Blad 6 de eerste dag waarover de inkomsten uit of in verband met arbeid bedoeld in de eerste volzin worden genoten. Deze periode wordt geacht niet te zijn onderbroken indien korter dan een maand geen inkomsten uit of in verband met arbeid worden genoten. Na afloop van de in de tweede volzin genoemde periode wordt de in de eerste volzin bedoelde arbeid aangemerkt als arbeid bedoeld in artikel 3a, tweede lid. 7. Burgemeester en Wethouders kunnen bepalen dat de tweede volzin van het zesde lid geen toepassing vindt ten aanzien van bepaalde groepen algemeen invaliden en met betrekking tot het zesde lid van dit artikel nadere en voor bijzondere gevallen zo nodig afwijkende regels stellen. Onderzoek naar invaliditeit voor het aftreden Artikel 3e 1Op verzoek van een wethouder doen Burgemeester en Wethouders een onderzoek instellen door een of meer door hen aangewezen geneeskundigen, ter be antwoording van de vraag of de wethouder die het verzoek deed algemeen invalide is als bedoeld in artikel 3a, tweede lid. 2Burgemeester en Wethouders brengen de uitkomst van een onderzoek dat is ingesteld ingevolge het eerste lid ter kennis van de verzoeker. D. In artikel 4, negende lid wordt de zinsnede "artikel 2a, tweede en vierde lid" vervangen door: artikel 2a, tweede lid en artikel 3a. E. Artikel 6 onder d: artikel 3, lid 3 wordt vervangen door: artikel 3a, eerste lid. F. In artikel 9, eerste en tweede lid, en in artikel 13, eerste, tweede en derde lid, wordt "artikel 96 van de Gemeentewet" vervangen door: artikel 51, eerste lid, van de Gemeentewet G. Artikel 14a komt te luiden: 1. Het pensioen wordt berekend over de tijd doorge bracht als wethouder, volgens een of meer van de artikelen 15, 15a en 15b, naar de laatstelijk als wethouder genoten wedde vermeerderd met het per centage van de vakantie-uitkering. Blad 7 2. Indien het pensioen wordt berekend volgens zowel artikel 15 als 15a, geldt voor de pensioenbereke ning over de tijd voor 1 januari 1986 als laat stelijk genoten wedde een bedrag gelijk aan 100/110 maal het bedrag van de eventueel naar de regelen, vastgesteld bij de Algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 46 aangepaste wed de voor de vaststelling van de pensioengrondslag voor de pensioenberekening over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995 met toepassing van artikel 15a. De in de eerste volzin eerstbe doelde wedde bedraagt niet minder dat het bedrag van laatstbedoelde wedde verminderd met f 6.320,-. Het bedrag van f 6.320,- wordt telkens aangepast bij de Algemene maatregel van bestuur bedoeld in artikel 46 overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat op 1 januari 1985 f 63.200,- bedroeg. 3Indien het pensioen wordt berekend volgens zowel artikel 15 als artikel 15a, geldt voor de pensi oenberekening over de tijd voor 1 januari 1986 als laatstelijk genoten wedde een bedrag gelijk aan 100/110 maal het bedrag, bedoeld in het vier de lid. 4. Indien het pensioen wordt berekend volgens zowel artikel 15a als artikel 15b geldt voor de pensi oenberekening over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995 als laatstelijk genoten wedde een bedrag gelijk aan de eventueel naar de rege len, bedoeld in het tweede lid aangepaste wedde voor de vaststelling van de pensioengrondslag voor de pensioenberekening over tijd na 31 decem ber 1994 met toepassing van artikel 15b, verme nigvuldigd met een debruteringsfactorDeze fac tor is de breuk, waarvan de teller honderd be draagt en de noemer de som is van honderd en het percentage waarmee de wedde als wethouder per 1 januari 1995 uitsluitend ter uitvoering van artikel 11 van de wet van 19 mei 1994, houdende wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (onder andere terzake van inhoudin gen op het inkomen en gelijke franchise voor de pensioenberekening) (Stbl. 418) is gewijzigd. 5. Bij de berekening van een pensioen van een gewe zen wethouder die voor 1 januari 1986 voor zijn bezoldiging geacht werd niet de volledige werk week aan het wethouderschap te besteden, wordt de laatstelijk genoten wedde, vastgesteld volgens het tweede of derde lid, vermenigvuldigd met de deeltijdfactor

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 196