opdrachten. Alleen de milieu-adviessector heeft zich tot voor kort als groeisector
bewezen, terwijl onder andere de stedebouwkundige en civieltechnische sectoren zich na
een sanering hebben gestabiliseerd. Veel grotere bureaus hebben de laatste jaren in het
buitenland nieuwe afzetmarkten gezocht.In 1993 heeft de sector een dieptepunt gehad.
Tuin- en landschapsarchitecten:
De gemeentelijke taak "ontwerp groen" behoort vergeleken te worden met de bedrijfstak
van de tuin- en landschapsarchitecten, die wordt gekenmerkt door een groot aantal kleine
bureaus. Daarnaast hebben de cultuurmaatschappijen en de grotere ingenieurs- en
architectenbureaus deze discipline in huis. Ook deze sector wordt gekenmerkt door een
toenemende specialisatie. De omvang van de markt is stabiel.
Een vergelijking van de door de dienst Stadsontwikkeling gehanteerde tarieven met die
van particuliere adviesbureaus heeft op het eerste gezicht als resultaat dat de "kale"
gemeentelijke dagtarieven van de medewerkers tot maximaal 10-15 lager uit vallen. Dit
bevestigt het beeld dat uit landelijk onderzoek naar voren is gekomen en waarbij hoger
gesalarieerden bij de overheid minder verdienen dan in het bedrijfsleven. De "kale"
tarieven op zich vormen dus geen belemmering voor een functioneren op de markt.
De belangrijkste factor die de kansen op de markt bepaalt zijn de prijzen van de te
leveren produkten. De tarieven van medewerkers zijn een belangrijk onderdeel van de
prijs van een produkt. Deze prijs wordt verder bepaald door alle indirecte kosten en door
de bij de produktie te volgen werkwijze van een organisatie en door de mate van ervaring
die men met de produktie heeft. Zo heeft een particulier bureau acquisitie-kosten, een
aanzienlijke post reis- en verblijfskosten, een opslag voor winst en risico en uiteraard
indien aan de orde moet het de BTW in rekening brengen. De gemeentelijke organisatie
heeft daarentegen een hogere overhead (bestuurlijk apparaat), een groter aantal indirecte
uren (overleg, advisering college en raad) en kostprijsverhogende secundaire arbeidsvoor
waarden. Het verschil in prijs tussen de gemeentelijke organisatie en de particuliere sector
is op dit punt niet duidelijk aan te geven omdat de beide soorten organisaties op dit
moment in belangrijke mate anders zijn. Er is echter geen reden om aan te nemen dat de
prijzen na intrede van een gemeentelijke organisatie op de markt na enige tijd uiteen
moeten lopen. Wanneer de gemeentelijke organisatie zich de wijze van bedrijfsvoering
van een particulier bureau eigen maakt zullen de prijzen die deze onderneming voor zijn
produkten in rekening brengt ook geen belemmering voor een externe verzelfstandiging
vormen.
Tuin- en landschaparchitecten:
De vergelijking tussen de gemeentelijke organisatie die werkt aan het ontwerp van
groenvoorzieningen en de particuliere tuin- en landschapsarchitecten komt globaal overeen
met die van de ingenieursdiensten. Het is echter wel zo dat de kennis die binnen het
gemeentelijk ambtelijk apparaat aanwezig is op de terreinen van vooral bomen en
heemtuinen groter is dan in menig andere gemeente in Friesland. Vanwege de verzadiging
van het aanbod door landelijk werkende adviesbureaus van deze deelmarkten op landelijke
schaal moeten kansen op deze vakgebieden toch niet worden overschat.
De dienstverlening van de ingenieursbranche wordt als kennis-intensieve bedrijfstak in
grote mate bepaald door technologische ontwikkelingen, die elkaar snel opvolgen en
waarmee steeds weer nieuwe investeringen zijn gemoeid. Om de kwaliteit te handhaven is
actuele kennis van "the state of the art" noodzakelijk. Dit kwaliteitsniveau kan worden
gehandhaafd door medewerkers intensief bij te scholen, door het aannemen van pas
afgestudeerden die de laatste kennis mee brengen, en door de aanschaf van goede
(geautomatiseerde) hulpmiddelen. In het laatste geval zal ook de bediening van de hulp
middelen moeten worden aangeleerd. De situatie van de afdelingen Ontwerp en Realisatie
laten op de genoemde punten te wensen over. Instroom van schoolverlaters is er de laatste
jaren niet geweest en het bijhouden van kennis en de bijscholing schieten tekort, hetgeen
ook al in de Perspectiefnota '96-'99 voor de gehele gemeentelijke organisatie wordt
onderkend. Ook bij de afdeling Weg- en Waterbouw komen deze problemen voor. Het
niveau van de (geautomatiseerde) hulpmiddelen is vergeleken met de particuliere sector
laag. Zo is het computer gestuurd ontwerpen relatief laat ingevoerd. De beschreven
omstandigheden vormt een ernstige belemmering bij een externe verzelfstandiging.
Voor een activiteitenpakket zoals het door de genoemde afdelingen Ontwerp, Realisatie,
Weg- en Waterbouw en door Ontwerp Groen wordt uitgevoerd is in theorie buiten de
gemeente Leeuwarden als opdrachtgever altijd wel wat werk te verwerven op de regionale
markt ten koste van andere ondernemingen. Echter dan moet wel aan enkele belangrijke
voorwaarden worden voldaan:
1. Het unieke verkoopargument (d.w.z. waarom onderscheiden onze diensten zich van die
van anderen) moet voor de klant herkenbaar in de dienstverlening worden vertaald. Dit
betekent dat de deskundigheid die men heeft omdat men de gemeente van binnen uit kent
en daarmee ook het antwoord op de specifieke vraag van een gemeente in de aan te
bieden produkten zichtbaar moet worden. Ook moet worden bezien hoe deze deskundig
heid verder moet worden ontwikkeld en vastgehouden.
2. De gemeente Leeuwarden moet als opdrachtgever/klant in principe voor een verzelf
standigd Stadsbeheer niet verloren kunnen gaan. Het wegvallen van deze basis onder het
bedrijf zal niet gecompenseerd kunnen worden door andere opdrachtgevers. Dit betekent
dat de continuïteit van de met de uitvoering van een verzelfstandigd takenpakket gemoeide
werkgelegenheid maar op twee manieren kan worden gegarandeerd; a) het verzelfstandig
de bedrijf blijft in staat om voor onbepaalde tijd het door Leeuwarden opgedragen werk te
behouden door de meest aantrekkelijke prijs te bieden, of b) er zullen tijdig partners of
strategische allianties moeten worden gevonden waar de verzelfstandigde onderneming
zijn activiteiten samen mee kan blijven voortzetten.
5.2 Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
Het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte wordt in Leeuwarden uitgevoerd
door de afdelingen Weg- en Waterbouw (WW) en Uitvoering Groen, Recreatiegebieden
en Begraafplaatsen (GRB) en Realisatie. Ook behoort een deel van de taken van de
afdeling Sport en Recreatie (S&R) hiertoe wanneer de sportvelden tot de openbare ruimte
worden gerekend.
De bedrijfstakken waarbinnen de taken van de hierboven genoemde afdelingen worden
uitgevoerd zijn: De aannemersbedrijven van grond-, water-, en wegenbouw (CBS:5121),
de straatmakersbedrijven (CBS:5126), de hoveniersbedrijven (CBS:0133) en de cultuur
technische bedrijven en grondbedrijven (CBS:5125).
De prijs en de kwaliteit
14
Kansen en bedreigingen
15