Blad 2
Het Fonds Cultuur heeft een storting van ca. f2 ton
uit gemeentelijke middelen (jaarlijks aangevuld met de
convenant-middelen voor de beeldende kunst welke wij
ontvangen van de provincie)De middelen in het Fonds
Cultuur zijn de enige gemeentelijke middelen voor cul
tuur die flexibel in te zetten zijn; alle overige mid
delen zitten 'vast' in structurele subsidies en begro
tingsposten.
In beginsel is er binnen het Fonds Cultuur dus géén
sprake van subsidieverplichtingen of structureel gega
randeerde subsidies. Dat betekent dat het fonds be
schikbaar is voor de subsidiëring van eenmalige (maar
ook regelmatig terugkerende) festivals, manifestaties,
voor concerten en voorstellingen, voor programmering
van series (voorzover niet door bijv. Harmonie of Ro
mein geprogrammeerd), exposities, voor de uitgave van
culturele publicaties, voor de realisering van kunst
projecten, producties, literaire activiteiten etc.
Steeds kunnen daarvoor subsidieverzoeken bij ons wor
den ingediend.
De Adviesgroep Cultuur is per 1995 ingesteld. Zij
staat onder voorzitterschap van de portefeuillehouder
cultuurDe Adviesgroep brengt ons advies uit inzake
de subsidie-aanvragen op het gebied van cultuur en zij
wordt geacht ons tevens te adviseren over het beleid
inzake het Fonds Cultuur (bijvoorbeeld criteria, ac
centen) Bovendien wordt zij betrokken bij het actua
liseren van de gemeentelijke cultuurnota (zie ook col
legeprogramma)
Flexibiliteit is zoals gezegd de kern van het Fonds
CultuurDat wil zeggen dat de essentie ervan iskun
nen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, accenten leg
gen, vernieuwen en verbreden van het aanbod, stimule
ren van nieuwe samenwerkingsvormen. Om de beoogde
flexibiliteit zo goed mogelijk gestalte te geven is
bij de instelling van het Fonds Cultuur getracht zo
weinig mogelijk voorwaarden en criteria in de subsi
dieverordening vast te leggen.
Het besluit tot opheffen van met name het Fonds Podi
umkunst, Film en Letteren heeft indertijd veel reac
ties opgeroepen bij de organisaties in het culturele
veld. U hebt bij de vaststelling van de subsidieveror
dening Fonds Cultuur voor 1995 dan ook besloten om een
overgangsbepaling op te nemen voor die organisaties,
welke in 1994 werden gesubsidieerd uit het Fonds Podi
umkunst, Film en Letteren (zie bijlage voor over
zicht) u was met ons van mening dat deze organisaties
zich moesten kunnen voorbereiden op een nieuwe situa
tie waarin niet meer van een jaarlijkse subsidiegaran
tie sprake zou zijn.
De toen in de verordening opgenomen overgangsbepaling
1995 (art.12) luidt alsvolgt:
Blad 3
1. Instellingen die in het subsidiejaar 1994 op basis
van de Subsidieverordening Fonds Podiumkunst, Film
en Letteren een subsidie hebben ontvangen ten be
hoeve van de programmering van activiteiten zoals
bedoeld in deze subsidieverordening, kunnen voor
het subsidiejaar 1995 een aanvraag doen voor hun
programmeringsactiviteiten in het kader van het
Fonds Cultuur.
Deze aanvragen zullen worden beoordeeld op basis
van de criteria zoals deze golden in de subsidie
verordening Fonds Podiumkunst en Letteren.
2Ten behoeve van de activiteiten zoals bedoeld in
artikel 11 lid 1 zal in totaal een bedrag van
maximaal f 130.000,- worden gereserveerd.
3. De verdeling van middelen ten behoeve van activi
teiten zoals bedoeld in artikel 11 lid 1 zal op
basis van een verdeelbesluit geschieden door Bur
gemeester en Wethouders, daartoe geadviseerd door
de Adviesgroep Cultuur.
2. Ontwikkelingen.
In het afgelopen half jaar heeft de Adviesgroep Cul
tuur geconstateerd dat er wellicht toch een differen
tiatie nodig is ten aanzien van de subsidiëring van de
programmerende organisaties in de komende jaren.
Sommige organisaties kunnen samenwerken en meer geld
van derden genereren dan zij nu elk afzonderlijk doen,
sommige organisaties hebben een gegarandeerde minimum
subsidie nodig om een basisprogrammering tot stand te
kunnen brengen (bijv. omdat het programmeren een
last-minute' beslissing is, zoals in de pop-sector),
maar wellicht zijn er ook organisaties die - net zoals
anderen dat nu al doen - gewoon een verzoek moeten
indienen om een bijdrage uit het flexibele deel van
het fonds
De portefeuillehouder cultuur heeft in maart 1995 een
tweetal bijeenkomsten georganiseerd waarin de ontwik
kelingen met betrekking tot het Fonds Cultuur centraal
stonden;
Allereerst heeft de Adviesgroep Cultuur een aantal in
de Leeuwarder cultuursector actieve mensen uitgenodigd
om (op persoonlijke titel) met haar van gedachten te
wisselen over de toekomst (22 maart 1995)Eén van de
breed gesteunde resultaten van de discussie toen was
de gedachte dat organisaties in de toekomst wellicht
gezamenlijk de sponsormarkt zouden kunnen gaan benade
ren. Vooral de grotere festivals kwamen naar de mening
van de aanwezigen voor dat 'experiment' in aanmerking.
Deze optie is momenteel nog onderwerp van gesprek in
de adviesgroep cultuur en met de organisaties.
Voorts heeft de wethouder de programmerende organisa
ties uit het voormalige Fonds Podiumkunst, Film en