Gemeentelijke verordening houdende regeling van geldelijke
en secundaire voorzieningen voor raads- en commissieleden
in de gemeente Leeuwarden.
Bijlage nr. 46
Aan de Gemeenteraad.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken heeft op 22
maart 1994 het Rechtspositiebesluit raads- en commissiele
den vastgesteld. Het Besluit werkt terug tot 1 januari
1994. Het Besluit strekt ter uitvoering van de artikelen 95
en 96 van de Gemeentewet, welke betrekking hebben op de aan
een lid van de Raad toe te kennen vergoeding voor de werk
zaamheden, een tegemoetkoming in de kosten en de te treffen
secundaire voorzieningen. Het Besluit regelt tevens de ver
goeding voor leden van commissies, die niet tevens raadslid
of ambtenaar zijn.
Op grond van de invoering van het Rechtspositiebesluit zal
de gemeentelijke verordening houdende regeling van de gel
delijke voorzieningen voor raads- en commissieleden in de
gemeente Leeuwarden, vastgesteld bij raadsbesluit van 25
april 1977 gewijzigd moeten worden. Enerzijds dragen de
wijzigingen een technisch karakter, anderzijds zijn wij van
oordeel dat de vergoedingen voor commissieleden, zijnde
niet raadslid of ambtenaar, aanpassing behoeven.
Voorts kunnen de te treffen secundaire voorzieningen voor
raadsleden in de verordening worden opgenomen.
IVergoeding commissieleden
Op grond van het Rechtspositiebesluit stelt de Staatssecre
taris van Binnenlandse Zaken jaarlijks de maximum vergoe
ding voor commissieleden, zijnde niet raadslid of ambtenaar
vast. De maximum vergoeding bedraagt in 1994 f 137,- per
vergadering. De Gemeenteraad stelt de vergoeding voor deze
commissieleden vast en kan bepalen, dat voor nader omschre
ven gevallen, genoemd in het Rechtspositiebesluit, van de
maximumbedragen naar boven wordt afgeweken.
In de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en com
missieleden is bepaald, dat de leden van de commissies,
niet zijnde raadslid of ambtenaar, voor het bijwonen van
een vergadering van de commissie een vergoeding van f 75,-
wordt toegekend.