Herstel/versterking integraliteit van bestuur. Hoewel de verwachting bestond dat de Ontwikkelingsvi sie voor het Stadsgewest, die door alle betrokkenen gemeenschappelijk is onderschreven, zou bijdragen aan een meer integrale aanpak, is de praktijk van alledag een geheel andere. Kortheidshalve verwijzen we naar de analyse onder "Doelmatigheid". Als in de evaluatie van het Stadsgewest zelf wordt geconstateerd dat de eigen concurrentiepositie nog altijd bepalend is voor de opstelling van de (meeste) gemeenten in plaats van de concurrentiepositie van het Stadsgewest als geheel, dan is daarmee het ontbreken van echte integraliteit duidelijk aangegeven. J|De conclusie is dat het Stadsgewest geen bijdrage heeft geleverd aan het herstel c.q. versterking van de integraliteit van bestuur. Versterking democratische legitimatie van het bestuur. Hier behoeven we niet veel woorden aan vuil te maken: een hulpconstructie van een in beslotenheid vergaderend overlegorgaan is per definitie niet of nauwelijks voor de burgers controleerbaar of beïnvloedbaar laat staan "democratisch" te noemen. In dit verband halen we ook de eerdergenoemde evaluatie aan: "Het is uiterst lastig om de bevolking de meerwaarde van het Stadsgewest als coördinatie en overlegkader uit te leggen. Het is voor de burger ook niet zo van belang". Het is ons tijdens bijeenkomsten van het Stadsgewest gebleken dat de relatie tussen het overlegorgaan en de achterbannen, zijnde de gemeenteraden, in het algemeen eveneens zwak te noemen is. Dat vertaalt zich in de matige betrokkenheid die diverse gemeenteraden tot dusverre bij het wel en wee van het Stadsgewest hebben getoond. Ten dele ligt dat aan de neiging om niet verder dan de eigen gemeentegrens te kijken, ten dele (volgens de evaluatie) ook aan het feit dat "het stadsgewestelijke belang" door (sommige) leden van het platform "naar het eigen college, de raadsleden, en bevolking onvoldoende wordt uitgelegd en verdedigd. Er ontstaat zo een selectieve informatie-uitwisseling die niet bijdraagt tot vergroting van het draagvlak voor het Stadsgewest". De conclusie kan niet anders zijn dan dat het Stadsgewest voornamelijk "leeft" onder de direct betrokkenen (zij het dat ook daarop volgens de evaluatie het nodige valt aan te merken) maar |(dat van een bijdrage aan versterking van democratische legitimatie dus geen sprake is. We hebben geconstateerd dat er in de regio Leeuwarden sprake is van een duidelijke regionale problematiek en dat met het Overlegorgaan Stadsgewest Leeuwarden is gepoogd deze problemen het hoofd te bieden. Daarmee is een kader geschapen voor planning en coördinatie op regionaal niveau maar we hebben tegelijk geconstateerd dat dit kader in de praktijk in onvoldoende mate een slagvaardig en integraal bestuur heeft opgeleverd. Bovendien blijkt deze constructie ook in andere opzichten niet te voldoen aan de leidende principes van het project Bestuurlijke Vernieuwing zoals deze eerder door alle overheden gezamenlijk zijn vastgesteld. De bestuurlijke organisatie in het Stadsgewest komt - kortom -niet overeen met de functionele samenhang tussen woon- en werkgebieden, voorzieningen en infrastructuur. Een tweede conclusie is dat de tot nu toe gekozen "oplossing" (Overlegplatform) niet effectief (bij gebrek aan afdwingbare besluiten) is, niet efficiënt (veel tijd en energie steken in onderlinge vergaderingen, relatief weinig resultaat) en weinig democratisch (intergemeentelijke processen zijn moeilijk te beïnvloeden en te controleren, betrokkenheid gemeenteraden is gering, niet alle belanghebbende burgers hebben invloed en controle op de vervulling van centrumfuncties). Daardoor komen twee belangrijke maatschappelijke vraagstukken binnen het Stadsgewestelijk verband onvoldoende tot een oplossing. In de eerste plaats worden maatschappelijke processen die zich door schaalvergroting niet meer tot de bestaande gemeentegrenzen beperken op een onvoldoende wijze be heerst en gestuurd. In de tweede plaats blijkt een vrijblijvend werkend overlegorgaan onvoldoende het hoofd te kunnen bieden aan de alom bekende problemen die samenhangen met de centrumfunctie van de gemeente Leeuwarden voor de regio. Dit leidt tot een derde probleem: het beleid gericht op verster king van de economische potenties van het Stadsgewest en de bevordering van de stedelijke vernieuwing komen door de versnipperde stadsgewestelijke aanpak onvoldoende van de grond evenals een betere beheersing van de maatschappelijke problemen, die de steden vallend onder het landelijke "grote stedenbeleid" kenmerken. Reactienota "De Leeuwarder visie op de notitie Tuskenspul". 