Blad 4
11. Burgemeester en Wethouders stellen regels met
betrekking tot de wijze en het tijdstip waarop de
wethouder of de gewezen wethouder de in het ne
gende lid bedoelde keuze, die eenmalig is, ken
baar dient te maken.
12. Indien de wegens algemene invaliditeit voortge
zette uitkering tezamen met inkomsten, bedoeld in
artikel 4, minder bedraagt dat het minimumloon
wordt de uitkering verhoogd tot het minimumloon.
De verhoging bedraagt niet meer dan het verschil
tussen de uitkering en het bedrag waarvan deze is
afgeleid en tevens niet meer dan 30% van het mi
nimumloon
Artikel 3c
1. De voortzetting van de uitkering, bedoeld in ar
tikel 3a, geschiedt op aanvraag van de belangheb
bende en voor termijnen van niet lager dan drie
jaar, onverminderd het in deze verordening
bepaalde over herziening of intrekking van de
uitkering
2 Burgemeester en Wethouders stellen de belangheb
bende uiterlijk vier maanden voor het verstrijken
van de in het eerste lid bedoelde termijn schrif
telijk in kennis van de mogelijkheid tot het doen
van een aanvraag tot voortzetting van de uitke
ring na afloop van die termijn.
3Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid wordt
door de belanghebbende uiterlijk drie maanden
voor het verstrijken van de in het eerste lid
bedoelde termijn gedaan.
4. Indien Burgemeester en Wethouders niet tijdig
beslissen op een tijdig ingediende aanvraag als
bedoeld in het derde lid, wordt de uitkering
voortgezet tot het tijdstip van de beslissing op
de aanvraag.
5Een aanvraag als bedoeld in het tweede lid wordt
geacht tijdig te zijn ingediend indien Burgemees
ter en Wethouders de kennisgeving bedoeld in het
tweede lid niet hebben gedaan danwel indien bij
een latere kennisgeving als bedoeld in het tweede
lid de aanvraag wordt ingediend binnen een maand
nadat deze kennisgeving is ontvangen.
6 Indien de uitkering na afloop van de in het eer
ste lid bedoelde termijn wordt voortgezet, wordt
de uitkering berekend op de wijze die van toepas
sing zou zijn geweest indien die termijn niet zou
zijn afgelopen.
Blad 5
7. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van
bepaalde groepen algemeen invaliden bepalen dat
in bepaalde situaties geen termijn geldt danwel
een termijn zal gelden die afwijkt van de in het
eerste lid genoemde termijn van drie jaar.
Artikel 3d
1. Binnen een jaar na het tijdstip waarop de uitke
ring voor de eerste maal met toepassing van arti
kel 3a is voortgezet, doen Burgemeester en Wet
houders een onderzoek instellen teneinde te doen
bezien of er als gevolg van gronden die invloed
hebben op de mate van algemene invaliditeit rede
nen aanwezig zijn voor herziening of intrekking
van de uitkering.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen ten aanzien van
bepaalde groepen algemeen invaliden bepalen dat
geen termijn geldt danwel een termijn zal gelden
die afwijkt van de in het eerste lid genoemde
termijn
3. Burgemeester en Wethouders wijzigen ambtshalve of
op aanvraag van de belanghebbende het bedrag van
de uitkering bij wijziging van de mate van alge
mene invaliditeit.
4. Een wijziging van het bedrag van de uitkering
gaat in
a. indien daartoe een aanvraag is ingediend, met
ingang van de eerste dag van de maand volgende
op die waarin die aanvraag is ingekomen;
b. indien de wijziging ambtshalve plaatsvindt,
met ingang van de eerste dag van de maand vol
gende op die waarin de beslissing tot wijzi
ging is genomen.
5. De toepassing van artikel 3a wordt ten aanzien
van een belanghebbende gestaakt indien en zolang
hij niet voldoet aan een uitnodiging van Burge
meester en Wethouders zich te onderwerpen aan een
onderzoek door een of meer door hen aangewezen
geneeskundigen ter beantwoording van de vraag, of
er nog sprake is van algemene invaliditeit.
6. Indien degene die recht heeft op een wegens alge
mene invaliditeit voortgezette uitkering inkom
sten uit of in verband met arbeid geniet, zijn
Burgemeester en Wethouders bevoegd, zolang niet
vaststaat of deze arbeid als arbeid bedoeld in
artikel 3a, tweede lid kan worden aangemerkt,
niet tot herziening of intrekking van de uitke
ring over te gaan. De toepassing van de eerste
volzin vindt ten hoogste plaats over een aaneen
gesloten periode van drie jaren, aanvangende op