Blad 2 Onder vermelding dat de Commissie Bestuur en Middelen in haar vergadering van 25 januari 1995 is gehoord en u advi seert conform ons voorstel te besluiten stellen wij u voor de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders te wijzi gen overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 2 maart 1995. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris Nummer 2 590 WR/DW DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelet op de wijzigingen van de Algemene pensioenwet poli tieke ambtsdragers (Stbl. 393, 417 en 418); gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 maart 1995 (bijlage nr. 42); BESLUIT: Artikel 1 In de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders van de gemeente Leeuwarden zoals deze laatstelijk is gewijzigd op 21 februari 1994, de volgende wijzigingen aan te brengen: A. In artikel 2a vervallen het tweede en derde lid. Het vierde lid wordt vernummerd tot tweede lid. B. Artikel 3, eerste lid komt te luiden: 1De uitkering bedoeld in artikel 2 bedraagt gedu rende het eerste jaar 80% en vervolgens 70% van de laatstelijk als wethouder genoten wedde, ver meerderd met het percentage van de vakantie-uit kering In het tweede lid wordt het getal 6 0 vervangen door70. Het derde, vierde en vijfde lid vervallen. Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot derde en vierde lid. C. Ingevoegd worden vijf nieuwe artikelen luidende: Voortzetting van de uitkering bij invaliditeit. Na artikel 3 wordt ingevoerd artikel 3a, luidende: 1Indien de belanghebbende op de dag waarop de duur van de uitkering eindigt geheel of gedeeltelijk algemeen invalide is, wordt, met inachtneming van artikel 6 de uitkering van de duur van de invali diteit voortgezet op de voet van artikel 3b.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 193