deze afdeling wordt verstaan onder:
"wet": Wet milieubeheer (Stbl. 1992, 551 zoals
sindsdien gewijzigd);
"afvalstoffen"alle stoffen, preparaten of andere
produkten, waarvan de houder zich - met het oog op
de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is
zich te ontdoen of zich moet ontdoen;
"huishoudelijke afvalstoffen"afvalstoffen afkom
stig uit particuliere huishoudens, afvalwater en
autowrakken daaronder niet begrepen, behoudens
voorzover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen
van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen
als gevaarlijke afvalstoffen;
"grof huisafval": huishoudelijke afvalstoffen die
te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze
als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inza
meldienst te worden aangeboden;
"autowrakken": motorrijtuigen op meer dan twee wie
len, die rij technisch in onvoldoende staat van on
derhoud en in kennelijk verwaarloosde toestand ver
keren, in gevallen die krachtens de wet worden aan
gegeven;
"wegen": alle voor het openbaar rij- of ander ver
keer openstaande wegen of paden, de daarin liggende
bruggen en duikers alsmede de tot de wegen behoren
de paden en bermen of zijkanten;
"motorrijtuigen": alle rij- of voertuigen, bestemd
om anders dan langs spoorstaven te worden voortbe
wogen uitsluitend of mede door een mechanische
kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwe
zig danwel door elektrische energie met stroomtoe
voer van elders;
"doelmatige verwijdering": zodanige verwijdering
van afvalstoffen dat in ieder geval:
a. de continuïteit van de verwijdering wordt ge
waarborgd;
b. de afvalstoffen (met inachtneming van artikel
10.1, Wm) op effectieve en efficiënte wijze
worden verwijderd;
c. de capaciteit aan afvalverwijderingsinrichtin
gen is afgestemd op het aanbod aan te verwijde
ren afvalstoffen;
d. een onevenwichtige spreiding van afvalverwijde
ringsinrichtingen wordt voorkomen;
e. een effectief toezicht op de verwijdering moge
lijk is, en
fgewaarborgd is dat een inrichting voor het op
of in de bodem brengen van afvalstoffen, nadat
zij buiten gebruik is gesteld, geen nadelige
gevolgen voor het milieu veroorzaakt;
Blad 7
i. "inzameldienst": de dienst bedoeld in artikel
4.2.1.2 van deze verordening
j. "binnenstad": het gebied binnen de stadsgrachten.
Inzameldienst
Artikel 4.2.1.2
Als inzameldienst, belast met het ter uitvoering van de wet
en deze afdeling inzamelen van afvalstoffen wordt aangewe
zen
Dienst Stadsbeheer.
Paragraaf 2
Het zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen
Uitsluiting grof huisvuil
Artikel 4.2.2.1
Het bepaalde in deze paragraaf is niet van toepassing op
grof huisafval, behoudens voorzover bij artikel 4.2.3.4
bepaald.
Overdragen of aanbieden van huishoudelijke
afvalstoffen aan de inzameldienst
Artikel 4.2.2.1a
1. Huishoudelijke afvalstoffen worden eenmaal per twee
weken door de inzameldienst ingezameld, uitgezonderd
de binnenstad waar éénmaal per week wordt ingezameld.
2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen over te
dragen of ter inzameling aan te bieden aan een ander
dan de inzameldienst.
3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor
zover Burgemeester en Wethouders krachtens paragraaf 4
van deze verordening aan anderen dan de inzameldienst
vergunning hebben verleend.