Binnen de termijn van 7 jaar dat zijn woning is aangepast verhuizen mag ook, maar dan bestaat geen recht op een WVG-vergoeding in de aanpassingskosten van de nieuwe woning. Onder het begrip "verstrekken" wordt in dit artikel verstaan: het moment waarop Burgemeester en Wethouders de hoogte van de financiële tegemoetkoming hebben vastgesteld en dit meedelen aan degene aan wie de financiële tege moetkoming wordt uitbetaald. Een en ander conform het gestelde in artikel 2.10. Artikel 2.19 Verhuis- en herinrichtingskosten lid 2, onder e e. in de te verlaten woning ergonomische beperkingen zijn gevonden, tenzij het een verhuizing naar een A.D.L.- woning betreft. Toelichting: Gehandicapten staan soms jaren op een wachtlijst voordat zij een woning in een ADL-cluster toegewezen krijgen. De gehandicapte woont in dat geval gedurende langere tijd in een geschikte adequate woning en zou om die reden - op grond van de bestaande formulering van artikel 2.19, lid 2, onder e - niet in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding. Teneinde de drempel om naar een ADL-woning te verhuizen niet te groot te maken, wordt voor deze situatie een uitzondering in de verordening gemaakt. Toelichting artikel 5.1 Toevoegen aan het eind van de toelichting artikel 5.1: De in het kader van dit artikel verschuldigde eigen bijdrage betreft een per soonsgebonden bijdrage ten behoeve van een bepaalde voorziening in natura. Dit betekent dat indien de eigen bijdrage, gezien het inkomen, meer bedraagt dan de kosten van de voorziening, de hoogte van de eigen bijdrage nooit de prijs van de voorziening te boven kan gaan. In deze situatie kan de gehandi capte kiezen uit twee opties: Hij kan afzien van verstrekking van de voorziening in het kader van de WVG en de voorziening zelf aanschaffen. Deze keuze heeft twee nadelen: ten eerste moet hij als eigenaar van de voorziening ook zelf het onderhoud en reparatie betalen; en ten tweede kan het bedrag dat hij voor de voorziening betaalt niet in mindering worden gebracht op zijn draagkracht in het geval hij een tweede voorziening nodig zou hebben. De andere keuzemogelijkheid is dat de gehandicapte een eigen bijdrage betaalt van maximaal de kosten van de voorziening en deze vervolgens in bruikleen krijgt, en daarmee ook profiteert van het onderhoudscontract dat in de brui kleenovereenkomst is opgenomen. Tevens kan deze eigen bijdrage in minde ring worden gebracht op zijn draagkracht indien hij meerdere voorzieningen nodig zou hebben. Deze mogelijkheid is dus voor de gehandicapte voordeliger, maar de keuzevrij heid voor de gehandicapte is bepalend. Artikel 5.3 Gemaximeerde vervoerskostenvergoedingen De tekst sub b wordt aldus: Voor een tegemoetkoming in de kosten van het gebruik van een bruikleenauto geldt een normbedrag van 2.500 maal v gulden, waarbii v staat voor het kilometerbedrag behorend bii het merk en type van de bruikleenauto zoals opgenomen in de bijlage lil bij de verordening. Toevoegen in de toelichting artikel 5.3.: In de vergoeding voor een bruikleenau to zijn de kosten van reparatie en onderhoud verdisconteerd. De vergoeding voor bruikleenauto's is afhankelijk van merk en type auto. De vergoeding bedraagt 2.500 maal het bij de bruikleenauto behorende kilometerbedrag. De diverse kilometerbedragen worden in bijlage III bij de verordening opgenomen. Komen merk en type van in de lijst niet voor, dan wordt van een merk en type uitgegaan die zo dicht mogelijk liggen bij merk en type van de betrokken auto. De faktor 2.500 is gebaseerd op het aantal kilometers dat hoort bij het 50%- nivo (50% van het vergoedingsnivo van voor 1 oktober 1992). Toevoegen toelichting op artikel 6.1 "Aanvraagprocedure": Het moment van verstrekken is voor vervoersvoorzieningen en rolstoelen het moment dat de voorziening of de financiële tegemoetkoming daadwerkelijk ter beschikking komt van de gehandicapte. Dat is dus het moment dat deze de voorziening of de beschikking, waarin het bedrag van de financiële tegemoetko ming is vastgesteld, ontvangt. Indien de financiële tegemoetkoming met terugwerkende kracht wordt toegekend, geldt de aanvangsdatum van de vergoedingenperiode als verstrekkingsdatum. Het moment van verstrekken van een woningaanpassing is het moment waarop burgemeester en wethouders de hoogte van de financiële tegemoetkoming hebben vastgesteld en dit meedelen aan degene aan wie de financiële tege moetkoming wordt uitbetaald. Toevoegen toelichting op artikel 6.3 "gronden voor weigering" Onder a. wordt gedoeld op de situatie dat de gehandicapte een voorziening aanvraagt nadat deze is gerealiseerd. Omdat de gemeente dan geen mogelijk heden meer heeft de voorziening volgens het vastgestelde beleid te verstrek ken, noch invloed heeft op de te verstrekken soort voorziening, zal in deze situatie de voorziening worden geweigerd. Bijlage II van de verordening Toevoegen: h. toiletten voorzien van een onderspoel- en föhninrichting

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 282