BIJLAGE II
FINANCIËLE RISICO-ANALYSE
In het raadsvoorstel is de begroting opgenomen behorende bij het
projectvoorstel Intensivering Trajectontwikkeling en Bemiddeling
De begroting laat zien dat er met het projectvoorstel ITB een
aanzienlijk bedrag is gemoeid. Vandaar dat er op deze plaats een
analyse wordt gepresenteerd van de eventuele financiële risico's
die eraan verbonden zijn. De ingeschatte risico's hangen vooral
samen met de (gedeeltelijke) ESF-financiering. Op een aantal
aspecten zal in het onderstaande worden ingegaan.
CO-FINANCIERING
Zoals bekend is het ESF-subsidie gekoppeld aan het totaal van de
begrote (additionele) uitgaven en bedraagt maximaal 45% daarvan.
Het resterende gedeelte moet door Nederlandse overheidsinstanties
worden gefinancierd, waarbij deze overheidsinstanties
aansprakelijkheid aanvaarden voor een doelmatig beheer en een
correcte aanwending van de middelen overeenkomstig de
voorschriften van de ESF-commissie
In de ESF-subsidiesystematiek moet de gemeente het resterende deel
van 55% financieren. Het is geen probleem om voor het onderhavige
project aan de norm te voldoen van 55% medefinanciering, aangezien
de rijks-/gemeentelijke uitkeringsgelden mogen worden beschouwd
als dekkingsmiddel. Daar komt bij dat in de projectbegroting -
voorzichtigheidshalve - is uitgegaan van een uitstroom van 250
deelnemers naar een baan, terwijl er in de projectbeschrijving
gemikt wordt op een uitstroom van 4 00 deelnemers per jaar. Om voor
het totaal beschikbare ESF-subsidiebedrag (f 2,25 miljoen) in
aanmerking te komen, zal er voor f 2,75 miljoen aan
overheidsbijdrage moeten worden gemotiveerd. Uitgaande van de 250
deelnemers betekent dit een gemiddeld bedrag aan uitkeringsgelden
van f 11.000,-- per deelnemer. Aangezien een gemiddelde
bijstandsuitkering bijna het dubbele daarvan bedraagt, wordt hier
geen risico gelopen.
De gedachte zou kunnen opkomen dat er een risico gelopen wordt
doordat de uitkeringsgelden, die hier als dekkingsmiddel worden
gebruikt, ook in andere ESF-subsidie-aanvragen voor andere
scholings- of werkervaringsprojecten worden opgevoerd ter
motivering van het overheidsaandeel in de kosten. Dat zou
betekenen dat er een risico is van dubbeltellingen, waardoor in
totaal het bedrag dat als dekkingsmiddel wordt gebruikt de
werkelijke uitkeringsbedragen zou overschrijden.
Dat is echter niet zo, omdat met de gelden voor scholings- en
werkervaringsplaatsen, die in het kader van het project ITB zullen
worden ingezet, extra activiteiten worden ingekocht voor mensen
die boven de reguliere taakstelling worden bemiddeld. Deze extra
1