Het gebruik van PVC in de gemeente Leeuwarden Bijlage nr. 49 Aan de Gemeenteraad. Inleiding De Stichting Greenpeace roept in een brief van 15 juni 1994 gemeenten op om het gebruik van PVC zoveel mogelijk te weren. Zij vraagt de gemeenten een intentieverklaring te ondertekenen waarin wordt bekrachtigd dat de gemeente alle mogelijke maatregelen zal nemen om het PVC-gebruik in de eigen gemeente te beperken door over te stappen op alterna tieven. Naar aanleiding van de oproep van Greenpeace heeft de stuurgroep PVC Milieu een brief gestuurd waarin zij aangeven dat er uit milieuoogpunt geen aanleiding bestaat een hetze tegen PVC te voeren. In deze nota wordt ingegaan op beide brieven. Landelijk beleid Het landelijk beleid is gericht op een aanpak van stoffen die geen gesloten kringloop hebben. Dat geldt met name voor PVC-verpakkingen. Dit heeft er toe geleid dat in het conve nant verpakkingen als doelstelling is opgenomen dat PVC wordt teruggedrongen als verpakkingsmateriaal ten gunste van alternatieven die minder belastend zijn. Milieuaspecten van PVC De belangrijkste grondstoffen voor PVC zijn aardolie en zout. Afhankelijk van de toepassing bevat PVC diverse toeslagstoffen, zoals zware metalen en weekmakers. Door de meeste onderzoeken wordt bevestigd dat PVC bij de produktie danwel bij de afvalfase een aantal milieuproble men geeft. Het blijft echter een moeilijke zaak om milieu effecten van verschillende materialen met elkaar te verge lijken De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is gevraagd een standpunt in te nemen inzake PVC. De VNG is van mening dat de oplossing ligt in het produktenbeleid, dat wil zeggen rijksbeleid. Zolang het Rijk hier nog geen verantwoorde lijkheid in inneemt is het al dan niet gebruiken van PVC een eigen verantwoordelijkheid van een ieder en dus ook van de gemeente. De VNG zal geen advies geven over het al dan niet ondertekenen van de verklaring mede om dat de techni sche beoordeling heel moeilijk is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 219