Reactienota "De Leeuwarder visie op de Notitie Tuskenspul".
1. Inleiding.
In 1994 startte het project Bestuurlijke Vernieuwing Friesland. Het Rijk, de provincie en de Friese
gemeenten hebben met elkaar afgesproken te willen werken aan nieuwe bestuurlijke verhoudingen en
een nieuwe stijl van provinciaal en gemeentelijk bestuur in onze provincie. Deze stijl zal worden geken
merkt door heldere bestuurlijke verhoudingen, welk bestuur is voor welke taak verantwoordelijk, en
een open en communicatieve relatie tussen burgers en bestuur en tussen de besturen onderling.
Door de actieve betrokkenheid van het Rijk heeft Friesland een unieke kans om een aantal zaken te
regelen zoals wij hier willen. Er ligt een toezegging van het Rijk mee te willen werken aan het opheffen
van wettelijke belemmeringen, als die oplossingen in de weg zouden staan: een "lex specialis" voor
Friesland. Een en ander laat onverlet dat de ontwikkelingen die zich landelijk rond de bestuurlijke
organisatie voltrekken voor het Friese project wel degelijk van belang zijn. Die ontwikkelingen vormen
echter geen absolute randvoorwaarde. Waar de landelijke ontwikkelingen sporen met de uitgangs
punten van het Friese project, zal uiteraard worden aangesloten bij de landelijke oplossingen.
Friesland - en dus ook de gemeente Leeuwarden - staat voor een aantal belangrijke keuzes. Over die
keuzes legt de Stuurgroep nu een aantal richtinggevende uitspraken ter instemming voor, die
vooralsnog betrekking hebben op de algemene uitgangspunten en op de eerste drie deelterreinen die
binnen het project zijn uitgewerkt, nl. economische ontwikkeling, openbare orde en veiligheid en op het
terrein van milieu.
In de eerste plaats hebben de uitspraken betrekking op de algemene bestuurlijk-organisatorische
grondslagen van de overheid in Friesland. Daarbij wordt enerzijds voortgeborduurd op de uitgangs
punten die al voor de start van het project Bestuurlijke Vernieuwing door de gemeenteraden en pro
vinciale staten zijn geaccordeerd. Medio 1993 werd namelijk een rapport uitgebracht van de werkgroep
van de VFG en het college van gedeputeerde staten getiteld "Bestuurlijke vernieuwing in Friesland:
Aanzet en richting". De uitwerking daarvan is neergelegd in de zgn. IJkpuntennotitie, welke aan het
begin van het project door de Stuurgroep is vastgesteld. Maar die uitspraken zijn ook gebaseerd op een
aantal nieuwe inzichten, ontwikkeld in de eerste fase van het project aan de hand van de zgn.
Koersnotitie van de projectleider. Aan die koersnotitie is een aantal discussie-bijeenkomsten gewijd in
gemeentelijke en provinciale kring. De uitspraken over de algemene bestuurlijk-organisatorische
richting zijn aangegeven onder "Grondslagen".
In de tweede plaats is begonnen met de takendiscussie op een aantal deelterreinen. Werkende weg is
daarbij de verbinding gelegd tussen de idee-ontwikkeling over de algemeen bestuurlijke verhoudingen
en de formulering van voorstellen op de concrete deelterreinen nl. Openbare orde en veiligheid en
Economische ontwikkeling, terwijl over het beleidsveld Milieu een uitbesteed onderzoek is verricht.
Ook op basis van deze drie rapporten legt de Stuurgroep een aantal richtinggevende uitspraken voor.
De verdere procedure voorziet erin dat de Stuurgroep in de tweede helft van 1995 haar eindadvies zal
uitbrengen. Dan zal een totaal-pakket aan voorstellen worden gepresenteerd, waarover een definitief
oordeel gevraagd zal worden.
Deze reactienota heeft de volgende opbouw: Paragraaf 2 gaat in op de algemene zienswijze van
Leeuwarden op Bestuurlijke Vernieuwing. In de paragrafen 3 tot en met 7 wordt ingegaan op de
richtinggevende uitspraken omtrent respectievelijk Grondslagen 3), Specifieke positie Leeuwarden
4), Economische ontwikkeling 5), Openbare orde en veiligheid 6) en Milieu 7). In paragraaf 8
worden conclusies getrokken uit de reacties op de uitspraken.
Reactienota "De Leeuwarder visie op de notitie Tuskenspul".
1