8 Hierbij moet in elk geval de bijzonder dringende en hardnekkige problematiek van de werkloosheid genoemd worden. Gezien de omvang daarvan (ook naar Friese maatstaven!) zou dit prioriteit nr. 1 moeten zijn op de agenda's van zowel het Stadsgewest als van Provinciale Staten. Velen buiten Leeuwarden zien niet de samenhang tussen de vraagstukken en processen zoals deze in het voorgaande is aangeduid. Zo wordt vaak ook niet de samenhang gezien tussen de eenzijdige bevolkingsopbouw in centrumstad en randgemeenten. Per saldo leidt die samenhang tot het verschijnsel dat de zwakste schouders de zwaarste lasten betalen. Het besef en de erkenning van die samenhangen zijn echter randvoorwaarden om tot goede bestuurlijke oplossingen te komen. Dat tekort aan kennis van en affiniteit met complexe stedelijke vraagstukken lijkt zich in Friesland sterker voor te doen dan elders. We verwachten van het project Bestuurlijke Vernieuwing dat men toekomst- en oplossingsgericht aan de slag gaat. Dat noodzaakt tot bezinning op bestuurlijke alternatieven in relatie tot de maatschappe lijke vraagstukken die het bestuur geacht wordt op te lossen. Alternatieven die leiden tot een 1) doelmatiger, 2) doeltreffender en 3) democratischer bestuur binnen het Stadsgewest. 43. Standpunt omtrent uitspraak 1.5. Richtinggevende uitspraak: 1.5 Bestuurlijke slagkracht is een voorwaarde voor de sociaal-economische en ruimtelijke ontwikkeling van het stedelijk knooppunt Leeuwarden. Met de huidige stadsgewestelijke samenwerking van gemeenten en provincie wordt die voorwaarde onvoldoende vervuld. Beter is het dat de provincie (versneld) uit het stadsgewestelijk bestuurlijke platform treedt, terwijl de provincie nadrukkelijker dan tot dusver de hoofdlijnen vaststelt en handhaaft voor de toekomstige economisch-ruimtelijke ontwikkelingen. De provincie houdt daarbij rekening met de bijzondere positie van de hoofdstad voor de provincie als geheeL Bij de formulering van de definitieve voorstellen zal de Stuurgroep zich baseren op de uitkomsten van de takendiscussie op de verschillende relevante deelterreinen. De Stuurgroep onderkent dat vanuit de sociaal-economische optiek en mede in het licht van het rijksbeleid sprake is van een voor Friesland belangrijk en specifiek vraagstuk dat derhalve ook een specifieke oplossing vraagt. De Stuurgroep realiseert zich dat het noodzakelijk kan blijken voorstellen te doen met betrekking tot een beperkte herindeling bij Leeuwarden, waarbij gedacht kan worden aan de gemeenten Leeuwarderadeel en Menaldumadeel. De eerste drie alinea's, "Bestuurlijke slagkracht provincie als geheel", zijn zowel in de Notitie inzake de taken op het gebied van economische zaken als in de vorige twee subparagrafen nader onderbouwd en behoeven hier geen verdere toelichting. Hierbij moet overigens worden bedacht dat het begrip bestuurlijke slagkracht zowel een absolute betekenis heeft (intrinsieke voorwaarde voor ruimtelijk economische ontwikkeling) als een relatieve betekenis heeft (versterking positie van Leeuwarden ten opzichte van centrumsteden als Groningen, Emmen en Zwolle). In de sfeer van oplossingen vinden wij deze alinea's nog vaag. Immers, het zich terugtrekken van de provincie uit het stadsgewestelijke overlegplatform ondervangt nog niet de problemen die eerder zijn gesignaleerd. Ook de intentie van de provincie om in dat geval "nadrukkelijker dan tot dusver" de hoofdlijnen voor de toekomstige economisch-ruimtelijke ontwikkelingen vast te stellen en te handhaven, zegt op zich zelf nog weinig. Immers, daarmee is de intergemeentelijke problematiek zoals eerder in deze nota uitvoerig aangeduid, waarbij het in 95% van de gevallen om puur gemeentelijke taken gaat, nog niet opgelost. Het overhevelen van gemeentelijke verantwoordelijkheden in een gebied met een gemeentegrensoverschrijdende functioneel-maatschappelijke samenhang naar de provincie wijzen wij principieel van de hand. Dat zou namelijk haaks staan op de grondslagen en ijkpunten van het project. Dan hebben we het over zaken als het ruimtelijk, economisch, woningbouw- en infrastructuurbeleid in en rond het stedelijk knooppunt dat primair een gemeentelijke bevoegdheid is en moet blijven. Reactienota "De Leeuwarder visie op de notitie Tuskenspul". 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 248