Blad 2
Gaandeweg bleek het nodig om - vooruitlopend op de effectu
ering van de beoogde taakoverdracht - eerst een aantal
maatregelen te nemen teneinde de facilitaire positie van de
Stichting te versterken. Zo is er - met extra financiële
steun van de gemeente - een andere accommodatie betrokken
in het Nieuwstraatje, er is een computernetwerk aangeschaft
en geïnstalleerd met het oog op een geautomatiseerde
client-administratie en er zijn initiatieven ontwikkeld om
de interne communicatie te verbeteren en de vacature van
directeur te vervullen.
In de eindrapportage van het management-bureau, dat voor u
ter inzage is gelegd, is een organisatie- en financierings-
opzet van de Stichting gepresenteerd, die wij realistisch
achten. Er is een uitvoeringsapparaat gedacht op basis van
de formule: uitvoering door vrijwilligers/coördinatie en
ondersteuning door beroepskrachten/algehele leiding door
een directeur/bestuur op afstand. Voor de formatie van de
basisorganisatie is uitgegaan van 2 opvangcoördinatoren, 1
directeur (25 uur) en 1 administratief medewerker. In de
gemeentelijke organisatie is er daarnaast nog formatieruim
te beschikbaar voor de afhandeling van bij de gemeente
blijvende taken. Bij de begrotingsopzet van WN voor 1995
is uitgegaan van de in de gemeentelijke beleidsnota gegeven
prognoses omtrent te verwachten aantallen asielzoekers en
vluchtelingen. Ook is rekening gehouden met andere kosten-
dragers, zoals activiteiten ten behoeve van het Asielzoe
kerscentrum en specifieke opvangprojectenIn de voorgeleg
de opzet bedraagt het benodigde gemeentelijk subsidie voor
de basisorganisatie ca.f 400.000,- per jaar. Gesteld kan
worden dat met de voorgelegde opzet aan de gestelde voor
waarden voor de beoogde basisorganisatie is voldaan.
Nieuwe riiksregelgeving
Bij de besluitvorming over de Nota Toekomst was bekend dat
het Rijk nieuwe regelgeving voorbereidde ter vervanging van
de bestaande ROA-regelingMet name ging het daarbij om een
opvangregeling voor mensen met een voorwaardelijke vergun
ning tot verblijf (WTV) In de nieuwe regeling zou een
andere verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk en
gemeenten vorm krijgen, waarbij het Rijk voortaan centraal
zou zorgen voor de asielzoekers (geen decentrale ROA-opvang
meer in de gemeenten)De gemeenten zouden voortaan alleen
nog verantwoordelijk zijn voor de huisvesting en opvang van
vreemdelingen met een geldige verblijfstitel in Nederland
(statushouders)
Blad 3
Er werd van uitgegaan dat de nieuwe regeling op dezelfde
leest geschoeid zou zijn als de huidige ROA-regeling en dat
deze op het punt van de condities niet ongunstiger zou zijn
voor de gemeente dan de huidige regeling.
Inmiddels is een ontwerp van de nieuwe WTV-regeling gepu
bliceerd en door de Tweede Kamer behandeld. Daaruit blijkt
dat de huidige ROA-regeling van kracht blijft tot 1 juli
1995 en dat gemeenten daarna geleidelijk hun bestand aan
ROA-woningen kunnen afbouwen en omzetten in WTV-capaci
teit. Vanaf 1 juli geldt de "Wet gemeentelijke zorg voor
houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf".
Deze wettelijke regeling legt aan de gemeenten de plicht op
om gedurende maximaal 3 jaar de huisvesting, opvang en ge
leidelijke inburgering te verzorgen van mensen met een
WTV. Het is de bedoeling dat gemeenten een kwartaal vante-
voren worden geinformeerd over het aantal personen dat in
dit verband moet worden gehuisvest. Spreiding over de ge
meenten zal plaatsvinden naar rato van het inwonertal
Minder en soberder
Het Rijk gaat er in de nieuwe WTV-regeling van uit dat er
als gevolg van de instroombeperkende maatregelen minder
asielzoekers naar Nederland zullen komen.
Daardoor zullen er ook minder verblijfsvergunningen worden
afgegeven en minder mensen behoeven te worden gehuisvest
dan thans het geval is
Daarnaast is de WTV-regeling ten opzichte van de ROA-rege
ling in financiële zin versoberd. De vergoedingen voor
leefkosten en persoonlijke uitgaven zijn verlaagd. Dat
geldt ook voor het zgn. koppengeld, waaruit de gemeentelij
ke behandelingskosten worden betaald. Met name het bedrag
dat per kind (onder 18 jaar) wordt ontvangen is aanzienlijk
teruggebracht. De vergoeding voor inrichtingskosten van de
woning is geheel vervallen.
Als gevolg van deze rijksmaatregelen zullen de te ontvangen
rijksvergoedingen voor de vluchtelingenopvang lager worden
dan waarmee tot nu toe rekening werd gehouden. Daarmee ver
mindert ook het budget waaruit de uitvoerings-organisatie
moet worden bekostigd. Gelet op de destijds gestelde rand
voorwaarde van budgettaire neutraliteit, is de vraag aan de
orde welke gevolgen uit de nieuwe ontwikkelingen voort
vloeien voor de door WN ingediende plannen.