Nummer 1144
DK/BSK
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
2 februari 1995 (bijlage nr. 23)
gelet op het bepaalde in de artikelen 170 en 228 van de
Gemeentewet
gelet op de Woningwet;
BESLUIT:
I. het college van Burgemeester en Wethouders te machti
gen
a. gedurende het jaar 1995 ten hoogste tot een bedrag
van f 50 miljoen kasgeldleningen aan te trekken ten
behoeve van de voorfinanciering van vervroegd afge
loste geldleningen door woningbouwcorporaties, re
kening houdende met het gestelde in het "besluit
leningvoorwaarden lagere overheid"
b. voor het jaar 1995 tot een maximumbedrag van in
totaal f 50 miljoen kasgeldleningen aan de woning
bouwcorporaties te verstrekken ter financiering van
vervroegd afgeloste geldleningen als gevolg van de
bruteringsoperatie
II. te bepalen, dat van elk afzonderlijk door Burgemeester
en Wethouders ter uitvoering van het gestelde onder
Ia. en Ib. te nemen besluit mededeling zal worden ge
daan aan de Raad en aan Gedeputeerde Staten van
Friesland.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Onttrekking aan het openbaar verkeer van het ten oosten van
de Oostergoweg gelegen gedeelte van de Badweg
Bijlage nr. 24
Aan de Gemeenteraad.
De Commissie voor Stadsontwikkeling heeft op 20 december
1994 geadviseerd aan de Stichting Medisch Centrum Leeuwar
den de voor de bouw van een psycho-geriatrisch verpleeghuis
bij de locatie-zuid benodigde grond ter oppervlakte van
ongeveer 20.760 mJ te verkopen voor een prijs van in totaal
f 1.087.780,- (géén b.t.w. verschuldigd). In ons voorstel
daaromtrent hebben wij er op gewezen, dat het - voor een
deel in de te verkopen grond begrepen - ten oosten van de
Oostergoweg gelegen gedeelte van de Badweg nog aan het
openbaar verkeer zal moeten worden onttrokken en dat de
daartoe ingevolge de Wegenwet vereiste procedure reeds was
gestart. U hebt vervolgens op 16 januari 1995 besloten de
bedoelde grond aan het M.C.L. te verkopen, zulks onder de
voorwaarde, dat de koopovereenkomst van rechtswege zal zijn
ontbonden, indien de onttrekking aan het openbaar verkeer
van het betreffende gedeelte van de Badweg om enigerlei
reden geen doorgang vindt
Het door het M.C.L. ingediende verzoek, alsmede het ont
werp- raadsbesluit met bijbehorende tekening, betrekking
hebbende op het aan het openbaar verkeer onttrekken van het
gedeelte van de Badweg, hebben wij met ingang van 12 decem
ber 1994 gedurende vier weken voor belanghebbenden ter in
zage gelegd. Daarvan is kennisgeving gedaan in een tweetal
dagbladen en door aanplakking in de gemeentelijke publika-
tiekast, onder mededeling dat belanghebbenden gedurende de
genoemde termijn zowel mondeling als schriftelijk hun
zienswijze over deze onttrekking aan het openbaar verkeer
naar voren kunnen brengen. Van deze gelegenheid is géén
gebruik gemaakt, zodat mag worden geconcludeerd dat door de
onttrekking geen belangen van derden worden aangetast.