Blad 10
2. Onder een algemene bezoldigingswijziging als be
doeld in het eerste lid wordt verstaan een zoda
nige wijziging, vastgesteld met toepassing van
artikel A8, tweede lid, van de Algemene burger
lijke pensioenwet.
3. Indien met toepassing van artikel A8zesde lid,
van de Algemene burgerlijke pensioenwet aan pen
sioengerechtigden een eenmalige uitkering wordt
toegekend, wordt aan degene die recht heeft op
een pensioen ingevolge deze verordening overeen
komstig een eenmalige uitkering toegekend.
S. Artikel 4 8 komt te luiden:
Artikel 48 Inhoudingen
1Op de wedde van de wethouder worden volgens of
krachtens Algemene maatregel van bestuur te stel
len regelen bedragen ingehouden overeenkomstig de
inhouding van bedragen op de bezoldiging van de
gene die behoort tot het overheidspersoneel, ter
zake van aanspraken bij werkloosheid, ziekte,
arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.
2Op de uitkering van de gewezen wethouder worden
volgens bij of krachtens Algemene maatregel van
bestuur te stellen regelen bedragen ingehouden
overeenkomstig de inhouding van bedragen, terzake
van aanspraken als bedoeld in het eerste lid, op
een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuit
kering op grond van een voor overheidspersoneel
getroffen regeling.
3Geen inhouding van bedragen terzake van aanspra
ken bij ouderdom en overlijden vindt plaats voor
zover tijd niet meetelt als pensioendiensttijd en
op uitkeringen bedoeld in artikel 3a, alsmede in
de gevallen bedoeld in de laatste volzin van ar
tikel 15, vierde lid.
T. Artikel 56
In het vierde lid onder b dient na de zinsnede "in
artikel 214 of 215" te worden toegevoegd: van boek 1.
Hetzelfde geldt voor de zinsnede "artikel 227".
U. Artikel 63
Het vierde lid vervalt. Het vijfde lid wordt vernum
merd tot vierde lid.
Blad 11
Artikel II
De volgende overgangsbepalingen vast te stellen:
Artikel VII
Overgangsbepalingen (Rb. 1995)
A. Overgangsbepaling artikel 34 FUP-ABP
1. Met ingang van 1 januari 1995 worden het inkomen
van de wethouder als zodanig en de laatstelijk
genoten wedde danwel de berekeningsgrondslag,
waarvan is afgeleid een uitkering terzake van
ontslag of aftreden als wethouder, en een wegens
algemene invaliditeit voortgezette uitkering,
aangepast overeenkomstig de aanpassing van de
salarissen ingevolge artikel 34 van de Wet finan
ciële voorzieningen privatisering ABP.
2De in het eerste lid bedoelde aanpassing is geen
algemene bezoldigingswijziging als bedoeld in
artikel 46.
B. Overgangsbepaling ten aanzien van artikel 46
Artikel 46, zoals dat luidde op 31 december 1994,
blijft van toepassing ten aanzien van een wijziging in
de bezoldiging van het rijkspersoneel voor 1 januari
1995
C. Overgangsbepaling ten aanzien van fictieve diensttijd
Ten aanzien van degenen die ingevolge deze verordening
recht op nabestaanden- of wezenpensioen hebben verkre
gen voor 1 januari 1995, wordt de tijd waarnaar het
pensioen is of geacht wordt te zijn berekend en die
niet daadwerkelijk als wethouder is doorgebracht,
voorzover nodig medebegrepen onder tijd gelegen voor
die datum.
D. Overgangsbepaling in verband met Wet TBA
1. De artikelen IX tot en met XV van de Wet terug
dringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsrege
lingen en de krachtens artikel XV van die wet
gestelde regels zijn van overeenkomstige toepas
sing op degene op wie de overgangsbepaling sub E
van toepassing is en die op 31 januari 1992 en
sinds 1 januari 1990 recht heeft op uitkering als
bedoeld in dat artikel.