Blad 4 - de toevoeging in artikel 4 lid 2 van de terreinopper vlakte-factor. Wij zijn namelijk van mening, dat voor het verkrijgen van een verantwoorde, genormeerde bouw- eenheid de oppervlakte-factor onontbeerlijk is; - de toevoeging in artikel 8 onder g aangevende dat de medewerking aan de totstandkoming van een overeenkomst kan worden geweigerd, indien de aanvraag onvolledig en/of onduidelijk is tengevolge van het verstrekken van onjuiste of onvolledige gegevens door de aanvrager. Wij tekenen hierbij aan, dat de opsomming in artikel 8 een limitatief karakter heeft. Toepassing van het bepaalde onder lid g zal naar ons oordeel alleen maar mogen ge schieden in die gevallen, waarin onomstotelijk vaststaat dat in de betreffende gevallen sprake is van onjuiste en/of onvolledige gegevens. Tenslotte vragen wij uw aandacht voor het feit, dat in de nieuwe Exploitatieverordening ons college het aangewezen orgaan is om de meeste, uit de verordening voortvloeiende bevoegdheden uit te oefenen, waaronder de bevoegdheid tot het sluiten van overeenkomsten. In de verordening van 1979 zijn deze bevoegdheden hoofdzakelijk gelegd bij uw Raad. Wat dit betreft hebben wij de voorstellen van de werkgroep van de VNG gevolgd. Wij zijn namelijk met deze werkgroep van oordeel, dat, lettende op de complexiteit en het uit voeringskarakter van overeenkomsten en verzoeken om mede werking, ons college het meest aangewezen orgaan lijkt om op een aanvraag tot medewerking van een exploitant te be slissen en exploitatieovereenkomsten te sluiten. Per slot van rekening is ons college vanaf het begin via de ambte lijke kanalen bij de totstandkoming van de exploitatie overeenkomsten betrokken. Wij stellen u dan ook voor voren staande bevoegdheden aan ons college te delegeren. Wij zijn echter tevens van oordeel, dat onder deze delega tie van deze bevoegdheden niet kan en mag vallen de bevoegdheid tot het treffen van een Bekostigingsbesluit. Aangezien een dergelijk Bekostigingsbesluit aangemerkt moet worden als een Voorbereidingsbesluit in het kader van de fiscale wetgeving en belastingen ingevolge het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet behoren tot de niet-over- draagbare bevoegdheden, dient ons inziens terughoudendheid te worden betracht bij overdracht van de bevoegdheid in deze. Wij stellen u dan ook voor deze bevoegdheid bij uw Raad te laten. Voor een verdere toelichting mogen wij u kortheidshalve verwijzen naar bijgevoegde artikelsgewijze toelichting op de Exploitatieverordening. Blad 5 Onder mededeling dat de Commissie Stadsontwikkeling in haar vergadering op 14 maart 1995 akkoord is gegaan met onze voorstellen, adviseren wij u te besluiten overeenkomstig het hierna afgedrukte ontwerp-besluit Leeuwarden, 30 maart 1995. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 271