Blad 6
Dat vraagt om een organisatie, waarbinnen die vrijwilligers
hun werk kunnen doen en voor steun kunnen aankloppen. Die
organisatie en die ondersteuning kan WN beter bieden dan
de gemeente.
Fonds Vluchtelingenwerk
Daar komt bij dat minimalisering van de opvangtaken als
gevolg van het ontbreken van structurele inkomsten op dit
moment niet goed past bij de constatering dat er ruim
schoots incidentele middelen beschikbaar zijn in het Fonds
Vluchtelingenwerk. Deze middelen zijn in de afgelopen jaren
opgebouwd uit overschotten van rijksbijdragen voor (andere)
vluchtelingen. Met name de extra rijksbijdragen voor de
mensen die in het kader van de taakstelling 1994 in Leeu
warden zijn gehuisvest, heeft deze middelen in het afgelo
pen jaar fors doen stijgen en op het niveau van omstreeks 2
miljoen gulden gebracht. Ook al is het zo dat een groot
deel van die middelen een bestemming heeft in de sfeer van
nog te ontwikkelen activiteiten (taalonderwijs, trajectbe
geleiding) dan nog blijft er onzes inziens voldoende over
om gedurende enkele jaren het risico af te dekken van een
structureel tekort op de opvang-organisatieZodra de bodem
van het Fonds in zicht komt, zal overigens wel de vraag
beantwoord moeten worden of de gemeente uit eigen middelen
wil gaan bijdragen. Dat is voorlopig nog niet aan de orde,
zo is de verwachting. Inmiddels zal met nadruk en herhaling
naar het Rijk toe het signaal moeten worden afgegeven dat
de rijksbijdragen ontoereikend zijn en verhoogd moeten wor
den. Het is ons bekend dat de VNG daarvan evenzeer over
tuigd is en daarvoor ook de nodige aktie zal ondernemen.
Besparingen
Om er inmiddels wel voor te zorgen dat het beroep op de
middelen in het Fonds Vluchtelingenwerk zo gering mogelijk
kan blijven, zal onzes inziens een uiterste inspanning moe
ten worden geleverd om de opvangkosten te verlagen en de
opvang-organisatie zo doelmatig mogelijk in te richten. Wij
zien daartoe mogelijkheden via het terugbrengen van de norm
voor huisvestingskosten van de WTV-ers door deze mensen
onder te brengen in woningen met een gemiddeld lagere huur.
Voor het slagen van deze actie is de medewerking van de
woningcorporaties nodig. Wij zullen een beroep doen op de
woningcorporaties om voor deze groep (vermoedelijke) blij
vers op de woningmarkt ook in prijstechnische zin passende
woonruimte aan te bieden.
Blad 7
Daarnaast kan bij de overgang naar het WTV-regiem bespaard
worden op de uitvoeringskosten door de formatie voor tech
nische ondersteuning en administratie terug te brengen.
Als gevolg van één en ander kan het beroep op de middelen
in het Fonds Vluchtelingenwerk voor de dekking van de ge
raamde tekorten beperkt blijven tot een bedrag van
f 100.000,- in 1995 en f 73.000,- in 1996. Voor de jaren
daarna kan nog geen reële berekening van het tekort worden
gemaakt, maar zal bij gelijkblijvende kosten het beroep op
het Fonds kunnen dalen. Voor de berekeningen verwijzen wij
u naar de ter inzage gelegde stukken.
wij achten het beroep op het Fonds tot dit niveau voor de
beide genoemde jaren verantwoord, mede gelet op de huidige
reserves in het Fonds
Voorstel
Tegen de achtergrond van het bovenstaande stellen wij u
voor om de keuze voor uitbesteding van de gemeentelijke
opvangtaken naar de Stichting WN te handhaven, in ieder
geval zolang als de middelen in het Fonds Vluchtelingenwerk
toereikend zijn om de te verwachten jaarlijkse tekorten af
te dekken. Zodra die middelen niet meer toereikend zijn,
zal een nieuwe afweging moeten worden gemaakt. Voorts stel
len wij u voor de Stichting WN een tweejarig subsidiecon
tract aan te bieden voor de kosten van een basisopvang-or-
ganisatie tegen een subsidiebedrag van f 350.000,- per
jaar, in 1995 eenmalig te verhogen met een bedrag van
f 50.000,- in verband met de overgangs-problematiek van ROA
naar WTV.
Overigens zal voor de kosten die verbonden zijn met de op
vang zelf ook een budget beschikbaar gesteld moeten worden,
voor een deel aan de Stichting WN (huisvestings-kosten
ROA/WTV-woningen) en voor een deel aan de (voormalige)
Dienst ESZ (leefkostenvergoedingen, verzekeringen, bijzon
dere kosten, apparaatskosten)Op grond van de herziene
prognoses zijn deze bedragen voor 1995 voorlopig berekend
op f 553.500,- (WN) en f 1.083.415,- (DESZ)
Overdracht personeel
Bij dit voorstel zijn wij uitgegaan van de overdracht van
het dienstverband van 2 gemeentelijke personeelsleden naar
de Stichting. Bij deze overdracht is het Sociaal Statuut
toegepast