Blad 4
individuele bewoners is uit praktische overwegingen een
vast bedrag hier wel op zijn plaats, t.w. f 10.000,- per
woning. Gezien de hoogte van dit bedrag is een verdere
differentiatie naar inkomen niet effectief.
Omdat in de oude regeling het subsidiebedrag progressief
toenam naarmate het inkomen lager was betekent dit met name
voor de inkomens tot f 51.000,- een verslechtering. Nu de
bijdrage als bijdrage-ineens wordt uitgekeerd, is deze
echter, anders dan bij de jaarlijkse bijdragen die in
voorgaande jaren werden toegekend, fiscaal niet belast. De
lagere bijdrage wordt hiermee enigszins gecompenseerd.
Een aanpassing van de bedragen naar het niveau 1994 met
bedragen tot f 35.000,- per woning is budgettair niet haal
baar. De ruimte die zou overblijven voor sociale huurwonin
gen is dan marginaal en derhalve niet effectief in te
zetten.
Om de subsidies toch zoveel als mogelijk ten goede te laten
komen aan de beoogde doelgroep, de lagere inkomens, wordt
voorgesteld om een maximale inkomensgrens te hanteren die
gelijk is aan de grens waarbij in 1994 in de meeste geval
len nog een inkomensafhankelijke subsidie kon worden toege
kend, t.w. f 58.500,-.
6. De verdeling van het budget.
Op basis van de planindiening in de afgelopen jaren stellen
wij voor de categorie ingrijpende verbetering (minimaal
investeringsniveau f 50.000,-) voor 25 woningen subsidie te
reserveren. Voor de sociale sector resteert dan een bedrag
van f 796.000,-.
De verdeling ziet er dan als volgt uit
ingrijpende voorzieningen
25 won. x f 15.000,- f 375.000,-
nieuw te bouwen woningen
ca. 80 won. x f 10.000,- f 796.000,-
Mede gelet op de aanbevelingen in het Woningmarktplan wordt
voorgesteld om:
1. tenminste 50% van het deelbudget voor de nieuwbouw in
te zetten voor het subsidiëren van koopwoningen, met
daarbij een voorrangspositie voor het oostelijk stads
deel (zie bijgaand kaartje)
2. bij subsidiëring van huurwoningen prioriteit te geven
aan plannen in de stadsvernieuwingsgebieden binnen de
rondweg
3. prioriteit toe te kennen aan plannen die voorzien in de
huisvesting van gehandicapten;
4. plannen te toetsen op het aspect duurzaam bouwen.
Blad 5
Mocht er niet voldoende planaanbod in de koopsector zijn,
dan kan het vrijvallend deelbudget worden gebruikt voor
bouwplannen voor sociale huurwoningen. Andersom geldt dit
natuurlijk ook, hoewel wij deze laatste situatie onwaar
schijnlijk achten.
Overigens zal wel rekening gehouden moeten worden met
plannen die reeds een zekere prioriteit hebben gekregen in
het verdeelbesluit BAS van 1994 (reserveplannen) en waarvan
de planvoorbereiding al is gestart
Uit de voorgestelde budgetverdeling blijkt dat minimaal 78
woningen in de nieuwbouw/verbouwsector kunnen worden gesub-
sidiëerd. Dit houdt in, dat niet alle plannen die daarvoor
in aanmerking komen ten laste van het BAS-budget kunnen
komen. Daarom zal een keuze moeten worden gemaakt uit de
plannen waarvoor naar verwachting in 1995 subsidie zal
worden aangevraagd
Een voorstel hierover, het zogenoemde verdeelbesluit 1995,
zullen wij zo spoedig mogelijk aan u voorleggen. Daarvoor
zal eerst overleg moeten plaats vinden met de corporaties
over de plannen die daarvoor in aanmerking komen en de
hoogte van de subsidie
Vooruitlopend hierop kan dan reeds een begin worden gemaakt
met de toekenning van subsidie voor de verbetering van
particuliere huurwoningen, indien u middels dit voorstel
besluit tot reservering van een deelbudget voor deze cate
gorie. Wij stellen u voor om, evenals in voorgaande jaren,
de bevoegdheid tot het toekennen van subsidies te delegeren
aan ons college.
7Sparen
In het BAS 1995 is de mogelijkheid om te sparen verruimd
van 50% tot 100%.
In de jaren 1992 t/m 1994 is deels van de spaarmogelijkheid
gebruik gemaakt om een buffer te vormen voor de rente
risico's die zijn verbonden aan de subsidietoekenning uit
het budget jaarlijkse bijdragen. In de betreffende jaren
hebben wij u uitvoerig over deze risico's geïnformeerd.
Nu met ingang van 1995 uitsluitend bijdragen ineens worden
ontvangen en verstrekt behoren (afgezien van kasritmever-
schillen) de renterisico's tot het verleden. De risico's
m.b.t. de voorgaande jaren blijven daarentegen onverminderd
van kracht
Daarom achten wij het nodig, dat het spaarsaldo per
31-12-1994 van ca. f 600.000,- geheel als reservering
blijft gehandhaafd en niet wordt ingezet voor subsidietoe
kenning in 1995.