50
4.3.d Strategisch doel: LfctH BAARHEID
(landelijk gebied)
Beoogde effecten in meetbare termen
streefnormen
1995
1996
1997
1998
1999
1 een concreet vastgesteld beleidsdocument, dat het kader
vormt voor ontwikkelingen in het landelijke gebied in sa
men hang met de omliggende landelijke gebieden en de
ontwikkeling van de stad
Maatregelen
Bijdrage
aan be
Budgetbeslag per jaar
x f 1.000,-
oogde
effect in
1995
1996
1997
1998
1998
1 opstelling integrale beleidsvisie landelijk ge
bied en dorpen
100
200
200
Onderbouwing
Nu de structuurschets voor de ontwikkeling van de stad nagenoeg vorm heeft gekregen, dient voor hel
overige landelijke gebied binnen de gemeentegrens eveneens een structuurvisie te worden ontwikkeld,
welke aansluit op enerzijds de open stad en anderzijds op de omringende landelijke gebieden in het
stadsgewest en daarbuiten.
Deze sbeleidsvisie zal moeten worden ontwikkeld in samenwerking met het stadsgewest; waarbij verder
van belang zijn o.a.: Blauwe zone, Westergo-zone, bestemmingsplan buitengebied enz.
De aangegeven kosten zijn voor de totale planontwikkeling. Nog geen rekening is gehouden met moge
lijke bijdragen uit het Stadsgewest.
perspectief 1996-1999
4.3.e Strategisch doel: LEEFBAARHEID
(Woningvoorraad)
Beoogde effecten in meetbare termen
streefnormen
1995
1996
1997
1998
1999
1 Verminderen onderhoudsbehoefte partikuliere woning
voorraad.
Meetbare term: onderhoudsbehoefte (meten via Kwalitatieve
Honing Registratie, KWR) Stel '95 - 100Z
100
95
90
80
70
2 Vergroten aantal bestaande panden dat tot woningen kan
worden verbouwd.
Meetbare term: aantal woningen uit verbouw
-
15
15
15
15
Maatregelen
Bijdrage
aan be
Budgetbeslag per jaar
x f 1.000,-
oogde
effect in
1995
1996
1997
1998
1999
1 en 2
a Aktualiseren KWR
25
200
-
-
-
b Op basis daarvan nota met aanpakscena-
rio's opstellen
25
PM
PM
PM
PM
c Instellen subsidiemogelijkheid voor verbouw
panden tot woningen
50
200
200
200
200
Onderbouwing
Het belang van het woningvoorraadbeleid is groot: zeker 90 van de woningen van 2010 bestaan nu
al. Hier zijn alleen twee huidige knelpunten aangegeven in het beleid voor de bestaande voorraad. Het
eerste is noigal algemeen van aard en betreft het tempo waarin de bouwtechnische kwaliteit ven het
partikuliere deel van de voorraad op een aanvaardbaar peil gebracht kan worden.
In '89 raamde het Bouwcentrum in de KWR die onderhoudsbehoefte voor de gehele voorraad binnen de
rondweg op f 500.000.000.- Wegwerken van die achterstand vraagt allereerst een aktuele inventarisatie
van de aard en de omvang. Vervolgens wordt een nota opgesteld over de mogelijke scenario's vor de
aanpak met de daarvoor benodigde midelen. Om de gedachten te bepalen: voor het (laten) opknappen
tussen nu en 2005 van de slechtste 2000 partikuliere woningen is in de nota "Nog tien jaar laatste
loodjes" f 35 miljoen geraamd.
Het tweede knelpunt is beperkter van aard: sinds het (vrijwel) wegvallen van de rijssubsidiÉRING
BLIJKT HET IN TOENEMENDE MATE ONMOGELIJK OM PANDEN TE (LATEN) VERBOUWEN TOT
WONINGEN. Het gaat daarbij vooral om te hoge "grond"kosten (aankoop, gedeeltelijke sloop, eventuele
sanering enz. Daarom het voorstel om een bescheiden subsidie mogelijk te maken van 10 15.000 per
te realiseren woning.
perspectief 1996-1999