Blad 2
Onder deze omstandigheden heeft de Kroon ingestemd met de
beslissing van Gedeputeerde Staten om aan het plandeel
goedkeuring te onthouden, alsmede met hun standpunt dat bij
de herziening van het plan wat betreft dit plandeel inge
volge artikel 30 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
dient te worden bezien welke bestemming vanuit een oogpunt
van goede ruimtelijke ordening wel is aangewezen.
In de mededelingenlijst voor de raadsvergadering van 8 mei
1995 hebben wij reeds aangegeven dat bedoeld onderdeel zal
worden gecorrigeerd in het kader van de uit artikel 30 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening voortvloeiende her
zieningsplicht
Het is inderdaad juist - in het Koninklijk Besluit wordt
het ook al even genoemd - dat in de loop van de tijd vrij
wel alle grond die deel uitmaakte van de voormalige tuinde
rij is verkocht, met name aan eigenaren van aangrenzende
woonpercelen. Het nog overblijvende stuk grond (circa
4000 mJ) dat ongeveer in het midden van het betrokken ge
bied ligt wil men als bouwperceel voor een woning verkopen
aan een particulier.
Eind 1994 hebben de heer Howell en mevr. Boersma, beiden te
Leeuwarden ons verzocht in principe medewerking te verlenen
aan de bouw van een woning ter plaatseAlvorens eventueel
stappen te ondernemen, hebben wij gemeend de uitspraak van
de Kroon te moeten afwachten. Nu het beroep ongegrond is
verklaard en de Kroon als haar oordeel heeft uitgesproken
het niet onredelijk te achten dat de mogelijkheid wordt
geboden voor woningbouw, waarbij in de stedebouwkundige
opzet rekening wordt gehouden met de karakteristieken van
het gebied, staat naar onze mening niets meer aan het ver
lenen van de gevraagde medewerking in de weg. Om het open
karakter van het binnengebied zoveel mogelijk te handhaven
is ons uitgangspunt om de bouwmogelijkheden te beperken tot
één woning, op een groot bouwperceel. Hierover bestaat ook
overeenstemming met de huidige eigenaar van de grond.
De initiatiefnemers hebben inmiddels een aanvraag om bouw
vergunning ingediend. Teneinde aan het bouwplan medewerking
te kunnen verlenen is het noodzakelijk dat voor het terrein
van de voormalige tuinderij een voorbereidingsbesluit wordt
genomen. Hierdoor wordt het mogelijk vrijstelling te verle
nen van het geldende bestemmingsplan, mits Gedeputeerde
Staten vooraf verklaard hebben tegen het verlenen van vrij -
stelling geen bezwaar te hebben.
Blad 3
Door het nemen van een voorbereidingsbesluit kan tevens
medewerking worden verleend aan een bouwplan van de heer
T.T.N. Ley, Oan 'e Dyk 55 te Snakkerburen voor een berging
achter zijn woning, op een stuk grond dat eveneens deel
heeft uitgemaakt van de vroegere tuinderij
Beide bouwplannen (die bij de stukken ter inzage liggen)
hebben gedurende twee weken voor een ieder ter inzage gele
gen; er zijn geen bezwaren ingediend.
Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling u
in haar op 21 juni 1995 gehouden vergadering heeft geadvi
seerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u
voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp
besluit
Leeuwarden, 22 juni 1995.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drsH.H. Apotheker Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans Secretaris.