Opbouw van de Deze perspectiefnota gaat uit van abstract geformuleerd toekomstbeeld en de daarbij
nota behorende hoofddoelen (hoofdstuk 1).
Het realiseren van het gewenste toekomstbeeld is een proces van vele jaren. Een
proces waarvoor, vanwege de bereikte resultaten en de dan aanwezige maatschappe
lijke context, jaarlijks (bij)sturing nodig is om op de gewenste koers te blijven. In
hoofdstuk 2 beschrijven wij de maatschappelijke context zoals wij die zien. Daarbij
hebben wij ons beperkt tot de ons inziens strategisch van belang zijnde elementen,
zowel van binnen naar buiten kijkend als andersom. Deze kansen en bedreigingen,
deze sterke en zwakke aspecten zijn richtingspijlen voor uitbouw en gebruik,
respectievelijk vermindering en versterking.
Realisering van het gewenste toekomstbeeld is een stevige opgave. In hoofdstuk 3.
schetsen wij het kader waarbinnen hieraan invulling gegeven kan worden en de
consequenties daarvan voor de te voeren strategie. Een specifieke, zeer bepalende
pijler is de relevante informatie op financieel gebied.
Dit kader, in combinatie met de doelen die wij ons willen stellen leiden tot een
noodzakelijk afwegingsproces. Noodzakelijk omdat de middelen (personeel en geld)
beperkt zijn.
Om dat afwegingsproces mogelijk te maken hebben wij, werkend vanuit het voor
gaande in deel II van de Perspectiefnota 1996 - 1999 een verzameling van mogelijke
maatregelen opgenomen. U wordt uitgenodigd maatregelen toe te voegen, te
schrappen of te wijzigen.
Deze maatregelen zijn in hoofdstuk 4 beschreven.
Veel daarvan is nog niet in meetbare eenheden beschreven. Simpelweg omdat die
gegevens er nog niet zijn. Maar nodig zijn zij om de raad en het college in staat te
stellen zo objectief mogelijk na te gaan of de gekozen maatregelen het effect hebben
dat er van verwacht wordt. Het komende jaar en naar verwachting ook 1997 zal
intensief gebruikt worden om die noodzakelijke kentallen te ontwikkelen.
In deel II geven wij ook aan welke maatregelen elkaar versterken. Hiermee reiken
wij u een hulpmiddelen aan voor het maken van beleidskeuzen die in deze fase van
de beleidsontwikkeling zo dicht mogelijk binnen onze financiële mogelijkheden blij
ven.
Wij gaan er van uit dat een deel van de beleidskeuzen door de gehele raad of een
ruime meerderheid van de raad gedeeld zullen worden. Voor een ander deel zal de
raad bij motie haar voorkeur uitspreken. Beide delen zullen voor ons college als
uitgangspunten gelden bij het opstellen van de begroting en meerjarenraming.
De ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie komt in hoofdstuk 5 aan de orde.
Het financieel perspectief schetsen wij u in hoofdstuk 6.
1 LEEUWARDEN NU EN IN DE TOEKOMST
Collegeprogramma In het Collegeprogramma 1994-1998 is Leeuwarden geschetst als een gemeente met
twee gezichten.
Aan de ene kant kent de gemeente wijken met mooie woningen, een levendige
binnenstad met een gevarieerd uitgaansleven. Een gemeente die op diverse terreinen
als werkgelegenheid, bestuur, cultuur, onderwijs, zorgvoorzieningen een centrum
functie in Friesland vervult. Een gemeente die een trekkersrol heeft voor de regio
waarin zowel het bedrijfsleven als de overheid investeringen plegen. Om haar functie
als trekker op zowel sociaal en economisch gebied waar te kunnen maken is Leeu
warden aangewezen als stedelijk knooppunt. Een levendig centrum met een monu
mentale binnenstad dat haar eigen identiteit en kwaliteit heeft kunnen behouden en
versterken.
Het andere gezicht van Leeuwarden is een gemeente waarin de werkloosheid
toeneemt, veel mensen met een uitkering moeten rondkomen en wijken voorkomen
met achterstandsproblemen.
Kortom, een beeld van een gemeente gekenmerkt door dynamische ontwikkelingen
en activiteiten en tegelijkertijd een bron van problemen. Een dergelijk verstoord
evenwicht heeft gevolgen voor de leefbaarheid in onze gemeente.
Missie Wij hebben de ambitie het evenwicht van Leeuwarden te herstellen. De gemeente
lijke overheid schept daarvoor de randvoorwaarden. De samenleving geeft er
invulling aan.
We zijn betrokken, toegankelijk en ondernemend.
Hoofddoel Daarbij staat ons een beeld voor ogen van een dynamische en duurzame gemeente.
Een aantrekkelijke centrumgemeente voor wonen, werken en recreëren, niet alleen
qua uitstraling maar juist ook in werkelijkheid.
Een gemeente met een sterke economische- en sociale structuur met voldoende
draagvlak voor de instandhouding en vernieuwing van haar centrumvoorzieningen.
Een gemeente die zich in de toekomst als volgt typeert:
Leeuwarden is een werkstad met naast grootschalige, veel kleinschalige, flexibele
en schone werkgelegenheid met name op het gebied van de zakelijke dienst
verlening die voortgebouwd is op de basis van de agrarische sector. Voorzien
van een hoogwaardige, fysieke en technologische infrastructuur als bron voor
steeds nieuwe initiatieven.
Leeuwarden is ook een multiculturele samenleving die door haar inwoners als
veilig, gezond, rechtvaardig en duurzaam wordt ervaren.
De toekomstige
gemeente
1