Verlenging mogelijk op grond van de in de persoon en het gezin
gelegen omstandigheden.
De IOAW/IOAZ verrekenen op bruto-basis; netto komt de maximale
vrijlating vrijwel overeen het bedrag in de ABW.
Onderstaande cijfers bieden inzicht in de mate waarin in september 1994
in Leeuwarden gebruik is gemaakt van de vrijlatingsfaciliteit.
3
De buitengewone verwervingskosten
Nauw verbonden met de vrijlatingsfaciliteit is de aftrek van buitengewone
verwervingskosten. Buitengewone verwervingskosten zijn kosten die
verband houden met het verwerven van arbeidsinkomsten. Gedacht kan
worden aan bijvoorbeeld de kosten van kinderopvang of de kosten van
woon-werk-verkeer. Al deze kosten kunnen een negatief effect hebben op
het aanvaarden van arbeid, als deze bij de bepaling van de uitkering buiten
beschouwing zouden blijven.
Op rijksniveau zijn regels opgesteld die als leidraad dienen voor het
beoordelen van de buitengewone verwervingskosten. Er wordt op een
tweetal manieren rekening gehouden met de buitengewone verwervingskos
ten.
Een aftrek wegens buitengewone verwervingskosten kan alleen
worden toegepast op inkomsten uit deeltijdarbeid in dienstbetrekking
als nog aanspraak kan worden gemaakt op (aanvullende) algemene
bijstand.
Indien geen aanspraak meer kan worden gemaakt op de algemene
bijstand, kan onder bepaalde omstandigheden gedurende een beperkte
periode, vaak één jaar, bijzondere bijstand worden verleend voor de
buitengewone verwervingskosten.
Bij het vaststellen van het buitengewone karakter van de kosten wordt
rekening gehouden met de kostensoort, de hoogte van de kosten en de
individuele omstandigheden. Voor wat betreft de kostensoorten blijkt dat
het in de gemeentelijke bijstandspraktijk met name gaat om de vergoeding
van de kosten van woon-werk-verkeer en de kosten van kinderopvang.
Door de wijze van verrekening van de buitengewone verwervingskosten is
het niet mogelijk om aan te geven in welke mate in Leeuwarden gebruik is
gemaakt van deze faciliteit. Om desalniettemin inzicht te krijgen in deze
kostenpost wordt gebruik gemaakt van een, door de rijksoverheid, gehan
teerd ervaringscijfer.
Het rijk gaat er vanuit dat 10% van alle uitkeringsgerechtigden die op
jaarbasis gebruik maken van de vrijlatingsfaciliteit, buitengewone verwer
vingskosten hebben ten bedrage van f 1.200,— per persoon.
Dit gegeven toepassend op de plaatselijke situatie, betekent dat er op
jaarbasis een bedrag van gemiddeld f 200.000,— is gemoeid met de vergoe
ding van de buitengewone verwervingskosten.
Volledige vrij
lating
Gedeelte
lijke vrij
lating
Maximum vrij
lating
Maximum
vrijlatings
periode
Abw/
Rww
Gehuwden
25%
15% norm uitke
ring gehuwden,
f 266,27 p/m
2 jaar
Alleen
staande
ouders
5% normuitke-
ring,
f 88,76 p/m
25%
15% norm uitke
ring,
f 266,27 p/m
2 jaar
Alleen
staande 23
jaar ouder
25%
15% norm uitke
ring alleenstaande,
f 186,39 p/m
2 jaar
IOAW/
IOAZ
Gehuwden
30%
15% grondslag
gehuwden
2 jaar
Alleen
staande
30%
15% grondslag
gehuwden
2 jaar
Alleen
staande 23
jaar ouder
30%
15% grondslag
alleenstaande
2 jaar
Aantal cliënten
Aantal cliënten
met vrijlating
Totale vrijlating per
maand
ABW sec
1.717
141
26.482,--
RWW
4.127
535
73.487,--
IOAW
124
6
1.658,--
IOAZ
21
4
449,--
TOTAAL
5.989
686
102.076,--