Blad 2
Artikel 118 van de nAbw draagt het gemeentebestuur op
om zorg te dragen voor de jaarlijkse totstandkoming
van plannen en beleidsverslagen zoals bedoeld in arti
kel 110 van de Gemeentewet.
Deze raadsbrief gaat in op de wijze waarop de gemeente
invulling geeft aan de planverplichting. In de als
bijlage toegevoegde nota "Uitvoerings- en beleidsplan
1996" wordt één en ander nader uitgewerkt en verant
woord
Hoofdstuk 2 is te beschouwen als een algemene inlei
ding op de nieuwe planverplichting. Dit hoofdstuk be
handelt een aantal kernelementen uit dit onderdeel van
de nAbw
In hoofdstuk 3 wordt aangegeven welke inhoudelijke
eisen de nAbw aan de plannen stelt en welke uitgangs
punten de gemeente binnen deze kaders voor ogen staat.
Een beknopt weergeven van de inhoudelijke invulling
van de diverse planonderdelen wordt in hoofdstuk 4
aangegeven middels het benoemen van een aantal be
leidskeuzes en beslispunten, welke zijn gerelateerd
aan de betreffende hoofdstukken uit het uitvoerings-
en beleidsplan. Tot slot komt de financiële paragraaf
aan de orde
2, DE PLANVERPLICHTING IN DE NIEUWE BIJSTANDSWET
2.1. De wettelijke grondslag
Artikel 110 van de Gemeentewet maakt het de wetgever
mogelijk om in bepaalde gevallen en voor bepaalde
doeleinden het werken met plannen en beleidsverslagen
voor te schrijven.
Uit dit artikel vloeit voort dat de planverplichting
bij wet moet worden geregeld, hetgeen middels artikel
118 nAbw plaatsvindt. Tevens blijkt uit de Gemeentewet
dat het voorschrijven van de planverplichting alleen
kan plaatsvinden indien dit noodzakelijk is uit oog
punt van afstemming tussen gemeentelijk beleid en pro
vinciaal danwel rijksbeleid of de ontwikkeling van
beleid op een nieuw terrein dit noodzakelijk maakt. In
de toelichting op de wet is aangegeven dat het voor
schrijven van de planverplichting voortvloeit uit de
noodzaak om het beleid van het Rijk en gemeenten op
elkaar af te stemmen. Uit artikel 110 blijkt overigens
ook dat de planverplichting voor ten hoogste 4 jaar
geldt tenzij de wet anders bepaalt. Dit betekent dat
zonder nadere regelgeving de verplichting, zoals ge
formuleerd in artikel 118 nAbw, per 1 januari 2000
komt te vervallen.
Blad 3
Op basis van de voorgenomen evaluatie binnen 4 jaar na
inwerkingtreden van de nAbw zal het Rijk dus moeten
bezien of voortzetting van de planverplichting nood
zakelijk danwel gewenst is.
2.2. De doelstelling
De nAbw stelt dat de gemeente zorg moet dragen voor
het opstellen van plannen en beleidsverslagen conform
artikel 110 van de Gemeentewet. Het opnemen van deze
planverplichting in de nAbw komt niet uit de lucht
vallen maar kan gezien worden als een logische ontwik
keling in het kader van de vernieuwde bestuurlijke
verhoudingen waarin naar het oordeel van het Rijk de
lokaal-politieke aansturing en de controle dient toe
te nemen.
Met het wettelijk verplicht stellen van de totstand
koming van plannen en beleidsverslagen beoogt de wet
gever een drieledig doel
- Ten eerste dient de uitvoering van de wet er door
een planmatige en gecoördineerde werkwijze in kwali
teit op vooruit te gaan.
- Tevens is het de bedoeling dat het gemeentebestuur
zich intensiever met de uitvoering van de wet gaat
bezighouden, waardoor er een steviger politiek
draagvlak voor de uitvoering ontstaat.
- En tot slot leidt de planverplichting tot een ver
groting van de controleerbaarheid, zodat het Rijks-
toezicht aan de hand van de plannen en verslagen kan
nagaan of de wet goed en op verantwoorde wijze wordt
uitgevoerd.
2.3. Relatie tussen plan en verslag
De mate waarin de gestelde doelen zijn gerealiseerd
wordt neergelegd in het verslag. In feite wordt hierin
verantwoording afgelegd voor het gevoerde beleid in
relatie tot datgene wat in het uitvoerings- en be
leidsplan is voorgenomen.
Naast het benoemen van de positieve resultaten moet
ook aandacht worden gegeven aan datgene wat niet of
niet volledig is gerealiseerd. De resultaten zullen
zoveel mogelijk ondersteund moeten worden met cijfer
materiaal en afgezet moeten worden tegen de beschikba
re formatie en middelen.
Aan de hand van de resultaten zal bijsturing plaats
vinden wat vervolgens moet worden vertaald in een vol
gend plan. De bijsturing kan zowel op bestuurlijk als
op management-niveau plaatsvinden.