Het is daarom van groot belang dat de alleenstaande ouder zo vroeg mogelijk contacten met de arbeidsmarkt legt en behoudt, ondanks de in de gezinssituatie gelegen belemmeringen. Moeilijk in te halen achterstanden worden daarmee voorkomen. Naast het voor zoveel mogelijk wegnemen van belemmeringen voor een grotere economische zelfstandigheid, zoals het vergoeden van de buitenge wone verwervingskosten, waaronder de kosten van kinderopvang, is het ook van groot belang dat het eigen initiatief van de alleenstaande ouder om betaalde arbeid te aanvaarden wordt aangemoedigd en gedurende zekere tijd financieel wordt ondersteund door het verlenen van premies. Gelet op de voorgaande argumentatie wordt voorgesteld om "werkaanvaar- dingspremies" te verstrekken aan uitkeringsgerechtigden behorende tot de doelgroep van de één-ouder-gezinnen. Omdat de combinatie van zorgver antwoordelijkheid voor jonge kinderen en arbeidsdeelname veelal een objectieve belemmering is, wordt het verantwoord geacht een categoriale benadering toe te passen. De wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan deze beleidslijn wordt vastgelegd in beleidsregels, waarbij de volgende uitgangspunten worden gehanteerd. De vorm en hoogte van de premie zijn afgeleid van de tot 1 oktober 1994 geldende vrijlatingsfaciliteit. Van de (netto) arbeidsinkomsten uit (deeltijd) arbeid wordt allereerst een bedrag van 5% van de norm voor een echtpaar het netto minimumloon daarvan 5% f 88,76 per maand) en vervolgens van het resterende arbeidsinkomen 25%, een en ander niet hoger dan 1/12 deel van het maximum dat aan premies in een tijdvak van 1 jaar kan worden toegekend zonder aftrek op de te verlenen bijstand (thans f 3.200,--: 12 f 266,66). De duur van de periodieke premie is beperkt tot maximaal 12 maan den met de mogelijkheid van verlenging of van herhaalde toepassing van de regeling in zeer bijzondere omstandigheden. Als zodanige omstandigheid kan bijvoorbeeld worden beschouwd de situatie waarin een alleenstaande ouder als gevolg van ziekte van de kinderen of andere ernstige problemen de combinatie van betaald werk en zorg niet kan volhouden en het werk heeft moeten neerleggen en na langere tijd weer betaalde arbeid aanvaardt. Herhaalde toepassing is dan aangewezen. Het enkele feit dat de arbeidsvoorwaarde nog niet is opgelegd aan de ouder is evenwel onvoldoende reden voor verlenging of herhaalde toepassing van de regeling. Na het bereiken van de maximumduur waarvoor periodieke premie wordt toegekend wordt een slotpremie in het vooruitzicht gesteld als de alleenstaande ouder de arbeidsdeelname volhoudt. De voorgaande beperking van de duur van de premieverstrekking van 12 maanden geldt niet voor de alleenstaande ouder waarvan het jongste kind de leeftijd van 5 jaar nog niet heeft bereikt. Eén en ander is in navolging van het wetsvoorstel van de herziene ABW. Daarin wordt voorgesteld om de, in de praktijk gehanteerde, leeftijdsgrens van 12 jaar te vervangen door 5 jaar. Dit betekent dat in het algemeen al in een eerder stadium de arbeidsverplichting kan worden opgelegd. Eén en ander is echter alleen mogelijk indien is bezien in hoeverre de zorg voor kinderen verenigbaar is met deze arbeidsverplichting. Naar het zich laat aanzien zal in de herziene ABW voor de uitkeringsgerechtigden met kinderen jonger dan 5 jaar behoedzaam worden omgegaan met het opleggen van de arbeidsver plichting. Uit oogpunt van eenvoudige toepassing is de eenmalige premie gerelateerd aan de reeds uitgekeerde premies. De slot premie be draagt de helft daarvan. Individueel maatwerk Het toepassen van de individuele maatwerkbenadering vereist enerzijds inzicht in de wensen en mogelijkheden van de uitkeringsgerechtigden en anderzijds de arbeidsmarkt. In de Leeuwarder praktijk zijn een tweetal instanties waar kennis en inzicht bestaat omtrent de arbeidsmarktsituatie van de uitkeringsgerech tigden. Het gaat hierbij om de Sociale Dienst en Trajectbemiddeling Leeuwarden. In het voorgaande is de premiëring gekoppeld aan een bepaalde vorm van arbeidsmarktgericht gedrag, te weten werkaanvaarding. Premiëring is echter ook te koppelen aan diverse andere vormen van arbeidsmarktge richt gedrag. Er zijn diverse andere vormen van premiëring mogelijk. Eén eerste categorie stimuleert de uitkeringsgerechtigde een baan te aanvaarden. Te denken valt aan premies voor aanvaarden van sei zoen-arbeid of onaantrekkelijke banen. Ook is er een categorie die de uitkeringsgerechtigde stimuleert een baan te aanvaarden waartoe men in eerste instantie niet geneigd was vanwege financiële belemmeringen. Tevens zijn er premies denkbaar welke een eventuele "poverty-trap" opheffen of de buitengewone verwervingskosten compenseren. Tot slot kunnen er ook premies worden toegepast om uitkeringsge rechtigden te motiveren om deel te nemen aan kansvergrotende activiteiten. Zoals bijvoorbeeld scholing- en werkverruimingsactivi teiten. 20 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 44