Perspeciiefnota 1996 - 1999
b)lnhalen van achterstanden
Met betrekking tot de saneringssituaties is nog steeds
sprake van een grote achterstand. Uit de evaluatienota uit 1994 is duidelijk geworden
dat op het terrein van de (water)bodemsanering de gemeente voor een omvangrijk
financieel probleem staat. Op basis van de huidige inzichten worden de saneringskos-
ten geraamd op 600 miljoen gulden waarvan enkele honderden voor rekening van de
gemeente komen. Dit bedrag is gebaseerd op het terugsaneren tot schone grond.
Indien via "actief bodembeheer" wordt gekozen voor nuancering van dit uitgangs
punt, namelijk het op grote schaal isoleren en beheersen van de vervuilde lokaties
dan zal dit bedrag aanzienlijk lager worden.
Sanering van de bodem in de woonomgeving binnen een periode van 20 jaar, waar
bij de vaststelling van de Milieunota vanuit is gegaan, achten wij onder de huidige
omstandigheden financieel niet mogelijk.
Ook de sanering van de waterbodem leidt tot aanzienlijke kosten voor de gemeente.
Voorlopige ramingen van de kosten voor de verwijdering van milieu-urgente bagger
lopen uiteen van 11 tot 50 miljoen gulden.
Om urgente problemen en stagnatie in de stedelijke ontwikkeling te voorkomen dient
echter onderzocht te worden waar welke prioriteiten, ook financiële, gelegd moeten
worden.
Met het gemeentelijk rioleringsplan wordt een instrument verkregen om de doelstel
lingen uit de Milieunota te verwezenlijken. Echter ook hiervoor zullen aanzienlijke
investeringen noodzakelijk zijn. De kosten worden in principe gedekt uit de rioolre
tributie.
Maatregelen - Actief bodembeheer
- uitvoeren meerjarenprogramma baggeren
- uitvoeren rioleringsplan
4.3 Leefbaarheid
Leefbaarheid is een zeer ruim begrip met fysieke, sociale, sociaal psychologische en
culturele aspecten. De rol van de overheid is voor de subjectieve ervaring van de
leefbaarheid van een stad voor een individu beperkt. Wél zorgt de plaatselijke
overheid, vaak samen met anderen, voor een aantal belangrijke voorwaarden voor
een leefbare stad: woningen, openbare ruimten, groen, recreatie-, onderwijs- en
zorgvoorzieningen enzovoort, maar ook activiteiten daarbinnen.
We willen de kwaliteit van dat totaal aan voorwaarden voor een goed leefmilieu in
stand houden en waar nodig en mogelijk verbeteren. Een belangrijk meetinstrument
daarbij is het wijksignaleringssysteem.
Bij de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving zijn we op een kruispunt
gekomen. Met betrekking tot de ontwikkeling van de stad is het kruispunt beschreven
in de structuurschets Leeuwarden, Open Stad, namelijk de overgang van de compac
te afgeronde stad versus de naar buiten gerichte, uitbreidende stad. Met betrekking
tot het beheer is het de overgang van conserverend statisch beheer naar ontwikkelend
revitaliserend beheer. De laatste jaren heeft het accent bij het beheer gelegen op het
in stand houden/conserveren van bestaande voorzieningen, mede ingegeven door de
schaarste aan middelen. Bestaand beleid is voortgezet met hier en daar een aanpas-
18
Perspectiefnota 1996 - 1999
sing. Aanpassingen in de zin van de aanleg van verkeersremmende maatregelen,
wijzigingen speelvoorzieningen of parkeerplaatsen, herinrichting van een plein of
weg. Aanpassingen ook in de zin van herinrichtingen die meer extensief in onder
houd zijn: minder rozenperken en meer gazons met bomen. Bovendien zijn er om
het effect van de schaarser wordende middelen op te vangen inmiddels diverse
(sectorale) beheersplannen opgesteld om de inzet van deze middelen efficiënter te
regelen. Deze aanpak van meer stelselmatig beheer willen wij voortzetten.
Maar er moet meer gebeuren, willen wij samen met de burgers ervoor zorgen dat er
een goed dan wel beter leefklimaat in Leeuwarden ontstaat. Conform de aangegeven
richting in de structuurschets "Leeuwarden, Open Stad" willen wij ons meer richten
op de ontwikkeling en het beheer van de stedelijke omgeving als geheel. De sectoraal
ontwikkelde beleidsplannen zoals het groenbeleidsplan en het uitvoeringsprogramma
weg- en waterbouw passen hierin goed. Dit houdt concreet in dat er een (sociaal)vei-
lige en aantrekkelijke woonomgeving bestaat en ontstaat met voldoende geschikte
woningen en voorzieningen. Hierna geven wij per thema aan waar we ons op willen
richten.
Maatregelen
ajOpenbare orde en veiligheid
Veiligheid en openbare orde beschouwen wij als één van de pijlers van een leefbare
samenleving. Burgers hebben recht op een leefomgeving waarin zij veilig over straat
kunnen en niet bang hoeven te zijn voor geweld. In het collegeprogramma is gesteld
dat daarom extra aandacht zal worden besteed aan de veiligheid. Een geïntegreerde
aanpak met alle betrokkenen staat hierbij voorop. Voor een dergelijke geïntegreerde
aanpak willen wij op zeer korte termijn een lokaal integraal veiligheidsplan op
stellen. Dit plan dient tevens als basis voor de Leeuwarder invloed op het regionaal
politiebeleidsplan.
Daarenboven willen we met behulp van werkgelegenheidsprojecten het gevoel van
veiligheid doen toenemen. Door meer toezicht te houden kunnen meer mensen
gebruik maken van de openbare ruimte. Wanneer dat gebeurt versterken deze maat
regelen zichzelf: meer mensen op straat of in parken levert meer sociale controle op.
verlengen van de brandlijd van de lantaarns
- voorlichting preventieve maatregelen
- verbeteren toezicht openbare ruimte (w.o. 8 parkwachters
- professionalisering politie-optreden m.b.t. slachtofferhulp
- optimalisering rampenbestrijding
- aanleg van een dwanghoven
- project geïntegreerde aanpak woninginbraak
index
b)Racisme-bestrijding.
De komst van vele mensen van diverse nationaliteiten brengt ook in de Leeuwarder
samenleving soms spanning met zich mee. Wij willen het multiculturele karakter van
onze samenleving echter stimuleren en elke vorm van racisme bestrijden.
Het initiatief van de fractie van PAL/GL inzake de uitreiking van een tweejaarlijkse
prijs en de mogelijkheid tot het subsidiëren van activiteiten ondersteunen wij dan
ook.
19