2.5 Intrekking van subsidie Artikel 29 Het onderscheid tussen lid 1, sub b, en lid 2 betreft verwijtbaarheid. Indien er geen sprake is van verwijtbaarheid, wordt de subsidie vastgesteld op grond van de juiste gegevens (en moet eventueel de te veel betaalde subsidie worden terugbetaald)Indien er wel sprake is van verwijtbaarheid, kunnen burgemeester en wethouders de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen met vergoeding van de wettelijke rente (ook het deel van de subsidie dat met de juiste gegevens wél betaald zou zijn) Artikel 30 Deze bepaling vloeit voort uit artikel 19, sub c, van het BWS, waarin bepaald is dat de budgetbeheerder aan het budget elk bedrag toevoegt dat beschikbaar komt als gevolg van een intrekking van een besluit tot verlening van subsidie. 2.6 Nadere bepalingen Artikel 31 Dit artikel strekt ertoe voor de gestelde termijnen een algemene ontheffingsgrond te geven voor burgemeester en wethouders om indien nodig betrokkenen meer tijd te gunnen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het aanleveren van noodzakelijke gegevens of het verlengen van de gereedmeldingstermijn HOOFDSTUK 3 Bepalingen per subsidiecategorie Algemeen In de subsidie-verordening is ervoor gekozen om de nadere bepalingen per subsidiecategorie op te nemen. Dat komt de duidelijkheid ten goede. Dit hoofdstuk moet in samenhang met hoofdstuk 2 worden gelezen. Daarin zijn de procedures van aanvragen, gereedmelden en dergelijke vastgelegd. Hoofdstuk 3 geeft aanvullende bepalingen. 3.1 Huurwoningen Artikel 33 Slechts toegelaten instellingen komen in aanmerking voor subsidie bij de bouw van huurwoningen in de sociale-bouwsectorDeze bepaling vloeit niet voort uit het BWS. Het BWS verbiedt niet dat ook andere dan sociale verhuurders subsidie ontvangen voor de bouw van huurwoningen. Argumenten om slechts de toegelaten instellingen als subsidie-ontvanger toe te staan vloeien voort uit de taakstelling van de sociale verhuurders en het gemeentelijke toezicht daarop. Op deze manier kan worden gewaarborgd dat de goedkopere woningen beschikbaar blijven voor de doelgroep. 3.4 Koopwoningen Artikel 40 Hoe de kosten van het verkrijgen in eigendom worden vastgesteld, is bepaald in de begripsbepalingen (zie artikel 1, onder j). Meerwerk is toegestaan voor zover de kosten van het verkrijgen in eigendom niet worden overschreden. De verkoop van extra voorzieningen, leveringen en diensten (meerwerk) mag echter niet verplicht worden gekoppeld aan de koopovereenkomst 8 Artikel 42 De subsidie die bedoeld is als stimuleringsbijdrage komt ten goede aan de eigenaar-bewoner Zie ook de toelichting op artikel 21. 3.4 Ingrijpende voorzieningen aan woningen Wat de ingrijpende voorzieningen aan woningen betreft wordt het BWS-budget nog slechts voornamelijk gevoed voor ingrijpende voorzieningen aan slechte en zeer slechte particuliere huurwoningen. Om deze reden is subsidiëring ook tot deze categorie beperkt. Voor de duidelijkheid naar de (particu liere) verhuurders is gekozen voor een vaste bijdrage ineens. Artikel 44 Ingrijpende voorzieningen kunnen slechts worden gesubsidieerd wanneer het bouwplan betrekking heeft op vooroorlogse woningen (sub a) en de kosten van ingreep meer bedragen dan f 50.000,- (sub b)Beide grenzen vloeien voort uit het BWS 1995 (zie respectievelijk artikel 3, lid 1, onder c, en arti kel 27, lid 1, onder a, van het besluit)Hoe de investeringsgrens moet worden beoordeeld, ingeval voor het treffen van voorzieningen sprake is van een aantal administratief samengevoegde woningen dan wel het treffen van de voorzieningen leidt tot bouwkundige splitsing of samenvoeging van woningen, wordt in het BWS bepaald. Zie respectievelijk de leden 2 en 4 van artikel 27. Het gestelde onder c vloeit rechtstreeks voort uit artikel 27 van het BWS. Daarin wordt voorgeschreven dat de warmteweerstand van de gevel en het dak na het treffen van de voorzieningen aan een woning gelijk is aan of hoger is dan 1,3 m2.K/W. Tevens is bepaald dat hiervan ontheffing kan worden verleend in een aantal omschreven gevallen, namelijk indien: 1 de gevel niet geschikt is voor het daaraan aanbrengen van spouwmuurisolatie 2 het dak niet geschikt is voor het aanbrengen van isolatie tussen de dakbedekking en het dakbeschotof 3 de betrokken woning een beschermd monument is in de zin van artikel 3 van de Monumentenwet 1988, door het treffen van de voorzieningen dat monument zou worden gewijzigd en daarvoor geen vergunning als bedoeld in artikel 11 van die wet zou worden verleend. Voor het treffen van ingrijpende voorzieningen moet overleg worden gevoerd met de huurders van de woningen waaraan de voorzieningen worden getroffen. Dit om er van overtuigd te zijn, dat het plan voldoende draagvlak heeft onder de bewoners. Het resultaat van dit overleg moet blijken uit accoord- verklaringen van de huurders met de beoogde voorzieningen en de daarmee gepaard gaande huurverhoging. HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 46 De bepalingen van de regeling op grond waarvan subsidie is verleend blijven van toepassing zoals deze luidden op het moment van de verlening van de subsidie. Dit kan ook van belang zijn in verband met een ingesteld beroep. Artikel 48 Voor de toepassing van de verordening geldt een algemene hardheidsclausule. Een hardheidsclausule kan slechts in bijzondere omstandigheden worden toegepast. Uiteraard blijven burgemeester en wethouders bij gebruikmaking van deze mogelijkheid gehouden aan de regels van het BWS (een regeling van hogere aard) 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 520