Toelichting
Algemeen
Het BWS-budget voor de gemeente Leeuwarden wordt voorzover het nieuwbouw
betreft uitsluitend gevoed met stimuleringsbijdragen voor woningen in de
sociale-bouwsector (kosten van het verkrijgen in eigendom maximaal
f 159.000,-). Vandaar dat op grond van deze verordening slechts woningen
voor subsidie in aanmerking komen die niet duurder zijn dan f 159.000,--
dan wel een huurprijs hebben van maximaal f 810,--.
Gelet op de verbeterbehoefte in deze sector is de subsidiëring van
ingrijpende woningverbetering beperkt tot particuliere huurwoningen.
Deze verordening onderscheidt louter bijdragen ineens. Dergelijke bijdragen
passen het best bij het karakter van het BWS 1995. De verordening kent voor
de koopwoningen en de ingrijpende voorzieningen vaste bedragen.
Voor de sociale huurwoningen is het uitgangspunt dat het subsidiebedrag het
resultaat is van onderhandeling tussen de gemeente en de aanvrager, maar
dan wel met een maximum van f 10.000,--.
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
De algemene bepalingen van hoofdstuk 1, alsmede de bepalingen van
hoofdstuk 2, gelden voor alle onderdelen. Specifieke bepalingen of
aanvullingen op deze algemene bepalingen staan in hoofdstuk 3. De
bepalingen van hoofdstuk 1 en 2 zijn derhalve naast de in hoofdstuk 3
genoemde voorwaarden van toepassing.
1.1 Begripsbepalingen
Artikel 1
Onderdeel c
Het budget in de verordening bevat ook het eventuele restant van de in het
vorige jaren van het rijk verkregen budget. Ook bedragen die beschikbaar
komen als gevolg van een intrekking van een besluit tot verlening van
subsidie moeten volgens artikel 19, sub c, van het BWS worden toegevoegd
aan het budgetEr wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen middelen die
wel en middelen die niet dienen te worden besteed aan de doeleinden
waarvoor de budgetten worden toegekend. Van laatstgenoemde middelen, de
zogenoemde 'vrijvallende middelen' waaraan geen enkele bestedingsvoorwaarde
was gekoppeld, is geen sprake meer. De 100%-spaargrens waarvan bij het
BWS'95 sprake is, heeft geen betrekking op het totaal beschikbare budget,
maar op het bedrag dat de minister jaarlijks toekent ten behoeve van het
budgetjaar
Onderdeel d
Het begrip 'deelbudget' duidt op een onderdeel van het budget. Er is geen
sprake van een echt budget, maar van een reservering voor een bepaalde
categorie binnen het totale budget.
Onderdeel e
De vorige verordening spreekt over het begrip begunstigde'Gelet op de
terminologie van de derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht is dit
begrip in deze verordening vervangen door de term 'subsidie-ontvanger'.
1
