Blad 2 Op zich is een afwijking van dat plan geen reden medewer king aan een ingediend bouwplan voor uitbreiding te onthou den. Niet in te zien valt, dat de gevraagde uitbreiding zal lei den tot een verstoring van het woonklimaat ter plaatse. Vanuit beide woningen bedraagt de afstand tot de uitbrei ding meer dan 2 0 meter. Bovendien wordt het zicht daarop afgeschermd door in de tuinen van bezwaarmakers aanwezige opgaande beplanting. Overigens bedraagt de hoogte van de uitbreiding geen 3.50 meter, maar ca. 3.00 meter. Stedebouwkundig gezien achten wij de aanbouw zowel qua situering als qua omvang aanvaardbaar. Naar aanleiding van de opmerkingen over de ecologische waarde van de wilgengroep hebben wij onderzocht of voor het rooien van deze bomen een kapvergunning kan worden afgege ven. De wilgen vormen een overblijfsel van een boomsingel langs een vroegere sloot. De kwaliteit van de bomen is slecht. In het ecologische systeem hebben ze geen overwe gende betekenis. Het kappen van de bomen heeft door de rij kelijk in de omgeving aanwezige groenvoorzieningen boven dien nauwelijks invloed op de groenbeleving Wij achten dan ook geen termen aanwezig een kapvergunning te weigeren. Samengevat zijn wij van mening, dat de gevraagde uitbrei ding van de woning Nieuw Rapenburg 35 niet leidt tot een aantasting van het woonklimaat van de omwonenden, dat de uitbreiding qua situering en omvang aanvaardbaar is, dat de kwaliteit van de wilgen slecht is en door het kappen daar van geen ecologische waarden worden geschaad. Mochten er gedurende de periode van tervisielegging andere dan de reeds bekende bezwaren naar voren zijn gebracht, dan zullen wij de Commissie Stadsontwikkeling daarover nader informeren. Het bouwplan ligt voor u bij de stukken ter inzage. Teneinde de gevraagde medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk, dat voor het betreffende perceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Een dergelijk besluit biedt de grondslag om vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan conform artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Na ontvangst van een daartoe strekkende verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten kan die vrijstelling worden verleend. Blad 3 Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling in haar vergadering van 21 juni 1995 u heeft geadviseerd met vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te be sluiten conform bijgevoegd concept-besluit. Wij stellen u tevens voor de behandeling van het verzoek om vrijstelling van het geldende bestemmingsplan en het voeren van de bijbehorende procedure aan ons over te laten. Leeuwarden, 22 juni 1995. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 537