L i 03 G 0 G OME O 0 •H 0 0 0 e M TJ 2 05 O •H ft 0 d) oi d) Vi X) U 05 L 05 X 2 0) ft C u 4J ft 0 •H ft X! 05 4J G E E O u c G u LM d) d) dJ 0 0 0 O d) U TJ TJ TJ Q 2 (N 4J 03 d) ■H •H •H i d) "l 1 i X 1 1 G 03 •ro -H (TJ 05 0! 01 <D ■H W X E G 4J 0! 01 E G O (TJ CO 03 O N G O G X 0 G 4J (TJ X X U U d) -H 01 ■nfl O aJ d) G LD dJ ft -H X) 05 ft X •H d) r- CM G •rH ft O C U G 0i O) (N d) G TJ O X! O O ft G 1 03 U d) il W X) L •H Oi •H d) (TJ d) O ft (3 0) -r—CQ d) B <D 0 CQ 05 O 0 ft G 4J B 3 X E rH o) ft X) ft (TJ (TJ N -ro rH •r—> JH TH ft o a 05 ft ■U O d) -H co (TJ rH •H dl ■H d) ft J3 0 G w 03 4J 4J X H CO X TJ 4J O t a) G ft O h (TJ d) .x x) U o! a 05 (TJ (TJ (TJ ft O LD U U U (TJ L LD U M O G rH Is- L£> 0 0 M 0) 0) CO H O O ft U 05 03 ft rH CM CM rH ft C 05 05 05 O 0 N G ft +1 +1 +1 +1 +1 X 05 05 01 N G O 0) ft 05 (N ft 03 r* 05 -n G co ft 0) ft G U W w g o 0) O 0 03 M G i TJ l 1 l 05 E G 3 X O 0 X i O •H XI rH O 01 O) •H d) dJ d) d) TJ 3 TJ 4J TJ nj u (tj 0) d) G G 4J G <D 4J d) (TJ CO 03 (TJ Oi .V m TJ (TJ -n •H U •H O) u •H G (TJ TJ G w aj 3 X 3 G ■H d) <tj w U G d) G TJ u a -ro d) d) U d) rH TJ d) •H •H CO d) (TJ d) o 01 LD X CQ X i 4J co 05 X 0 ii o 01 M 0 LM O O rH O) JJ 03 01 0 X G 01 -H G O G U •r~\ G u U 2 05 05 CQ •H •H 03 d) 05 4J <D X G G O G X (TJ nj E O XI 0 03 llA o) Oi 01 X CD "H -H 0) ft ft (tj •U G 2 O X5 2 X CD X 3: CQ L o rH 2 r* 00 cr> H rH Besteding van de erfenis familie Zadel-Barten Bijlage nr. 41 Aan de Gemeenteraad. In 1973 heeft de gemeente een overeenkomst gesloten met het, destijds in Gytsjerk woonachtige, echtpaar Zadel. Hierbij verplichtten de echtelieden zich hun vermogen aan de gemeente na te laten. Daartegenover nam de gemeente ondermeer de plicht op zich om te zorgen voor het onderhoud van een tiental graven op de Huizumer begraafplaats, in gaande op de dag van overlijden van de langstlevende van het echtpaar en vanaf dat moment geldend voor een periode van in elk geval 75 jaar. Door het overlijden van mevrouw Zadel op 27 maart 1993 is de onderhoudsplicht inmiddels gaan gelden - reeds eerder was de heer Zadel overleden. Uit voornoemde overeenkomst volgde, dat het vermogen van de Zadels (na 1973) in gedeelten naar de gemeente zou toe vloeien. Tot de datum van overlijden van wijlen dhr. Zadel (11 juni 1985) is op deze wijze een bedrag van rond f 913.000,- naar de gemeente toegevloeid. Dit bedrag is verantwoord in de 'Reserve legaat onderhoud graven' (Begro ting Dienst Bestuurszaken) Volgens de overeenkomst konden deze middelen worden aange wend voor onderhoud, herstel enz. van uit historisch oog punt belangrijke objecten in de gemeente Leeuwarden. Met inachtname van het feit dat uit de genoemde middelen te zijner tijd ook de onderhoudsverplichtingen van eerder genoemde graven moesten worden gefinancierd, heeft u reeds enkele besluiten tot besteding van het legaat gedaan. Dit betrof o.m. een storting ten behoeve van het Steunfonds Nederlandse Akademie (Thorbeckefondseen bijdrage ten behoeve van de cascorestauratie van de Westerkerk en enkele kleine bijdragen aan de Studiegroep Geschiedenis. De gemeente heeft zich voorts verplicht over het gestorte vermogen aan de langstlevende een jaarlijkse lijfrente te betalen. Deze verplichting is per 1 april 1993 (na overlij den mw. Zadel) beëindigd. Rekening houdend met het voren staande bedroeg het saldo van het fonds per 1 januari 1994 rond f 438.000,-. Aan deze reserve is in oktober en november 1994 in totaal rond f 347.000,- toegevoegd, zoals hierna wordt aangegeven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 185