Blad 2
bij de uitvoering van de wet krijgt, vloeit voor de
gemeente de verplichting voort actief op te treden bij de
bestrijding van langdurige werkloosheid.
In het kader van het Grote Stedenbeleid heeft de gemeente
hiervoor nieuwe instrumenten gekregen: de zogenoemde
Melkert I-banen en de Experimenten met inzet van
uitkeringsgelden
De verantwoordelijkheid van het RBA voor het bemiddelen van
langdurig werklozen naar betaald werk werd onlangs door de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nog eens
bevestigd in zijn reactie op het onderzoeksrapport van de
commissie Van Dijk over het functioneren van de RBA's.
Het voorstel om over te gaan tot een intensivering van de
samenwerking tussen gemeente en RBA in de vorm van een
nieuw project ITB, past eveneens in het kader van het
activerend arbeidsmarktbeleid van de gemeente.
3 EVALUATIE
Het evaluatie-onderzoek TBL is in februari van dit jaar
afgerond.
Hieronder volgt een samenvatting van het onderzoek. Voor
exacte gegevens omtrent aantallen mensen in traject,
trajecten, uitstromers naar werk, etc., wordt verwezen naar
het evaluatierapport zelf, dat voor u ter inzage is gelegd.
In het onderzoek is getracht een antwoord te geven op de
vraag in hoeverre en op welke manier de taken die in het
oorspronkelijke projectvoorstel werden genoemd, zijn
uitgevoerd, tot welke resultaten dat heeft geleid en in
welke mate deze resultaten te verklaren zijn vanuit de
(toegevoegde waarde van de) organisatiestructuur van TBL.
In het oorspronkelijke projectvoorstel TBL werden de
volgende taken genoemd
- individueel maatwerk bieden aan de werkloze;
- de instellingen en organisaties op het terrein van
scholing en werkgelegenheid stimuleren tot
netwerkontwikkeling; daarbij vervult TBL de rol van
spilorganisatie in het totale netwerk;
- een bijdrage leveren aan de gecoördineerde inzet van
instrumenten en middelen door de gemeente en het RBA;
- een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van een aanpak
gericht op de vraagzijde.
In het rapport worden achtereenvolgens de methode van het
evaluatie-onderzoek, de resultaten en de financiën
Blad 3
behandeld. Het rapport sluit af met een samenvatting en een
overzicht van de aandachts- en discussiepunten die bij de
verdere discussie over de toekomst van trajectbemiddeling
van belang zijn.
De belangrijkste conclusie van het onderzoek luidt dat het
project TBL een positieve bijdrage heeft geleverd aan de
samenwerking tussen RBA en gemeente. Trajectbemiddeling als
methode en met name de individuele aanpak zijn nuttig
gebleken. TBL kon voor individuele gevallen oplossingen
zoeken daar waar reguliere voorzieningen geen mogelijkheden
boden
Veel werklozen hebben gedurende hun traject ook behoefte
aan sociale begeleiding. TBL kon deze begeleiding vanuit
haar doelstelling van de individuele aanpak goed geven.
Per jaar zijn er gemiddeld 800 mensen op een scholings- of
werkervaringstrajeet gezet. Hoewel bij de instroom niet
specifiek rekening werd gehouden met doelgroepenbeleid, is
het aandeel vrouwen ongeveer evenredig aan hun aandeel in
het werkzoekendenbestand en ligt het aandeel allochtonen
daar ver boven.
TBL-consulenten hebben deelgenomen aan het overleg van de
bemiddelingsteams van het Arbeidsbureau en droegen TBL-
cliënten, die hun traject hadden voltooid, over aan het
Arbeidsbureau, waarna ze werden opgenomen in een speciaal
adoptiebestand van waaruit de bemiddeling naar werk kon
plaatsvinden. Ook omtrent de instroom van klanten van de
sector Sociale Zaken naar TBL hebben TBL en Sociale Zaken
in de loop van het project goede afspraken gemaakt,
waardoor TBL zijn inzet gerichter kon inzetten op
gemotiveerde cliënten.
TBL heeft veel aandacht geschonken aan het verder uitbouwen
van netwerkcontacten met scholings-, werkervarings- en
andere betrokken instellingen. Daardoor zijn de
netwerkrelaties sterk verbeterd en heeft TBL de haar
toegedachte spilfunctie in het geheel goed waar kunnen
maken
Ondanks deze positieve resultaten signaleert het onderzoek
ook een aantal knelpunten in de praktijk.
Het belangrijkste probleem is het feit dat er weliswaar
veel meer mensen dan voorheen op een traject zijn
geplaatst, maar dat dit onvoldoende heeft geleid tot
daadwerkelijke uitstroom naar reguliere arbeid. Uit de
cijfers blijkt dat ongeveer één op de drie werklozen in een
traject uitstroomt naar regulier werk. De oorzaken die
hiervoor in het onderzoek genoemd worden zijn uiteenlopend
van aard: