Blad 12 Nadere regels bijzondere categorieën huishoudelijke afvalstoffen Artikel 4.2.2.14 1. Burgemeester en Wethouders kunnen regels stellen om trent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop het groente-, fruit- en tuinafval en/of de in artikel 4.2.2.13 bedoelde categorieën van huishoudelijke af valstoffen kunnen worden overgedragen, aangeboden of achtergelaten. 2. Het is verboden, het groente-, fruit- en tuinafval en/of de in artikel 4.2.2.13 bedoelde categorieën van huishoudelijke afvalstoffen over te dragen, aan te bieden of achter te laten in strijd met het krachtens het eerste lid bepaalde. Paragraaf 3 Het zich ontdoen van grof huisafval Verbod ontdoen grof huisafval Artikel 4.2.3.1 Het is verboden grof huisafval op een andere wijze of plaats aan de inzameldienst over te dragen of ter inzame ling aan te bieden dan bij of krachtens deze paragraaf is bepaald Aanbieden en overdragen grof huisafval Artikel 4.2.3.2 Burgemeester en Wethouders stellen vast op welke plaats, op welke tijden en op welke wijze grof huisafval ter inzame ling kan worden aangeboden en overgedragen aan de inzamel dienst Blad 13 Omvang en inhoud grof huisafval Artikel 4.2.3.3 1. Een stuk grof huisafval mag bij het overdragen of het aanbieden geen grotere afmeting hebben dan 1,5 m. Kleinere stukken grof huisafval dienen zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en -gebonden te worden overgedragen of aangeboden. 2 Stukken of bundels grof huisafval mogen geen grotere inhoud hebben dan 1 m3 Schakelbepaling Artikel 4.2.3.4 De artikelen 4.2.2.1a, 4.2.2.9, 4.2.2.10, 4.2.2.11, 4.2.2.12 en 4.2.2.13 zijn op het overdragen, het ter inza meling aanbieden en het achterlaten van grof huisafval van overeenkomstige toepassing. Paragraaf 4 Het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de inzameldienst Inzamelverbod behoudens vergunning Artikel 4.2.4.1 1. Het is aan een ander dan de inzameldienst verboden zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders van derden afkomstige huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen 2De houder van een vergunning als bedoeld in het eerste lid, dient deze tijdens het inzamelen steeds bij zich te dragen en op verzoek van degenen bij wie hij inza melt te tonen. 3 De vergunning wordt geweigerd indien vaststaat of met redenen valt te vrezen dat het verlenen van een ver gunning niet in het belang is van een doelmatige ver wijdering van huishoudelijke afvalstoffen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 345