Blad 18
29. Artikel 5.3.2 Aanleggen en ligplaats innemen
Het vijfde lid komt als volgt te luiden:
5. Het in het eerste tot en met derde lid bepaalde
geldt niet voorzover de Wet milieubeheer, het Bin-
nenvaartpolitiereglementhet Waterenreglement
Friesland of de Ligplaatsenverordening Friesland
van toepassing is.
30. De artikelen 5.5.1 en 5.5.1a worden toegevoegd.
Artikel 5.5.1 Verbod vuur te stoken
1Het is verboden in de openlucht vuur aan te leg
gen, te stoken of te hebben.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing ver
lenen van het in het eerste lid gestelde verbod.
3. De ontheffing bedoeld in het tweede lid kan worden
geweigerd:
a. in het belang van de openbare orde en veilig
heid;
b. ter bescherming van de woon- en leefomgeving;
c. ter bescherming van de flora en de fauna;
d. ter voorkoming van hinder of nadelige
beïnvloeding van het milieu door rook, roet,
stof, walm of stank.
4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet
voorzover:
a. op de Wet milieubeheer gebaseerde
voorschriften of artikel 429, aanhef en onder
1 of 3, Wetboek van strafrecht van toepassing
isof
b. het betreft verlichting door middel van kaar
sen, fakkels en dergelijke of het betreft vuur
voor koken, bakken en braden, indien dat geen
gevaar oplevert voor de omgeving.
Artikel 5.5.1a Verbod branden van materialen of voor
werpen
1. Het is verboden tussen 22.00 uur en 06.00 uur op
de weg of openbaar water te vervoeren of bij zich
te hebben enig materiaal of voorwerp waarmee in de
openlucht een vuur is aan te leggen, te stoken of
te hebben.
2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van
toepassing indien het in dat lid bedoelde materi
aal of voorwerp niet gebezigd of niet is bestemd
voor handelingen als verboden in artikel 5.5.1.
Blad 19
31. Artikel 6.2 Opsporingsambtenaren
Dit artikel komt als volgt te luiden:
1. De opsporing van de in artikel 6.1 strafbaar
gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van
het Wetboek van Strafvordering genoemde opspo
ringsambtenaren, opgedragen aan hen die door Bur
gemeester en Wethouders of de Burgemeester met de
zorg voor de naleving van deze verordening zijn
belast, ieder voorzover het de feiten betreft die
in de aanwijzing zijn vermeld.
2. In afwijking van het eerste lid zijn, naast de in
artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering ge
noemde opsporingsambtenaren, belast met de opspo
ring van overtreding van de artikelen 4.2.5.1 tot
en met 4.2.5.3: de ambtenaren die krachtens arti
kel 18.4 van de Wet milieubeheer belast zijn met
de opsporing van overtredingen van voorschriften
gegeven krachtens artikel 10.10 van die wet.
32. Artikel 6.3 Betreden danwel binnentreden woningen,
andere gebouwen en terreinen
Het vijfde lid komt als volgt te luiden:
5. Het in het eerste lid, aanhef en onder b en c be
paalde geldt voorts niet voorzover het betreden
danwel binnentreden nodig is in verband met het
toezicht op de naleving en opsporing van overtre
dingen van het bepaalde bij of krachtens:
a. de in de afdeling 'bepalingen ter bestrijding
van heling van goederen' opgenomen artikelen
met uitzondering van artikel 2.5.6;
b. het in de afdeling 'route gevaarlijke stoffen'
opgenomen artikel 2.6.1;
c. het in de afdeling 'orde en veiligheid op de
weg' opgenomen artikel 2.1.2.3.