Rekening houdend met voorgaande wordt voorgesteld om bij de invulling van de plaatselijke overgangsregeling de volgende uitgangspunten te hanteren. De persoon genoot op 30 september 1994 inkomsten uit arbeid (of daarmee vergelijkbare inkomsten) die gedeeltelijk zijn vrijgelaten conform de van toepassing zijnde bepalingen in de Bin, IOAW en IOAZ. De premie wordt verstrekt: zolang er inkomsten uit arbeid worden verkregen; en indien de vrijlatingstermijn van twee jaar danwel de verleng de termijn nog niet is verstreken. De verstrekte (netto) premie is gelijk aan het bedrag van de vrijla ting. 6. 6.1. VERGOEDING VAN DE BUITENGEWONE VERWERVINGSKOSTEN Inleiding Sociaal-financiële factoren kunnen de overgang van uitkering naar baan bemoeilijken. Gebleken is dat de buitengewone verwervingskosten een ontmoedigend effect hebben op de arbeidsmarktparticipatie. In de praktijk gaat het veelal om kosten van kinderopvang en hoge reiskos ten. Het treffen van een regeling ter vergoeding van de buitengewone verwer vingskosten moet worden gekwalificeerd als een voorwaardescheppende voorziening bij het bevorderen van de arbeidsmarktparticipatie van belang. Het is aan de gemeente om zelf bepalen of er al dan niet een vergoeding wordt gegeven voor de buitengewone verwervingskosten, en zo ja, op welke wijze de vergoeding zal plaatsvinden. 6.2. Voorstel vereoedingssvstematiek buitengewone verwervingskosten In beginsel staat de gemeente een tweetal wegen open om tegemoet te komen aan de buitengewone verwervingskosten. Het verlenen van bijzondere bijstand. Het verstrekken van premies. Voor het maken van een keuze op welke wijze de vergoeding van deze kosten zal plaatsvinden is een afweging tussen de voor- en nadelen van beide opties noodzakelijk. Er wordt voorgesteld om het vergoeden van de buitengewone verwervings kosten te laten geschieden via de bijzondere bijstand. Van belang is daarbij dat de vergoedingen belastingvrij kunnen worden verstrekt. Zowel vanuit het oogpunt van administratie als van effectiviteit is dit aspect van belang. Het beschikbare budget kan namelijk volledig worden ingezet ter dekking van de kosten zonder dat er middelen weglekken naar de fiscus. Daarnaast speelt de vertrouwdheid van de uitvoeringsorganisatie met de systematiek van de bijzondere bijstand ook een rol. Voorts biedt de systematiek van de bijzondere bijstand de mogelijkheid om gebruik te maken van het wettelijk instrumentarium van de ABW zoals informatie plicht, strafbaarstelling, gegevensuitwisseling met derden. De bedoeling is dat de gemeente een beleid voert waarbij kosten die een belemmerend effect hebben op het aanvaarden van arbeid worden gecom penseerd, echter wel onder bepaalde voorwaarden. Het kan namelijk niet zo zijn dat de gemeente de belanghebbende blijvend vrijwaart van deze kosten. Een voortdurende afhankelijkheid van een uitkeringsinstantie staat haaks op de bedoelingen van het uitstroom-incentive beleid. 16 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 42