3.
DE NIEUWE REGELGEVING
3.1. Algemeen kader
Op 1 oktober 1994 zijn de vrijlatingsbepalingen (artikel 11 en 11a Bin,
artikel 8 IOAW en IOAZ) vervallen. Tevens mag vanaf deze datum bij de
berekening van de te korten inkomsten geen rekening, meer worden gehou
den met de buitengewone verwervingskosten. Daarvoor in de plaats zijn
bepalingen opgenomen voor het toekennen van premies. Zo wordt de
gemeente in staat gesteld een eigen uitstroom-incentive beleid te voeren.
De nieuwe regelgeving is vastgelegd in de TWSSV (Staatsblad 682, 16
december 1993) en valt onder het algemene regime van de sociale vernieu
wing. Dit betekent dat de nieuwe regelgeving weinig verplichtende en
beperkende bepalingen bevat. De door het rijk beschikbaar gestelde
middelen kunnen vrij worden ingezet binnen de reikwijdte van de sociale
vernieuwing.
3.2. Premies in verband met werkaanvaarding
De gemeente kan aan uitkeringsgerechtigden premies verstrekken in
verband met het al dan niet in deeltijd aanvaarden van arbeid. Deze
premies kunnen worden verstrekt tot een maximum van f 3.200,— binnen
het tijdvak van één jaar, zonder dat het leidt tot een aftrek op de uitke
ring.
Een uitzondering vormen degenen die arbeid aanvaarden in het kader van
de banenpoolregeling. De regering is van mening dat het premieren van het
aanvaarden van additionele arbeid de doorstroming naar reguliere arbeid
zou kunnen belemmeren. Ook deelnemers in het kader van de Jeugd
Werk Garantiewet JWG) komen niet in aanmerking voor een premie.
Jongeren mogen namelijk naast hun JWG-loon geen andere inkomsten
ontvangen. Een en ander is vastgelegd in artikel 14 van de JWG.
3.3. Premies in verband met voltooien opleiding/scholing
Voor het voltooien van een opleiding danwel scholing is het mogelijk om
een eenmalige premie te verstrekken tot een maximum van f 2.150,—
netto zonder dat het leidt tot een aftrek op de uitkering.
Deze premie kan, in tegenstelling tot de "werkaanvaardingspremie", wel
worden verstrekt aan deelnemers van de Banenpoolregeling en de JWG.
Voorts kunnen de premies voor het aanvaarden van arbeid en het voltooien
van scholing en opleiding naast elkaar worden verstrekt. Een anti-cummu-
latiebeding is niet in de nieuwe regelgeving opgenomen.
5