Blad 2
c. De aanleg van baggerslib-eilanden aan het Langdeel
wordt op dit moment niet reëel geacht
Wat de eerste twee punten betreft: door een ambtelijke
werkgroep van de gemeenten Boarnsterhim en Leeuwarden zijn
de tracee-varianten voor de gewenste staande-mast-route in
kaart gebracht en onderzocht. Dit heeft geleid tot een dui
delijke voorkeur voor een hoge brug op de plaats van het
oorspronkelijk geplande aquaduct. Dit gezamenlijk standpunt
wordt ingebracht in de MER-studie die in opdracht van
Rijkswaterstaat uitgevoerd wordt voor de verdubbeling van
rijksweg 31; het is ook opgenomen in de bij het beleids
voornemen behorende stedebouwkundige structuurschets.
Ten aanzien van het derde punt: uit contacten met cultuur
maatschappijen blijkt dat de interprovinciale bestuurlijke
inspanningen zich er op richten, dat het totale stortvolume
van licht verontreinigd baggerslib zal worden teruggedron
gen. Reiniging heeft een duidelijke voorkeur. Al met al zou
dit dus een risicovol element in de planexploitatie worden.
Voorgesteld wordt daarom deze optie te laten vervallen, en
bij de verdere uitwerking van het plan te onderzoeken welke
mogelijkheden er zijn voor ontwikkelingen in de sfeer van
landschap- en natuurontwikkeling (eventueel ter compensatie
van de Hempensermeerpolder)wellicht gecombineerd met re
creatief medegebruik.
Onder mededeling dat de Commissie voor Stadsontwikkeling in
haar vergadering van 13 december 1994 over dit voorstel
heeft beraadslaagd, en u adviseert met het vorenstaande in
te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig
bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 5 januari 1995.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
drsH.H. Apotheker Burgemeester.
mw. ir. J.A. Lantermans
Secretaris
Nummer 20536
MT/MZ
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
5 januari 1995 (bijlage nr. 12)
BESLUIT:
1. tot vaststelling van het Beleidsvoornemen
Hempens-Teerns
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.