Blad 2 Ter voldoening aan het bepaalde in vorenstaande artikelen van de Wet op de Ruimtelijke Ordening heeft de Raad op 5 juni 197 9 de verordening houdende de voorwaarden, waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in bouwexploi- tatie brengen van grond in casu de Exploitatieverordening 1979 vastgesteld. Laatstelijk is deze verordening in ver band met het in werking treden van de Algemene Wet Be stuursrecht ingetrokken en in gewijzigde vorm vastgesteld. Het belang van een dergelijke verordening ligt in de alge meen geldende werking. Zij verhoogt derhalve de rechtsze kerheid voor de burger in casu de grondeigenaren en kan verder de rechter tot steun zijn bij de berekening van de schadeloosstelling terzake van onteigening van ruwe bouw grond. Een dergelijke verordening is echter geen regeling, waarbij verplichtingen worden opgelegd, zelfs kan in het kader van deze verordening niet worden afgedwongen dat burgers en projectontwikkelaars van woningbouw in een exploitatiege- bied een overeenkomst met de gemeente aangaan. Het voren staande wil overigens niet zeggen, dat burgers en project ontwikkelaars met de woningbouw zondermeer hun gang kunnen gaan. Regels in bestemmingsplannen, Bouwverordening e.d. stellen duidelijk grenzen, terwijl de Gemeentewet mogelijk heden biedt tot verhaal van kosten middels invoering van een baatbelasting. Actuele ontwikkelingen in de sfeer van de grondverwerving, wetgeving en rechtspraak maken het echter gewenst, dat de Exploitatieverordening, die in 1979 door uw Raad is vastge steld en door Gedeputeerde Staten van Friesland is goedge keurd, wordt bijgesteld. In dit verband moet worden gedacht aan a. Kroonuitspraken betreffende de onteigening van grond, b. uitspraken van Gerechtshoven, Afdeling Recht spraak van de Raad van State en Hoge Raad betreffende moge lijkheden en onmogelijkheden tot verhaal van kosten in ex- ploitatiegebieden en c. verdere aanpassingen van de Gemeentewet per 1 januari 1995 als gevolg van de inwerking treding op die datum van de Invoeringswet van de wet mate riële belastingbepalingen Gemeentewet. Met het oog op vorenstaande ontwikkelingen heeft de Vereni ging van Nederlandse Gemeenten reeds eind 1992 een werk groep ingesteld, die als opdracht kreeg binnen het kader van de wetgeving en jurisprudentie een nieuw model exploi tatie-verordening te ontwerpen en een algemene toelichting op te stellen over de mogelijkheden en beperkingen van kos tenverhaal op particuliere eigenaren. De werkgroep heeft in het voorjaar 1994 haar rapport uitgebracht. Blad 3 Daarin wordt onder andere een voorstel gedaan voor een nieuwe exploitatieverordening. De gang van zaken in deze nieuwe exploitatieverordening is in grote lijnen als volgt: - de Gemeenteraad stelt per project/exploitatiegebied een (aangevuld) bekostigingsbesluit vast; - vervolgens onderhandelt de gemeente om te komen tot exploitatieovereenkomsten - de gemeente treft de voorzieningen van openbaar nut; - zo nodig heft de Gemeenteraad tenslotte een baatbelas ting De nieuwe verordening verschilt op meerdere punten van die van 1979; naast een andere volgorde in artikelen en de daarin behandelde materie is meer dan in de verordening van 1979 aansluiting gezocht bij materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet per 1 januari 1995. In het bijzonder gaat het daarbij om het nieuwe artikel 222, welke handelt over de baatbelasting. Voor het heffen van een dergelijke belas ting is sinds juni 1991 het nemen van een (aangevuld) be kostigingsbesluit een minimale voorwaarde. In het recente verleden heeft uw Raad reeds bekostigingsbesluiten genomen voor de uitbreidingsgebieden Goutum-Noord en Hempens/TeernsDe verwachting is dat dergelijke besluiten ook zullen moeten worden genomen voor nieuwe, nog in ont wikkeling te nemen gebieden om geheel of gedeeltelijk ver haal te verzekeren van kosten van voorzieningen van open baar nut, waarvan derden krachtens eigendom, bezit of be perkt recht genot hebben. Overigens wijzen wij u er voor de volledigheid nogmaals op, dat het heffen van een baatbelas ting pas orde aan de komt, wanneer het niet mogelijk is op grond van een (privaatrechtelijke) exploitatieovereenkomst tot verrekening van deze kosten te komen. De nieuwe Exploitatieverordening, die wij u hierbij ter vaststelling voorleggen komt, in hoge mate overeen met de verordening zoals die is opgesteld door de eerdergenoemde werkgroep van de VNG; slechts op een enkel punt wordt hier van afgeweken. Deze afwijkingen betreffen: - de toevoeging in artikel 2 onder punt 4 van de bijdrage aan algemene omslag ten behoeve van bovenwijkse voorzie ningen, welke berekend wordt op dezelfde wijze, die ge bruikelijk is, indien de gemeente zelf deze gronden zou exploiteren. Evenals in 1979 hebben wij ook nu weer met het oog op de duidelijkheid in de richting van der den/exploitanten gemeend deze kostenfactor expliciet in de verordening op te nemen en deze niet te laten vallen onder punt f zesde lid Overige kosten, die in beginsel ten laste van de grondexploitatie behoren te worden ge bracht

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 270